Een commissie van het Huis van Afgevaardigden, de Amerikaanse Tweede Kamer, heeft een meer dan kritisch rapport over computerbeveiliging door de Amerikaanse federale overheid gepubliceerd. In het rapport wordt voor alle ministeries en organisaties als de NASA een waardering gegeven. Daarvoor werd onder meer gekeken naar het aantal kwetsbare systemen, de procedures om eventuele lekken te dichten, incident response-beleid, training van medewerkers en de beschikbaarheid van backup-materiaal. De gemiddelde overheidsdienst bleek goed voor een D+, wat neerkomt op een mager viertje. De ministeries van Financiën, Defensie, Binnenlandse Zaken, Energie en Landbouw kwamen zelfs niet verder dan een F, de laagst mogelijke kwalificatie.
Het rapport wordt sinds 2002 jaarlijks opgemaakt in het kader van de FISMA-wetgeving, die bedoeld is om de risico's van ICT-gebruik voor de Amerikaanse overheid te helpen minimaliseren. De beste verdediging tegen cyberaanvallen is goed beleid, aldus het rapport, en het rapport moet inzichtelijk maken in hoeverre de diverse organisaties bestand zijn tegen digitale aanvallen van terroristen, hackers en vijandige mogendheden. 'Helaas niet best', luidt de sippe conclusie, al is er sinds 2002 al heel wat progressie geboekt: toen moest de gehele overheid met een F beoordeeld worden. Ten opzichte van 2004 is de situatie echter nauwelijks verbeterd, en de vraag of Amerika voorbereid is op een 'digitaal Pearl Harbor' wordt dan ook wel gesteld, maar het antwoord wordt maar achterwege gelaten.