De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft contact weten te leggen met de Voyager 1 via een back-upradiotransmitter die voor het laatst in 1981 is gebruikt. De ruimtesonde schakelde zijn hoofdradiozender uit om energie te besparen, waardoor het contact met NASA werd verbroken.
NASA kwam er op 18 oktober achter dat de communicatie met de Voyager 1 was verbroken, toen de ruimtesonde ongebruikelijk lang niet reageerde op instructies. De organisatie ontdekte dat de sonde geen signalen meer verstuurde via de X-bandzender, omdat de Voyager zelfstandig was overgeschakeld naar de lagere S-bandfrequenties. Het ingebouwde beveiligingssysteem van het ruimtevaartuig deed dit om energie te besparen en operationeel te blijven.
De secundaire S-bandradiotransmitter van de Voyager 1 was al 43 jaar inactief. Omdat de ruimtesonde zich inmiddels op meer dan 24 miljard kilometer van de aarde bevindt, wisten de ingenieurs van NASA niet zeker of ze het zwakkere signaal van deze zender konden opvangen met de schotelantennes van het Deep Space Network. Uiteindelijk lukte het om contact te leggen, al is het nog niet duidelijk waarom de Voyager overschakelde naar deze radiotransmitter. De ruimtevaartorganisatie zegt dat het nog weken kan duren voordat de onderliggende problemen zijn gevonden en de Voyager weer via de X-band kan communiceren.
Voyager 1 en 2 verlieten de aarde in 1977 en bevinden zich inmiddels buiten het zonnestelsel. De Voyager-missie is de langstlopende actieve ruimtemissie van NASA. De sondes kampen de laatste jaren vaker met problemen. Zo ging in 2022 een computer van de Voyager 1 kapot en stopte de sonde in 2023 een aantal maanden met het versturen van data naar de aarde door een defecte chip. De Voyager 2, waarmee het contact vorig jaar nog een keer verloren ging, zou momenteel nog goed functioneren. Wel heeft NASA in het verleden warmte-elementen en andere niet-essentiële onderdelen uitgeschakeld om de resterende energievoorraden zo lang mogelijk te rekken.