Softwarepionier Niklaus Wirth is overleden. Hij was de grondlegger van negen programmeertalen, waaronder Pascal. Wirth won daarnaast een Turing Award en werd gezien als een van de grondleggers van modern programmeren.
De in Zwitserland geboren computerwetenschapper stierf op 1 januari dit jaar op 89-jarige leeftijd, bevestigt technologie-instituut ETH Zürich, waar Wirth aan verbonden was. Niklaus Wirth behaalde daar zijn diploma in 1959 en haalde verder een mastergraad aan de Laval-universiteit in Quebec en een doctoraat aan Berkeley in Californië. In die tijd schreef hij twee programmeertalen: Euler en PL/360 voor de IBM 360. Die waren beide gebaseerd op Algol. Vanwege zijn werk aan die programmeertalen werd Wirth gevraagd om aan een opvolger van Algol-60 te werken. In die hoedanigheid schreef Wirth Algol-W, dat hij later ombouwde tot de bekendere programmeertaal Pascal, in 1970 door hem uitgebracht.
Wirth werkte in zijn verdere carrière nog aan diverse andere programmeertalen, waaronder Modula en Modula-2, en in 1987 Oberon, dat tot 2020 nog stable releases ontving.
Niklaus Wirth was een invloedrijke figuur in de wereld van programmeertalen. Hij stond er onder andere om bekend code zo compact en efficiënt mogelijk te willen schrijven. Daar schreef hij verschillende pleidooien voor.
In 1984 ontving Wirth als eerste en vooralsnog enige Duitstalige wetenschapper een Turing Award, een van de hoogste onderscheidingen in de computerwetenschappen. Het comité reikte die award aan hem uit vanwege zijn werk aan Euler, Algol-W, Modula en Pascal, en vooral vanwege zijn 'fundament voor toekomstige computertalen, -systemen en architectuuronderzoek'.