Het Europarlement wil dat de tarieven die providers vanaf volgend jaar onderling mogen opleggen voor roaming omlaag gaan. Een commissie van het parlement heeft daarom dinsdag besloten om de prijs per gigabyte te verlagen. Dit voorstel moet leiden tot een definitief besluit in februari.
Het Europarlement heeft in zijn voorstel de prijzen verlaagd naar een starttarief van vier euro per gigabyte, dat tussen 2017 en 2021 geleidelijk afloopt naar één euro. De EU-lidstaten waren in oktober met een voorlopig akkoord overeengekomen dat de tarieven van tien euro in 2017 naar vijf euro per gigabyte in 2021 moesten verlopen, waarmee deze een stuk hoger lagen. Marietje Schaake, Europarlementariër voor D66, legt uit dat met de nieuwe tarieven een gebruiker met ongelimiteerde data en een abonnement van 80 euro in het buitenland 80GB aan data moet kunnen verbruiken.
Door de tarieven dichter bij de daadwerkelijke kosten voor roaming te brengen, wil het parlement bereiken dat gebruikers in het buitenland 'net als thuis' van hun bundel gebruik kunnen maken. Door de tarieven laag te houden, is het de verwachting dat providers deze niet aan hun klanten doorberekenen. Bij de onderlinge tarieven gaat het om zogenaamde 'wholesale'- of groothandelstarieven die Europese providers aan elkaar moeten betalen omdat hun eigen klanten gebruikmaken van een ander netwerk. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij vakanties.
Daarom zijn de zuidelijke Europese landen voor hoge tarieven en zijn de overige landen, waaronder Nederland, voorstander van lage tarieven. In het geval dat een Nederlandse klant in Spanje op vakantie gaat, moet de Nederlandse provider een laag tarief aan de Spaanse provider betalen, ervan uitgaande dat het huidige voorstel van het Europarlement wordt aangenomen.
De Raad gaat zich vrijdag over de tarieven buigen, waarna dit orgaan samen met het Europarlement voor 15 februari 2017 tot een definitief akkoord moet komen.