Het Witte Huis heeft eindelijk haar strategie tegen cybercriminaliteit prijsgegeven aan de buitenwereld. Het 64 pagina's tellende plan - National Security to Secure Cyberspace - geeft richtlijnen aan, hoe men het internet moet beveiligen. Over het algemeen komt het erop neer dat de verantwoording bij de private sector en de burgers ligt en dat de overheid slechts richtlijnen vastlegt. De reden hiervoor is, dat 85 procent van de kritieke nationale infrastructuur in handen is van de private sector.
Zo zullen ISP's, computerfabrikanten, softwareontwikkelaars, computercalamiteitenteams en de ISAC's (Information Sharing and Analysis Center) gezamenlijk een Cyberspace Network Operations Center (CNOC) opzetten. Het CNOC zal voor de continuïteit van het internet moeten zorgen en of dat op een fysieke of virtuele manier gaat gebeuren moet nog worden besloten. Daarnaast zullen de ordehandhavingdiensten en de Amerikaanse veiligheids-diensten het internet monitoren, zodat zij een cyberaanval op nationale schaal of tegen de overheid kunnen detecteren en stoppen.
"We rely on cyberspace, and it is not yet secure," Clarke said. "We know the vulnerabilities, and we know the solutions. Let us all work together. The government cannot dictate. The government cannot mandate. The government cannot alone secure cyberspace," Clark said at the event.
In Amerika is gemengd gereageerd op het rapport National Security to Secure Cyberspace. Zo stemt de industrie in met het plan. Zij voelt dat haar belangen gewaardeerd worden en vindt het plan een goed begin om gezamenlijk de veiligheid van cyberspace te garanderen. Het CSIS (Center for Strategic and International Studies) heeft een andere mening over het plan en vindt dat de regering Bush niet ver genoeg gaat. Vrijwilligheid leidt tot niets, er zouden bepalende wetten moeten worden vastgesteld, zodat iedereen verplicht is zijn steentje bij te dragen aan de veiligheid van cyberspace, aldus het CSIS.