Het Europese Hof van Justitie oordeelt dat Airbnb niet een vastgoedmakelaar is, maar een informatiedienst. Dit betekent dat Airbnb onder Europese regels valt en een lidstaat niet zelf zomaar beperkingen kan opleggen. Daarmee volgt het Hof het advies van de advocaat-generaal.
Het Hof komt tot die conclusie doordat Airbnb naast accommodatiediensten, ook andere diensten levert. Zo heeft de site een tool gemaakt waarmee bezoekers eenvoudiger kunnen zoeken naar te huur staande accommodaties, zo schrijft het Hof. Daarmee kunnen huurders makkelijker toekomstige huurcontracten afsluiten. Daarnaast hebben huurders en verhuurders de dienst van Airbnb niet nodig, omdat ze ook gebruik kunnen maken van 'talrijke andere kanalen', zo zegt het Hof.
In 2017 besloot het Hof nog dat Uber geen techbedrijf is maar juist een vervoersbedrijf. Het Hof schrijft nu echter dat het verschil tussen Uber en Airbnb is, is dat Airbnb geen 'beslissende invloed uitoefent op de accommodatiediensten'. Zo bepaalt Airbnb niet hoeveel huur de verhuurders vragen, of welke accommodaties er op het platform aanwezig zijn. Daardoor kwalificeert het Hof de dienst niet als vastgoedmakelaar, maar als informatiedienst.
Concreet betekent dit dat beperkingen op de activiteiten van Airbnb door lidstaten alleen zijn toegestaan als de Europese Commissie daarmee instemt. Dat zegt een woordvoerder van het Hof tegen RTL Nieuws. In sommige landen en steden zorgt Airbnb voor overlast, de gemeente Amsterdam probeert bijvoorbeeld de verhuur via Airbnb te reguleren, zo schrijft de nieuwssite. Mogelijk bemoeilijkt deze uitspraak dit.
De uitspraak van het Hof volgt op een rechtszaak tussen Airbnb en een Franse toerismevereniging. De vereniging vond dat Airbnb zich niet aan de Franse regels hield. De Franse rechter stelde vragen aan het EU-Hof en zal zich na deze uitspraak nogmaals over de kwestie buigen.