Christiaan Alberdingk Thijm, de advocaat van Kazaa, vindt dat er een heffing moet komen op het gebruik van P2P-sofware als Kazaa. Dat zou moeten gebeuren op een manier die vergelijkbaar is met de huidige heffingen op blanco beeld- en geluidsdragers. De advocaat stelt dat de afgelopen tijd voldoende is gebleken dat de rechter het gebruik van uitwisselsoftware niet aan banden zal leggen. Een actueel voorbeeld daarvan is de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak van Buma/Stemra tegen Kazaa. De rechter oordeelde dat Kazaa niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de verspreiding van illegale bestanden. Alberdingk Thijm vergelijkt die uitspraak met de situatie rondom videorecorders in het begin van de jaren tachtig.
Filmmaatschappij Universal had een zaak aangespannen tegen Sony omdat de verkoop van videorecorders onrechtmatig zou zijn. Het Amerikaanse Hooggerechtshof besliste toen in het voordeel van Sony. Die uitspraak leidde er uiteindelijk toe dat men overging tot het invoeren van een heffing op blanco videobanden, zodat de filmindustrie op die manier enige compensatie zou kunnen krijgen. Alberdingk Thijm denkt dat het met P2P-software op dezelfde manier zal gaan. Aangezien er waarschijnlijk geen rechterlijk verbod komt, is een heffing volgens hem wellicht een oplossing om de rechthebbenden op audio- en filmbestanden tegemoet te komen:
"De auteursrechtelijke belasting kan op verschillende manieren worden geheven: op harde schijven van computers, op cd-branders, op mp3-spelers, op breedbandige internetverbindingen of op de peer-to-peer software zelf."