In een advies aan het Hof van Justitie zegt de advocaat-generaal dat Airbnb niet beschouwd kan worden als een vastgoedmakelaarsbedrijf, maar als een informatiedienst. Daarmee valt het onder EU-regels en kan een lidstaat niet zomaar beperkingen opleggen.
Advocaat-generaal Maciej Szpunar komt tot de conclusie dat Airbnb te beschouwen is als een informatiedienst, omdat het gaat om een dienst waarbij potentiële gasten met verhuurders worden verbonden via een elektronisch portaal, in een situatie waarin de aanbieder van deze dienst geen controle kan uitoefenen op de essentiële procedures en zaken die nodig zijn voor deze dienst. Aldus kan Airbnb niet als vastgoedmakelaar worden aangemerkt.
Dat betekent dat een specifieke Franse wet over vastgoedtransacties niet zomaar mag worden toegepast. Het gaat hier namelijk om een dienst, Airbnb, die juridisch in een andere lidstaat is gevestigd, in dit geval Ierland. Een EU-lidstaat mag met eigen, nationale wetgeving niet zomaar ingrijpen bij een informatiedienst van een andere lidstaat, omdat dat de Europese vrijheid van diensten kan aantasten. Als hiermee het vrij bewegen van een dienst uit een andere EU-lidstaat wordt ingeperkt, mag dat alleen van geval tot geval worden gedaan en moet de Europese Commissie hierover worden ingelicht. Bovendien mag de Franse maatregel alleen worden toegepast als deze noodzakelijk is in het licht van de bescherming van consumenten en mag deze niet verdergaan dan wat nodig is om het doel te bereiken.
Dit betreft een advies van de advocaat-generaal van het Hof van Justitie. Dat is in gang gezet, omdat een Franse rechter in deze zaak vragen heeft gesteld over hoe deze kwestie juridisch moet worden beoordeeld in het licht van de Franse regels en de EU-regels. Later dit jaar moet het Hof zich over deze kwestie buigen. Daarbij kunnen de rechters het advies van Szpunar naast zich neerleggen en anders oordelen, maar conclusies van de advocaat-generaal zijn gezaghebbend en worden veelal opgevolgd door het Hof.