Sony heeft in Barcelona op het Mobile World Congress twee midrange-smartphones aangekondigd. Het gaat om de Xperia XA1 en de XA1 Ultra, die respectievelijk over een 5"- en een 6"-scherm beschikken en allebei draaien op een Helio P20-soc van MediaTek.
Bij de grotere Ultra-variant gaat het om een 1080p-scherm, in tegenstelling tot het 720p-scherm van de kleinere XA1. In beide gevallen hebben de schermen dunne schermranden aan de zijkanten. Ook op het gebied van de frontcamera zijn er verschillen tussen de twee toestellen. De kleinere telefoon beschikt over een achtmegapixelcamera met een '23mm equivalent'-lens, terwijl het Ultra-model een zestienmegapixelcamera met optische beeldstabilisatie heeft.
Beide toestellen hebben een 23-megapixelcamera aan de achterkant met een Exmor RS-sensor van het 1/2.3"-formaat en een '24mm equivalent'-lens met een diafragma van f/2.0. De camera is voorzien van hybride autofocus. Daarnaast beschikken beide modellen over een Helio P20-soc, dat is een octacore op 2,3GHz met een Mali T-880 MP2-gpu. Het werkgeheugen van de toestellen komt neer op 3GB voor de XA1 en 4GB voor de XA1 Ultra, waarbij de opslag van 32 en 64GB uitgebreid kan worden met een micro-sd-kaart.
De accu heeft een capaciteit van respectievelijk 2300mAh en 2700mAh. Daarnaast maken de toestellen gebruik van Adaptive Charging van Qnovo, wat voor een langere levensduur van de accu moet zorgen. De toestellen zijn volgens Sony bij release voorzien van Android 7.
De telefoons zijn verkrijgbaar in de kleuren wit, zwart, goud en roze en komen volgens Sony dit voorjaar op de markt. De Xperia XA1 heeft een adviesprijs van 279 euro, terwijl de Ultra-variant verkrijgbaar is voor een prijs van 379 euro.