Het aantal malware-infecties met een cryptominer erin is in Zuidoost-Azië met zeker 78 procent gedaald na een grote operatie van Interpol. De politiediensten van verschillende landen spoorden geïnfecteerde apparaten op, en brachten slachtoffers op de hoogte van de hacks.
De sterke daling gebeurde na wat Interpol Operation Goldfish Alpha noemt. Tijdens die operatie werkte Interpol samen met de politiediensten van Brunei, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar, de Filippijnen, Singapore, Thailand en Vietnam. Tijdens de operatie werd negen maanden lang in kaart gebracht waar in die landen er geïnfecteerde routers stonden. Het ging daarbij specifiek om MikroTik-routers, waar een bekende kwetsbaarheid in zit. Er werden zeker 20.000 routers gevonden waar een cryptominer op draaide. Volgens Interpol was dat aantal goed voor 18 procent van alle geïnfecteerde routers wereldwijd.
De politiediensten werkten samen om de routers op te sporen en vervolgens de slachtoffers te waarschuwen. Ook stuurden zij beveiligingsupdates voor de router naar de slachtoffers zodat die apparaten niet meer in het botnet konden worden opgenomen. Op die manier wist Interpol het aantal geïnfecteerde routers met 78 procent te verminderen. De politiedienst zegt nog steeds bezig te zijn met het opsporen en opschonen van de routers. Interpol werkte samen met private beveiligingsbedrijven, met name Trend Micro en het Cyber Defense Institute. Zij ondersteunden de operatie met informatie en analyses over cryptojacking. Bij dat proces wordt een cryptominer op een computer of IoT-apparaat geplaatst die cryptovaluta mijnt. Bij grote aantallen apparaten kunnen criminelen daar veel geld mee verdienen, met name als zij bedrijfsnetwerken weten te infecteren. Volgens Interpol is cryptojacking een misdaad waar de politiediensten vaak nog weinig vanaf weten. "Operation Goldfish Alpha is ook bedoeld om meer kennis op te doen over cryptojacking, zoals hoe het te herkennen en te voorkomen is", schrijft Interpols directeur van de cybercrime-unit Craig Jones.