Apple heeft het bestaande programma voor goedgekeurde externe reparatiebedrijven uitgebreid. Dit programma voor onafhankelijke bedrijfjes was tot nu toe gericht op de reparatie van iPhones, maar dat is nu uitgebreid naar Mac-computers.
Jeff Williams, de chief operating officer van Apple, heeft in een verklaring aan Reuters bevestigd dat Mac-gebruikers nu ook gebruik kunnen maken van de door hem omschreven 'handige en betrouwbare repareerervaring'. Dit betekent dat Mac-gebruikers voor een reparatie in theorie ook gebruik kunnen maken van onafhankelijke, goedgekeurde bedrijven en dus niet enkel meer zijn aangewezen op Apple of een door Apple geautoriseerde dienstverlener. Volgens Apple is het aanmelden en het afnemen van de reparatietraining gratis, al zijn nadere details nog onbekend, zoals welke bedrijven toegelaten worden, welke onderdelen zij krijgen en welke beperkingen er al dan niet gelden.
Conform het programma krijgen onafhankelijke bedrijven officiële onderdelen en training, wat nu dus ook zal gelden voor de reparatie van iMacs. Het programma werd een jaar geleden in het leven geroepen voor iPhones en brengt met zich mee dat de bedrijven dezelfde materialen en tools krijgen als Apple Authorized Service Providers. De onafhankelijke reparateurs mogen alleen producten repareren die niet meer binnen de garantie vallen. Sinds juli staat het programma ook open voor bedrijven uit 32 Europese landen, waaronder Nederland en België.
Apple startte het programma voor onafhankelijke reparateurs na de kritiek die het bedrijf kreeg omdat het blokkades op zou werpen voor derde partijen om de producten te kunnen repareren. Het bedrijf verzet zich in twintig Amerikaanse staten tegen wetgeving die een right to repair in het leven roept, maar Apple lijkt er desondanks geen eenduidig beleid op na te houden. Uit recent door het US House Judiciary Committee naar buiten gebrachte interne Apple-e-mails blijkt dat het bedrijf tegelijkertijd reparatiehandleidingen heeft gepubliceerd zonder dat daar toestemming voor was.