Een Israëlische student heeft samen met een aantal Japanners een applicatie gemaakt waarmee het mogelijk is Linux samen met Windows te draaien, zo meldt LinuxWorld. Het systeem heet coLinux (Cooperative Linux) en werkt niet zoals verschillende emulatoren, waaronder VMware en Virtual PC, in user mode, maar in een speciale mode genaamd ring 0 of supervisor mode. De twee kernels draaien op deze manier naast elkaar. Er wordt steeds tussen de twee toestanden van de twee kernels gewisseld. Hierdoor heeft de Linux-kernel in zijn stukje processortijd volledige controle over de CPU en de MMU (Memory Management Unit) voor zijn eigen geheugenruimte. De Linux-kernel werkt in deze configuratie dus vrijwel net zo snel als dat hij in een niet gedeeld systeem zou doen.
De communicatie met de randapparatuur is een iets ingewikkelder verhaal. Dit moet eigenlijk door het host OS gedaan worden, omdat anders de twee kernels misschien aanvragen van elkaar terugkrijgen of tegenstrijdige opdrachten gaan uitdelen. Windows beheert dus de randapparatuur en biedt coLinux een aantal geëmuleerde apparaten aan. Zo kan Windows een gewoon bestand aanbieden dat coLinux vervolgens ziet als een bestandssysteem. Windows vangt ook alle interrupts af en geeft deze transparant door aan coLinux. coLinux heeft maar een klein aantal parameters van het host OS nodig om zijn werk te kunnen doen. Het moet dus niet al te moeilijk zijn om coLinux ook samen te laten werken met bijvoorbeeld Solaris of Linux zelf.