De Tweede Kamer heeft een wetsvoorstel aangenomen waarmee de Minister van Economische Zaken de mogelijkheid krijgt om een overname van een Nederlandse telecommunicatiepartij te verbieden. Dat kan bij een bedreiging van het publieke belang.
Tijdens de plenaire vergadering heeft de Tweede Kamer donderdag in zijn geheel voor het wetsvoorstel gestemd. De wet is aangenomen en gaat nu door naar de Eerste Kamer, waar er ook nog over gestemd moet worden.
Met de zogeheten Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie wordt de Telecommunicatiewet gewijzigd, in de zin dat het een nieuw hoofdstuk 14a krijgt. Het idee is dat daarmee wordt voorkomen dat een op basis van geopolitieke motieven handelende partij zodanige zeggenschap verwerft in de telecommunicatie-infrastructuur en -diensten dat daar misbruik van kan worden gemaakt. Zo zou de zeggenschap gebruikt kunnen worden om de Nederlandse overheid onder druk te zetten, door de dreiging vitale delen van de infrastructuur uit te laten vallen. Daarnaast kunnen er risico's optreden voor de vertrouwelijkheid van communicatie bij zo'n overname.
De norm waar het in de wet om draait is overwegende zeggenschap. Alleen zeggenschap is dus niet vatbaar voor een verbod. Bij overwegende zeggenschap gaat het om die mate van zeggenschap die er toe kan leiden dat de partij die zeggenschap verwerft daadwerkelijk controle krijgt over de telecommunicatiepartij. Wanneer er sprake van overwegende zeggenschap is, kan verschillen. Hier is bijvoorbeeld sprake van als een partij minimaal dertig procent van de aandelen in handen krijgt of in staat is om meer dan de helft van de bestuurders of commissarissen te benoemen of ontslaan. Om toezicht te houden op relevante overnames in de telecommunicatiesector, is in de wet een meldplicht opgenomen, zodat een overnamepartij zich bij zijn voornemen van het verkrijgen van overwegende zeggenschap moet melden bij de minister.
In de Memorie van Toelichting wordt de uiteindelijk afgeblazen poging van América Móvil om KPN over te nemen in september 2013 genoemd. Dat was de aanleiding voor de regering om zich af te vragen wat de overname van een telecommunicatiebedrijf betekent voor het borgen van de publieke belangen. De conclusie luidde dat aanvullende wetgeving nodig is om de nationale veiligheid en openbare orde te kunnen beschermen. Het idee is dat het niet meer vanzelfsprekend is dat de zeggenschap in Nederlandse telecommunicatiebedrijven vooral in handen is van partijen die in deze bedrijven deelnemen op bedrijfseconomische gronden. Volgens de regering hebben de verschuivende economische machtsverhoudingen in de wereld de kans vergroot dat het verwerven van zeggenschap mede wordt ingegeven door geopolitieke belangen.