Zestien studenten van de TU Delft hebben als onderdeel van het Vattenfall Solar Team hun nieuwste zonneauto gepresenteerd. De NunaX moet in de Challenger-klasse van de Bridgestone World Solar Challenge opnieuw de buit binnenhalen.
Volgens het team heeft het de vorige editie van de race mede gewonnen door een kleiner model te gebruiken, maar deze keer zetten meer teams een relatief kleine zonneauto in. De NunaX is ten opzichte van de Nuna9 van twee jaar geleden weer een stukje lichter en kleiner gemaakt. Met 135kg is het volgens de Delftse studenten de lichtste auto ooit. De NunaX is verder 1,5 meter breed, 3,30 meter lang en 1 meter hoog.
Dit relatief kleine formaat is mogelijk door de toepassing van GaAs-zonnepanelen. Net als andere studententeams heeft het Vattenfall Solar Team de siliciumpanelen ingeruild, omdat met GaAs-zonnepanelen een hogere efficiëntie kan worden behaald. Volgens Fères Hassan, de chief engineer van het team, kan er bij siliciumpanelen een lichtgolflengte tot 1100nm worden gebruikt, terwijl de hoogste golflengte bij de triple-junctioncellen van de zonnepanelen van de NunaX op 1900nm uitkomt. Er kan zo een groter deel van het spectrum worden gebruikt, zodat de efficiëntie nu op 35 procent uitkomt; bij de siliciumpanelen was dat nog 25 procent. Door het gebruik van de triple-junctioncellen mogen de zonnepanelen een oppervlakte van maximaal 2,64m² beslaan.
Daarbij hebben de studenten geen glaslaag aangebracht op de zonnepanelen, maar een eigen beschermingslaag. Daarin zit een nanostructuur met piramides, waardoor het licht zoveel mogelijk op de cellen wordt teruggekaatst. Deze antireflectieve coating is dermate fijn dat ze vrijwel geen onderhoud vergt en het dus niet of nauwelijks nodig is om aan het einde van een racedag zorgvuldig met borstels het woestijnstof te verwijderen. Dat is anders bij bijvoorbeeld het Noord-Nederlandse team, dat zijn zonneauto dagelijks gedurende zo'n twee uur met tandenborstels moet schoonmaken.
Een belangrijke aanpassing bij het ontwerp van de NunaX is het verplaatsen van de accu. Deze is nu helemaal voor in de auto geplaatst, iets voor de voorwielen. Volgens Hassan was het millimeterwerk om de accu daar te laten passen, maar het heeft het grote voordeel van meer druk op de voorwielen en zodoende een betere wegligging. Hij licht toe dat de accu nog altijd een capaciteit van 5kWh heeft; volgens hem is dat twintig keer zo klein als de accu van een Tesla, maar heeft de NunaX mede door zijn relatief geringe luchtweerstand wel een vergelijkbaar bereik.
Hassan legt uit dat bij het ontwerp van de NunaX niet alleen rekening is gehouden met zonne-energie, maar ook met de wind. "Als je de auto van boven zou bekijken, zie je dat de wielkappen en de canopy een asymmetrisch profiel hebben, wat erg lijkt op het zeil van een zeilboot. Dat zorgt ervoor dat wanneer de wind in een hoek aankomt, hij op een dusdanige manier langs de auto stroomt dat we een zetje in de rug krijgen. Op die manier hoeven we minder energie te gebruiken bij zijwind, waardoor we die energie later, als de wind weer anders staat, kunnen gebruiken om harder te rijden."
Tijdens de race is een internetverbinding onder meer van belang voor de onderlinge communicatie en het doorgeven van weersinformatie. Daartoe heeft het Vattenfall Solar Team een satellietwagen die voor een permanente onderlinge verbinding zorgt. De auto die het weer in kaart brengt, rijdt ongeveer een uur voor de NunaX uit en moet zich nog wel laten afzakken om binnen het bereik van het internetsignaal te komen. Dat is volgens Hassan een flinke verbetering ten opzichte van de situatie van bijvoorbeeld vier jaar geleden, toen de data nog op een usb-stick moest worden gezet en door het raam van een volgauto moest worden gegooid. Volgens Hassan is de internetverbinding in de Australische outback straks te vergelijken met de snelheid die bijvoorbeeld de NOS haalt met haar satellietwagens.
De Bridgestone World Solar Challenge wordt van 13 tot 20 oktober gehouden. Deelnemende teams beginnen in het Australische Darwin en rijden drieduizend kilometer naar het zuidelijk gelegen Adelaide. Sinds het jaar 2001 hebben Nederlandse teams op twee edities na in alle edities van de World Solar Challenge gewonnen. De wedstrijd wordt om het jaar gehouden. Bij de vorige editie in 2017 ging het team uit Delft er in de Challenger-klasse met de winst vandoor en won het daarvoor ook al de editie van 2015. In totaal heeft het team uit Delft de wedstrijd zeven keer gewonnen.