Door middel van virtualisatiesoftware als Xen, VMware of Virtual Server is het mogelijk om tegelijkertijd meerdere besturingssystemen te draaien op één fysieke computer. De genoemde software is echter nog niet in staat om de processen binnen één operating system te virtualiseren in volledig van elkaar losstaande containers. Om dat voor elkaar te krijgen, zijn enkele bedrijven aan de slag gegaan en de ruwe contouren van deze software beginnen nu duidelijk te worden. Het achterliggende doel van beide virtualisatietechnieken is in grote lijnen hetzelfde, namelijk het optimaal benutten van de capaciteit van een computer door gebruik te maken van afzonderlijke virtuele machines of omgevingen die volledig geïsoleerd van elkaar opereren. Virtualisatie wordt op dit moment vooral gebruikt op servers, om taken 'fysiek' te scheiden door ze te draaien in een aparte virtuele machine.
Het tegelijk draaien van meerdere besturingssystemen is voor de meeste gewone gebruikers echter overbodig, terwijl het voor hen wel handig kan zijn om gebruik te maken van virtualisatie. Zo zouden bepaalde programma's bijvoorbeeld in een virtuele omgeving gedraaid kunnen worden om te voorkomen dat ze last hebben van of communiceren met andere processen op de computer, bijvoorbeeld in het kader van veiligheid. Deze lichte en flexibele variant van virtualisatie wordt al toegepast in Solaris 10 via de Containers, maar inmiddels is bekend geworden dat ook andere besturingssystemen de techniek gaan implementeren. Microsoft heeft bevestigd dat er gewerkt wordt aan software die virtuele containers kan opzetten en beheren. Ook vanuit Linux-hoek is interesse getoond in de technologie en wordt er al hard gewerkt aan patches die de functionaliteit aan de kernel toevoegen.