Het Amerikaanse Office of the National Cyber Director vraagt in samenwerking met het Witte Huis aan programmeurs om in principe alleen nog programmeertalen te gebruiken die memorysafe zijn. Rust is een van de talen die als geschikt geldt, terwijl C en C++ als onveilig worden beschouwd.
Het ONCD zegt in een persbericht dat de technische sector proactief 'volledige categorieën kwetsbaarheden' kan vermijden door te stoppen met het gebruiken van bepaalde programmeertalen. Daarom roept het overheidsorgaan programmeurs in het bijbehorende rapport op om te stoppen met het gebruik van onder meer C en C++. Het Witte Huis redeneert dat het gebruik van talen die memorysafe zijn, in bijna alle gevallen mogelijk en schaalbaar is.
In het rapport worden uiteenlopende prominente voorbeelden van virussen, exploits en kwetsbaarheden genoemd als gevolg van het gebrek aan geheugenbeveiliging, waaronder de Morris- en Slammer-wormen, Heartbleed, Trident en Blastpass. Deze cyberbeveiligingsproblemen zouden veroorzaakt zijn door geheugentoegangkwetsbaarheden. Microsoft bevestigde dit in 2019; ongeveer 70 procent van alle beveiligingspatches van de softwaregigant had betrekking op het verbeteren van geheugenbeveiliging.
Memorysafety beschrijft de beveiliging of eventuele kwetsbaarheid van geheugentoegang van software. Onder meer bufferoverflow- en geheugenlekaanvallen maken misbruik van gaten in de geheugenbeveiliging en kunnen daarmee bijvoorbeeld willekeurige code uitvoeren om een systeem te compromitteren. Veel moderne programmeertalen ondersteunen de mogelijkheid om bounds checks uit te voeren, wat een taal memorysafe kan maken.