Een Amerikaanse federale rechter heeft het algehele TikTok-verbod van de staat Montana voorlopig tegengehouden. Het gaat om een tussentijdse uitspraak, maar de rechter noemt de wet in de huidige vorm 'op meerdere manieren ongrondwettelijk'.
Volgens de rechter, Donald Molloy, maakt het verbod op TikTok in de Amerikaanse staat Montana inbreuk op het eerste amendement van de Amerikaanse grondwet, zo schrijft The Washington Post. Het verbod zou 300.000 gebruikers de mogelijkheid ontzeggen tot 'communicatie en uiting op een manier naar keuze', wat onder de vrijheid van meningsuiting van de grondwet valt. Molloy stelt dat de wet waarschijnlijk zelfs bij 'milde doorlichting' al niet aangenomen zou kunnen worden.
De volledige rechtszaak gaat op een vooralsnog onbepaald moment verder. Dezelfde rechter zal dan een uitspraak doen. De staat Montana heeft tijdens die rechtszaak nog wel de mogelijkheid om verdere argumenten en bewijzen aan te dragen. Verschillende experts zeggen daarentegen tegen de krant dat het 'onwaarschijnlijk' is dat Molloy zijn oordeel gaat aanpassen. De wet zou onder meer 'technisch incompetent' zijn. De rechter zegt dat de wetgeving zeer inconsistent is; de wet zou aangenomen zijn om China een lesje te leren, niet om de burger te beschermen. Hij stelt dat de staat hetzelfde had kunnen bereiken door datavergaring en -uitwisseling door TikTok aan banden te leggen.
Sinds de introductie van de wet is er dan ook veel kritiek op een algehele verbanning van TikTok. De huidige rechtszaak werd door ByteDance aangespannen, het moederbedrijf van het sociale medium. Ook zowel gebruikers als contentcreators hebben rechtszaken tegen de staat aangespannen. In dat laatste geval bleek dat TikTok de makers sponsort; de aanklagers werden zo gestimuleerd om zich in de rechtszaal te beroepen op hun grondrechten, wat TikTok als bedrijf niet kan doen.
Onder de in mei aangenomen wet, die in januari van 2024 in zou gaan, zouden aanbieders van TikTok een boete van 10.000 dollar per dag kunnen krijgen. Hierdoor werd het gebruik van de app niet strafbaar voor gebruikers, maar voor platformen die de app aanbieden, zoals Google met de Play Store en Apple met de App Store.