Je beweert dat je woorden zorgvuldig kiest, maar je maakt fundamentele fouten in logica, geschiedenis én economie — en je verdraait kritiek tot karikaturen die je dan zelf omver duwt. Laat ik het puntsgewijs doen:
1. “Kolonialisme als voorwaarde voor industrialisatie”
Je stelt dat kolonialisme leidde tot de grootste ongelijkheid ooit, en dat het kapitaal uit kolonies de “eerste voorwaarde” was voor de industriële revolutie. Maar die redenering klopt historisch noch economisch.
Allereerst: de Britse industriële revolutie begon rond 1760 — vóór de grootschalige exploitatie van India en ver vóór het Britse rijk op volle sterkte was. Koloniaal kapitaal speelde hoogstens een versnellende rol, maar was niet de motor.
Als kolonies op zich voldoende waren, dan hadden Spanje en Portugal voorop gelopen. Die hadden enorme stromen goud, zilver en grondstoffen — en toch bleef industrialisatie daar uit. Je probeert dat weg te wuiven met “Spanje voerde te veel oorlogen,” maar dat is precies het punt: koloniale buit leidt nergens toe als het systeem waar het in terechtkomt rot is.
Spanje verbrandde haar koloniale rijkdom aan oorlog, nepotisme en kerken, juist omdat ze geen open kapitaalmarkten, innovatie-infrastructuur of eigendomszekerheid had. Je bevestigt dus onbedoeld precies waarom kolonialisme géén voldoende voorwaarde is.
Engeland had wél: patentrecht, private banking, handelskapitalisme, open kennisnetwerken, en politieke stabiliteit. Die combinatie — niet de buit uit kolonies — legde de basis voor industrialisatie.
Kortom: zonder koloniën was het misschien langzamer gegaan. Maar zonder steenkool, instituties, kapitaalmarkten en technologische innovatie was het nooit gebeurd.
2. “China liet handel toe, maar alleen als je komt smeken”
Tribuut is geen gewone handel. Het was een hiërarchisch systeem waarin China zichzelf superieur achtte en anderen als vazallen behandelde. Dat is geen vrijwillige marktparticipatie, maar een wereldbeeld waarin gelijkwaardige wederkerigheid werd afgewezen.
En nee, dat was geen vrijblijvende symboliek. In het tribuutsysteem moesten landen als Vietnam, Korea en Birma het kowtow-ritueel uitvoeren om vrede en handel te krijgen. Weigering leidde tot sancties of zelfs oorlog: Vietnam werd meerdere keren militair aangevallen door de Ming en Qing, Birma voerde vier oorlogen met China in de 18e eeuw, en Korea werd in 1636 gedwongen zich te onderwerpen aan Qing-China. Alleen wie boog, kreeg toegang — weigeraars riskeerden bloedvergieten. Dit was dus geen gelijkwaardig systeem, maar geopolitieke dominantie verpakt als cultuur.
3. “De EU stelt ook voorwaarden, dus net als China”
Je noemt Turkije en Servië als voorbeeld van “ideologische poorten”, maar dat is een kromme vergelijking.
- Toetreding tot een politieke unie als de EU vereist democratische normen. Logisch — het gaat om lidmaatschap van een beleidsvormende gemeenschap.
- Maar bedrijven hoeven geen democratie of ideologische loyaliteit te bewijzen om zaken te doen in Europa.
China daarentegen eist ideologische onderwerping en censuur ook voor gewone economische participatie. Geen toegang zonder dat je buigt voor hun politieke lijn.
De EU stelt voorwaarden op basis van wetgeving, transparantie en wederkerigheid. China gebruikt marktoegang als politiek pressiemiddel, blokkeert communicatieplatformen (Google, YouTube, WhatsApp), dwingt tot technologische overdracht, en sluit hele sectoren af.
Dat is geen “de EU doet het ook”-situatie. Het is autoritaire chantage versus gereguleerde markt.
4. “Lage consumptie is gewoon cultureel of door armoede”
China's hoge spaarquote is wel degelijk beleidsmatig gestuurd:
- Het ontbreken van een sociaal vangnet dwingt huishoudens tot hoge voorzorgssparen.
- Kapitaalcontroles en financiële repressie houden rentes laag.
