De Nederlandse Rechtspraak heeft een strategie vastgesteld voor het gebruik van AI binnen het rechterlijke domein. De Rechtspraak ziet veel potentie in het gebruik van AI, maar wil het vooralsnog alleen inzetten bij laagrisicoprocessen.
De Rechtspraak ziet naar eigen zeggen het belang om mee te gaan in de ontwikkelingen rond AI, omdat het veel potentie biedt. Denk aan het maken van planningen, het pseudonimiseren van uitspraken of het automatisch samenvatten van uitspraken op B1-taalniveau. Maar AI brengt ook risico's met zich mee, benadrukt de Rechtspraak. Zo heeft AI het potentieel om de rechterlijke autonomie direct en indirect te beïnvloeden. Daar wordt in de Europese AI-verordening al rekening mee gehouden, door strenge eisen te stellen aan de inzet van AI in het rechterlijke domein. "Eisen waaraan huidige beschikbare AI-toepassingen nog niet voldoen", zegt de Rechtspraak.
Om verantwoord met AI om te gaan, heeft de Rechtspraak een tienpuntenplan opgesteld. Als onderdeel daarvan wil de organisatie AI vooralsnog alleen gebruiken bij laagrisicoprocessen. Het gaat dan specifiek om toepassingen die buiten het rechterlijke domein vallen, zoals een chatbot die bezoekers van de website ondersteunt bij het zoeken naar informatie. "Door een 'learning-by-doing'-benadering wordt kennis en kunde opgebouwd, zowel technisch als juridisch en organisatorisch. Hiermee wordt een stevige basis gelegd om in de toekomst te kunnen voldoen aan de strenge eisen die worden gesteld aan hoogrisico-AI."
Verder ontwikkelt de Rechtspraak een afwegingskader voor het gebruik van AI, waarop onafhankelijk toezicht moet komen. Ook worden visies, reglementen en afspraken opgesteld en wordt geïnvesteerd in voorlichting en training voor de omgang met AI. De Rechtspraak wil daarnaast blijven investeren en participeren in publieke initiatieven, blijven experimenteren en investeren in een data- en AI-platform dat kan opschalen om daadwerkelijk toegevoegde waarde te leveren voor gerechten en rechtzoekenden.
De Rechtspraak belooft verder werk te maken van het voortdurend verbeteren van de kwaliteit en beschikbaarheid van rechtspraakgegevens, 'omdat we beseffen dat deze randvoorwaardelijk zijn voor het gebruik van AI'. Tot slot zorgt de organisatie voor adequate besturing en monitoring van AI-projecten en AI-toepassingen, bijvoorbeeld door transparant te zijn over de inzet van AI.