Vandaag 10 mei 2004, is het precies vijftig jaar geleden dat de eerste siliciumtransistor het levenslicht zag. Op de tiende mei van 1954 werd namelijk tijdens de Amerikaanse conferentie voor vliegtuigelektronica deze transistor aan het publiek voorgesteld. Zeven jaar eerder was de transistor al ten tonele verschenen - waar de ontdekkers vijfentwintig jaar later de Nobelprijs voor kregen - maar hiervan was de hittebestendigheid niet bepaald goed te noemen. Het basiselement germanium kan niet goed overweg met hitte en onderzoek om dit te verbeteren leidde al snel naar silicium. Volgens één van de sprekers zou een doorbraak op dit gebied pas in 1956 plaatsvinden.
Dit werd echter gelogenstraft door de laatste spreker - Gordon K. Teal - een 47-jarige chemicus van Texas Instruments. Deze haalde namelijk uit zijn binnenzak drie kleine objecten en zei tot zijn publiek: "Contrary to what my colleagues have told you about the bleak prospects for silicon transistors, I happen to have a few of them here in my pocket." Texas Instruments was vier weken eerder al begonnen met de commerciële productie van siliciumtransistors, nadat de chemicus een werkende versie aan zijn baas had laten zien.
Inmiddels zijn de transistors in een ander vaarwater gekomen, zo zijn er transistors die uit DNA-moleculen bestaan, van plastic zijn en een glazen achtergrond hebben. De basiselementen silicium en germanium worden natuurlijk ook nog toegepast, zo laat Big Blue regelmatig via een persbericht weten, een nieuwe doorbraak te hebben bereikt op dit gebied. Verder is ook de grootte van de transistor danig veranderd. Waren deze eerst nog te zien op de handpalm, tegenwoordig is een grootte van 90nm normaal en zal de overstap naar 65nm niet lang meer duren. IBM - ja zij weer - heeft in 2002 zelfs een transistor van slechts 6nm groot onthuld, eentje die voor de iets verdere toekomst is bestemd.