- De overheid subsidieert productie boven consumptie.
Culturele factoren spelen een rol, maar de uitzonderlijk hoge spaarquote in China is beleidsmatig versterkt door het ontbreken van sociale zekerheid, kunstmatig lage rentes en beperkte investeringsopties.
5. “Je legt me woorden in de mond over Oeigoeren”
Je schreef letterlijk dat China “deed wat nodig was” en sprak over heropvoeding van mensen die tegen sociale harmonie zijn. Dat is exact het staatsnarratief waarmee het opsluiten van honderdduizenden mensen wordt gelegitimeerd.
Als je nu zegt dat je dat niet bedoelde, prima. Maar dan moet je je beter bewust zijn van wat je woorden impliciet goedpraten. Je verdedigt beleid dat in elke andere context als massale onderdrukking zou worden veroordeeld.
6. “Het Westen is rijk door roof, dus moet zwijgen over mensenrechten”
Dit is geen morele nuance, dit is intellectueel lui moreel relativisme.
Het verleden van het Westen mag kritisch besproken worden. Maar dat ontslaat geen enkel regime vandaag van verantwoordelijkheid voor onderdrukking, censuur, staatscontrole en dreiging tegen minderheden.
Jij komt niet met “zelfreflectie”, jij komt met een excuus:
“Jullie deden het vroeger ook, dus jullie mogen China nu niks verwijten.”
Dat is geen analyse, dat is een morele witwastruc
7. “G7-landen zijn rijk dankzij kolonialisme, niet dankzij democratie en vrijheid”
Een van je zwakste pogingen tot historisch gezag klinkt als volgt:
“Welke van de G7-landen hadden geen koloniaal verleden vóór WOII? Ze hadden in 1976 70% van de wereldeconomie, dus... zie je wel?”
Wat een domme redenatie en beter bekend als post hoc redenatie:
Ze hadden koloniën → ze zijn nu rijk → dus dat komt daardoor.
Maar:
- Spanje had een gigantisch koloniaal rijk — en eindigde als arm schuldenland.
- Portugal had Brazilië en Angola — maar nauwelijks structurele ontwikkeling.
- België had Congo — barbaarse exploitatie, maar zonder langdurige economische winst.
- Italië had Libië en Somalië — rijkdom? Nergens te bekennen.
- Japan was imperialistisch — maar haar economische bloei begon pas ná WOII, onder democratische hervormingen.
Wat wél overeenkomt bij succesvolle G7-landen:
- Open kapitaalmarkten
- Private eigendomsrechten
- Technologische innovatie
- Onderwijs en kennisinstellingen
- Rechtszekerheid en ondernemingsvrijheid
Dát zijn de fundamenten van hun groei — en ja, vrijheid en democratie speelden daarin een cruciale rol. Niet als slogans, maar als structurele voorwaarden voor duurzame ontwikkeling.
Jij schuift dat gemakzuchtig aan de kant met een sneer over “vermeende morele superioriteit”, maar het is duidelijk dat je je liever vastklampt aan schuld uit het verleden dan verantwoordelijkheid in het heden — tenzij het over de CCP gaat, want dan blijkt geschiedenis ineens alleen nog te bestaan zoals die in het partijboekje staat opgetekend.
Samenvattend:
Je gebruikt halve waarheden, historische simplificaties en valse equivalenties om het beleid van de CCP te normaliseren. Kritiek op China is geen excuus voor westerse arrogantie — maar jouw poging om elk tegenargument af te doen als hypocrisie is even doorzichtig als voorspelbaar.
Wil je serieus genomen worden, dan begin je met erkennen dat autoritaire systemen gewoon autoritair zijn — en geen cultureel alternatief of “andere voorwaarden”. Wat China vandaag doet is geen onvermijdelijk gevolg van geschiedenis, maar een bewuste keuze voor controle, onderdrukking en censuur. En wie dat goedpraat onder het mom van historische balans, maakt zich medeplichtig aan normalisering van dictatuur.
Opvallend trouwens hoe graag je wél gebruikmaakt van de vrijheid van meningsuiting, rechtszekerheid en platformen als Tweakers — maar diezelfde rechten elders systematisch bagatelliseert of verdedigt wanneer ze worden onderdrukt.