Begin deze maand is er ingebroken in een aantal supercomputers van universiteiten en onderzoeksinstellingen, zo laat InfoWorld weten. De supercomputers draaien de OS'en Linux en Sun's Solaris, en de hackers misbruikten een paar eerder bekend geworden zwakke plekken in de systemen om zo in te breken. De supercomputers waar het om gaat zijn onder andere die van Stanford University en Chicago University, die weer onderdeel zijn van TeraGrid, wat het grote rekennetwerk is van het National Science Foundation. De aanvallen werden door middel van rootkits gemaskerd, waarbij de hackers gebruik maakten van gestolen passwords die ze van onveilig verkeer (zoals Telnet) en uit bestanden van gekraakte systemen hadden gehaald.
De Information and Technology Systems and Services (ITSS) van Stanford University heeft verschillende waarschuwingen uitgebracht, en adviseerde om verschillende systemen van de grond af weer op te bouwen met de nieuwste beveiligingspatches. Volgens het artikel op InfoWorld zijn universiteiten een 'makkelijk' slachtoffer vanwege het open karakter van het onderzoek dat er gepleegd wordt. Een aantal universiteiten heeft bovendien vanwege het feit dat veel mensen vanuit het buitenland toegang moeten hebben tot hun netwerk, delen van hun netwerken niet zo sterk afgeschermd als zou moeten. De vraag is nu of de hackers na de wederopbouw van de systemen niet nog steeds toegang zullen hebben, door de 'onzichtbare' technieken die ze gebruiken om beveiligingen te omzeilen.
