Op de website van ID&T is een artikel verschenen, waarin gemeld wordt dat een brede coalitie van Europese muziekorganisaties pleit voor een lager BTW-tarief voor geluidsdragers. Dit lage tarief geldt nu al voor andere culturele producten, zoals boeken en kaarten voor een concert of bioscoopfilm. Uit onderzoeken in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Italië en Zweden blijkt dat ruim 58 procent van de ondervraagden meer cd's zou kopen als de BTW verlaagd zou worden. Volgens de NVPI, de branche-organisatie van de entertainmentindustrie, is de verlaging voor vrijwel iedereen gunstig. De muziekindustrie verkoopt meer, de consument betaalt minder en binnen twee jaar worden er zoveel extra cd's verkocht, dat de overheid ook geen inkomsten meer misloopt:
De BTW op geluidsdragers is in Nederland op dit moment 19% (het hoge tarief) terwijl andere culturele producten zoals boeken, tijdschriften en toegangsbewijzen voor musea, concerten en films in het lage tarief (6%) vallen. De EC herziet dit jaar de BTW Richtlijn, waarin ook de zogenaamde Annex H. is opgenomen. Op deze Annex H.-lijst staan alle producten waarvoor een land het lage tarief mág hanteren.
De onderstaande organisaties streven ernaar dat geluidsdragers daar ook onder vallen. De strijd om BTW-verlaging wordt in Nederland gesteund door het Muziek Platform Nederland (Buma; Conamus; Music Managers Forum; Nationaal Pop Instituut; NVGD; NVPI; SENA; Vereniging Nederlandse Poppodia) en de NMUV/VMN, vertegenwoordigers van de muziekuitgevers.