Nora Mikes, een freelance schrijver, heeft de geschiedenis van het produceren van chips bij IBM in een artikel samengevat. Het artikel gaat niet alleen op deze chipproductieavonturen, maar gaat ook verder in op de cpu's die door IBM zijn ontworpen. De eerste computers in de jaren veertig en vijftig werden allemaal voor een specifiek doel ontworpen. Dit had als gevolg dat een programma dat op computer A draaide, niet op computer B kon draaien. Dit veranderde in 1962 toen IBM een soort van universele instructieset ontwierp. De eerste processor die gebruik maakte van deze instructieset werd gebruikt in de S/360 mainframe. Bijna alle processors die IBM tegenwoordig in hun programma heeft zitten verstaan deze instructieset trouwens nog steeds, of het nu een POWER5 of een PowerPC is.
Veel van de eerste computers werden gebruikt om het telefoonverkeer af te handelen. De cpu's die je in deze computers tegenkwam waren meestal gebaseerd op een CISC-architectuur. Hier kwam echter verandering in met de IBM 801, die een RISC-architectuur heeft. In die tijd had een RISC-processor minder instructies dan een CISC-processor en hierdoor was deze cpu kleiner en dit maakte het mogelijk om hem goedkoper te produceren en op een hogere snelheid te laten lopen. John Cocke, de ontwerper, nam later het ontwerp van de 801 nog eens onder handen en dat resulteerde in 1990 in de geboorte van de POWER1-cpu. Deze processor diende op zijn beurt weer als basis voor de PowerPC die door Apple, Motorola en IBM is ontworpen.
In 1998 introduceerde IBM de RS64-familie van processors. Deze cpu's waren 64-bits en geoptimaliseerd voor het gebruik in servers. De basis van deze processors was de PowerPC, hoewel er ook een hoop eigenschappen uit de POWER-architectuur werden meegenomen. De RS64 IV was de laatste processor die gebruik maakte van deze architectuur daar IBM in 2001 alle eigenschappen van de RS64 en de POWER3 architectuur liet samensmelten in de POWER4-architectuur. De opvolger van de POWER4 zal nog dit jaar uitkomen en is gebaseerd op de POWER5-architectuur. Net als de POWER4 zal deze ook een samensmelting zijn van twee verschillende architecturen: de POWER4 en de PowerPC. Iets dat niet heel erg moeilijk is, want de PowerPC 970 is niks anders dan een single-core-versie van de POWER4.
Uiteraard was al dit niet mogelijk geweest zonder de nodige kennis om chips te fabriceren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat IBM een van de eersten was om over te stappen van BJT (bi-junction transistor) naar CMOS (complementary metal-oxide semiconductor). IBM is ook de uitvinder van koper verbindingen tussen de transistors op een chip, silicon-on-isolator, het gebruik van een SiGe-legering om hele snelle bipolaire transistors te maken, strained silicium en het gebruik van low-k diëlectrics. Ondertussen maakt IBM niet alleen chips voor hun eigen producten, maar ook voor bijvoorbeeld nVidia, Cray, Nintendo en binnenkort zelfs Microsoft's X-box 2.
