De Hoge Raad heeft bepaald dat een patent van HP op een chip in printercartridges ongeldig is. Daarmee volgt de Raad de eerdere uitspraak die in hoger beroep werd gedaan. De uitspraak is het einde van een jarenlange patentstrijd tussen 123inkt en HP.
In de uitspraak volgt de Hoge Raad het eerdere arrest van het gerechtshof Den Haag. HP heeft nu geen mogelijkheden meer om verder in beroep te gaan en 123inkt mag huismerkcartridges blijven verkopen voor HP-printers. HP moet de kosten die 123inkt gemaakt heeft tijdens de zaak betalen. Het gaat om een bedrag van 66.957 euro. Volgens een persbericht van 123inkt heeft HP zelf in de afgelopen vier jaar meer dan een half miljoen euro aan advocaatkosten uitgegeven.
De zaak begon eind 2014, toen 123inkt door HP werd gedagvaard. De printerfabrikant stelde dat de huismerkcartridges van de webshop inbreuk maakten op een patent van HP. De chips op die cartridges zouden te veel overeenkomsten hebben. Volgens 123inkt was het patent van HP niet nieuw en innovatief en daarin kreeg het van de rechter eind 2015 gelijk.
HP ging in hoger beroep en die uitspraak volgde in 2017. Het gerechtshof Den Haag gaf ook hier 123inkt gelijk. HP was het niet eens met de uitspraak en ging in cassatie bij de Hoge Raad, die nu uitspraak heeft gedaan.
Een soortgelijke rechtszaak tegen Samsung werd eind 2016 door 123inkt verloren. Daardoor moest het bedrijf toners voor laserprinters van de Zuid-Koreaanse fabrikant terughalen. De rechter bepaalde toen dat er twee octrooien werden geschonden.
Update, donderdag: HP laat in een reactie weten het niet eens te zijn met de uitspraak en deze te bestuderen om de beslissing te begrijpen. HP stelt dat het in andere landen hetzelfde Europese patent succesvol heeft laten gelden.