Nederlanders maken weinig gebruik van de P1-poort op hun slimme meter om inzicht in hun energiegebruik te krijgen. Uit onderzoek van Netbeheer Nederland, onder meer onder energieleveranciers, blijkt dat burgers te weinig geïnformeerd worden over de mogelijkheden.
Netbeheer Nederland deed onderzoek onder vijftig netbeheerders, overheden, en 'marktpartijen' naar het gebruik van de poort door consumenten. Daaruit blijkt dat slechts een vijfde van de Nederlandse huishoudens met een slimme meter de P1-poort ook daadwerkelijk gebruikt.
In Nederland moeten slimme meters voldoen aan de Dutch Smart Meter Requirements-standaard. Daarmee kunnen gebruikers met een RJ11-connector en een extern apparaat zelf de data van hun meter uitlezen en lokaal opslaan.
Uit het onderzoek blijkt dat slechts weinig consumenten geïnteresseerd zijn in het aflezen van hun data. "Vooral hobbyisten zouden hierin interesse hebben", staat in het onderzoek. Consumenten zien het nut er niet van in en weten niet hoeveel energie ze ermee kunnen besparen.
Een ander probleem is dat de hardware er nog niet is of dat consumenten die niet weten te vinden. De netbeheerders zelf mogen geen afleesapparatuur aanbieden, waardoor klanten zijn aangewezen op hun energieleverancier of op opensourceprojecten zoals P1 Monitor of Domoticz.
De kosten van zulke hardware wegen volgens de ondervraagden wel op tegen de energiebesparing die ermee kan worden gerealiseerd, maar consumenten moeten beter worden voorgelicht over de beschikbaarheid van die mogelijkheden.
In het onderzoek wordt aangeraden dat de netbeheerders beter samenwerken met energieleveranciers om consumenten voor te lichten. Ook zou het gemakkelijker moeten worden de afleesapparatuur draadloos te maken, zodat de data via een app te bekijken is en niet per se via een hardwaredisplay.
Ook pleit het onderzoek voor meer internationale technische standaarden voor de poort. Er wordt naar België verwezen, waar onlangs de S1-poort werd geïntroduceerd die data met een hogere frequentie doorgaf. In Nederland stuurt de P1-poort in veel gevallen data iedere tien seconden door in plaats van in real time, al is dat met het nieuwere DSMR-5 elke seconde.