Microsoft gaat zijn gezichtsherkenningstechnologie niet aan politiediensten verkopen als het gebruik ervan niet is gereguleerd door de overheid. Het bedrijf zegt daarnaast dat mensenrechten beschermd moeten worden als de software wordt ingezet.
Microsoft-president Brad Smith zegt tegen The Washington Post dat het bedrijf al twee jaar op deze kwestie is gefocust. Smith zegt uit principieel oogpunt dat de overheid het gebruik van de software moet reguleren. Microsoft verkoopt op dit moment dan ook geen gezichtsherkenningssoftware aan Amerikaanse politiediensten. Pas als de nationale wetten in werking zijn gesteld, gaat Microsoft de software aan de politiediensten verkopen.
Tegelijkertijd zegt Smith te kijken naar 'extra beoordelingsfactoren', zodat Microsoft ook meer met de software kan doen dan het nu doet. Aan wat voor 'extra scenario's' Smith denkt, wordt uit het interview niet duidelijk. Hij benadrukt wel dat het gebruik van gezichtsherkenningssoftware moet worden gebonden aan wetten die het beschermen van mensenrechten voorop hebben staan. Daarvoor roept hij de Amerikaanse politiek op om in actie te komen. Dat is volgens Smith noodzakelijk om mensenlevens te redden.
Het is niet voor het eerst dat Microsoft overheden vraagt om gezichtsherkenning te reguleren. In 2018 riep het bedrijf Europa op om de software te reguleren en vroeg het de Verenigde Staten om regels rondom gezichtsherkenning te introduceren. Het gebruik van gezichtsherkenningssoftware is deze week in het nieuws gekomen, nadat zowel Amazon en IBM aankondigden maatregelen rondom de software te nemen. IBM stopt helemaal met de software; Amazon gaat het een jaar lang niet aan politiediensten leveren. Beide bedrijven noemen ethische bezwaren als reden om met de maatregelen te komen.