Bij Computable lezen we dat het ministerie van Economische Zaken meer dan 22 miljoen euro beschikbaar stelt voor het project NanoImpuls, dat zich bezighoudt met onderzoek naar nanotechnologie. Het project bestaat onder andere uit de Universiteit Twente, Universiteit van Amsterdam, Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven, Rijksuniversiteit Groningen, Katholieke Universiteit Nijmegen, Wageningen Universiteit en TNO-TPD, samen met een aantal Nederlandse bedrijven, waaronder Avantium, Asmi, Asml, DSM Research, Philips en Unilever. De voornamelijkste onderzoeksgebieden betreffen het beheren van zeer kleine vloeistofstromen, optische schakelingen, de spin van elektronen en het verkleinen van chips. Verwacht wordt dat er de komende jaren een grote vraag zal bestaan naar producten die op dergelijke technologieën gebaseerd zijn:
Volgens de kennisinstellingen ontstaat er de komende 25 jaar een enorme markt voor producten die voor een belangrijk deel zijn gemaakt met nanotechnologie. Nederland heeft dankzij zijn voorsprong op dit gebied kans om een groot deel van die markt te veroveren. "Nanotechnologie is zo'n belangrijke ontwikkeling dat samenwerking tussen universiteiten, andere kennisinstellingen én de industrie het parool moet zijn. Nederland behoort op een aantal terreinen van de nanotechnologie tot de wereldtop, zo blijkt uit onafhankelijke evaluaties.
Dat kunnen en móeten we zo houden door samen te werken", aldus professor David Reinhoudt, algemeen directeur van het Mesa+ Instituut van de Universiteit Twente en hoofd van het NanoImpuls-programma. NanoImpuls is een voorloper van NanoNed, een grootschalig programma op het gebied van nanotechnologie binnen Nederland, dat in voorbereiding is in het kader van Ices/KIS-3. Voor de projecten die onder deze derde investeringsimpuls in de kennisinfrastructuur vallen stelde de regering begin deze maand 850 miljoen euro beschikbaar.