Nederlandse overheidsorganisaties hebben beperkt zicht op welke clouddiensten ze zelf gebruiken. Dat blijkt uit een inventarisatie van de Algemene Rekenkamer. In een kwart van de gevallen is het niet eens bekend of het gaat om een publieke aanbieder als Amazon of Google.
Van de 1588 clouddiensten zitten er 477 bij een overheidsdatacenter of andere 'private cloud'-aanbieder. Bij 700 diensten gaat het om een 'public cloud'-aanbieder als Amazon, Google of Microsoft, meldt de Algemene Rekenkamer. Bij 411 is het niet eens bekend bij de ministeries zelf of het gaat om een 'public' of 'private' aanbieder, of een hybride vorm.
Van die 700 clouddiensten bij 'public cloud'-aanbieders, zijn er 126 'materieel', dus belangrijk voor de dienstverlening van de organisatie. Bij twee derde van die 126 clouddiensten heeft het betrokken ministerie van tevoren geen risicoanalyse gemaakt voor het gebruik van een publieke cloudaanbieder.
Volgens de Algemene Rekenkamer bestaan die risico's wel degelijk. Zo kan informatie die ministeries opslaan bij een Amerikaans bedrijf bij de Amerikaanse overheid belanden via informatieverzoeken, kunnen publieke bedrijven te maken krijgen met hacks waardoor informatie op straat komt te liggen of kan een aanbieder zich uit de markt terugtrekken of failliet gaan.
"We concluderen dat de betreffende ministeries onvoldoende maatregelen nemen om de soevereiniteit, continuïteit van dienstverlening en gegevensbescherming te waarborgen in public cloud-contracten", concludeert de Rekenkamer. "Het risico bestaat dat het Rijk producten of diensten voor burgers en bedrijven niet kan blijven leveren. Ook bestaat het risico dat gegevens van burgers en bedrijven onvoldoende beschermd zijn en kunnen worden misbruikt door kwaadwillenden en statelijke actoren."