In juni 2002 werd geheugenfabrikant Rambus door de Amerikaanse mededingingsautoriteit, de Federal Trade Commission, voor de rechter gedaagd vanwege het misleiden van de concurrentie in de eerste helft van de jaren '90. Rambus zou tegenover andere bedrijven hebben gesteld technologieën te willen delen, om daarna toch patent aan te vragen en geld te eisen. Vorig jaar seponeerde de rechter de zaak, omdat de FTC zijn zaak niet rond kreeg. Bij Channel Register lezen we nu dat de FTC een nieuwe zaak tegen Rambus begint, omdat er vermoedens zijn gerezen dat Rambus bewust bewijsmateriaal heeft vernietigd.
De FTC komt tot dit vermoeden na het volgen van een andere rechtszaak waarin Rambus verwikkeld was. Dit betrof een rechtszaak tussen Infineon en Rambus, ook op het terrein van productlicenties. Hoewel de beide bedrijven tot een schikking zijn gekomen, heeft de FTC waarschijnlijk verschillen ontdekt tussen documenten die Rambus in de twee rechtszaken naar voren heeft gebracht. Rambus reageert fel op de aantijgingen en stelt dat als de FTC de zaak wil heropenen, het ook mag uitleggen waarom het op aanwijzingen van de concurrentie onderzoeken lanceert tegen Rambus, terwijl diezelfde concurrentie zich wel bewezen schuldig heeft gemaakt aan verboden praktijken.