De Amerikaanse Federal Trade Commission mag een privacyzaak tegen Facebooks moederbedrijf Meta heropenen, hoewel het bedrijf eerder al een boete van 5 miljard dollar heeft gekregen in die zaak. Dat heeft een Amerikaanse rechter besloten.
De FTC en het toenmalige Facebook sloten in 2020 een privacyovereenkomst in een rechtszaak over Meta's rol in het Cambridge Analytics-schandaal. Onderdeel van die overeenkomst was een boete van 5 miljard dollar. Ook moest Meta voldoen aan een aantal strikte regels voor de privacy van gebruikers.
De Amerikaanse toezichthouder concludeerde afgelopen mei dat Meta die regels geschonden heeft. De FTC wil daarom de rechtszaak heropenen en de regels strenger maken. Zo zou Meta niet mogen profiteren van data die het verzamelt van gebruikers onder de achttien en moet het nadrukkelijk toestemming van de gebruiker hebben voor toekomstig gebruik van gezichtsherkenningstechnologie. De FTC wil verder dat Meta eerst schriftelijke toestemming van een onafhankelijke privacybeoordelaar moet krijgen voordat het nieuwe of gewijzigde producten, diensten of functies op de markt mag brengen. Op die manier moet verzekerd worden dat Meta voldoet aan het privacybevel uit 2020.
Meta probeerde het heropenen van de zaak te blokkeren door de FTC aan te klagen. Een Amerikaanse rechter heeft nu besloten dat de zaak toch heropend mag worden, schrijft Reuters. Volgens de rechter impliceren de zorgen van de FTC 'belangrijke publieke belangen'. Ook benadrukt de rechter dat Meta bezwaar kan maken tegen de beslissingen van de FTC.
Meta zegt in een verklaring tegenover Reuters dat de rechtbank 'niet ingaat op de inhoud van de beschuldigingen van de FTC, die ongegrond zijn'. De toezichthouder wilde niet op de beslissing van de rechtbank reageren.