De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft de normale activiteiten van de Voyager 1 hervat. Een maand geleden schakelde de hoofdradiozender uit, waardoor de sonde gegevens moest versturen via de secundaire back-upradiotransmitter. Die is zwakker en was al 43 jaar inactief.
NASA schrijft dat het eerder deze maand de primaire X-bandzender opnieuw heeft geactiveerd, waardoor er vanaf 18 november opnieuw data kon worden verzameld. Momenteel zijn ingenieurs nog enkele kleine taken aan het uitvoeren om de Voyager 1 terug te brengen naar de staat waarin de sonde zich bevond voor de problemen. Dit omvat onder meer het resetten van het systeem dat de drie on-board computers synchroniseert.
De ruimtevaartorganisatie stelde op 18 oktober vast dat de Voyager 1 niet langer reageerde op instructies. Dat kwam doordat de sonde ter beveiliging zijn X-bandzender had uitgeschakeld nadat ingenieurs een warmte-element hadden geactiveerd. Het systeem deed dat om energie te besparen. De beveiliging zou normaal gezien in dat geval eerst andere niet-essentiële instrumenten moeten uitschakelen, maar schakelde toch over op de zuinigere en zwakkere S-bandradiotransmitter omdat zij alle andere systemen al had gedeactiveerd.
Voyager 1 verliet de aarde in 1977 en bevindt zich inmiddels buiten het zonnestelsel. Elk jaar verliest de sonde zo'n 4 watt aan vermogen door het verval van het aanwezige plutonium, waarvan de warmte wordt omgezet in elektriciteit. Om deze reden koos NASA er in 2019 voor om de verwarmingselementen van wetenschappelijke instrumenten uit te zetten. Opmerkelijk genoeg werd de werking van die instrumenten niet verstoord, zelfs bij lagere temperaturen dan waarop ze getest waren.