De Britse GCHQ heeft toegegeven op afstand computers en smartphones te hacken, waarbij onder meer software wordt geïnstalleerd om de apparaten in te zetten voor spionage. Bovendien mag de dienst bij veel mensen hacken door toestemming te vragen voor grote groepen.
De inlichtingendienst GCHQ duidt het hacken aan als computer network exploitation, het uitbuiten van een computernetwerk. Dat blijkt uit de verklaring van de inlichtingendienst die Privacy International online heeft gezet. De geheime dienst laat zich er niet over uit hoe vaak hij precies gebruikmaakt van de bevoegdheid om dit te doen.
Bij een hack laat de dienst geregeld software achter om bijvoorbeeld op een smartphone de microfoon op afstand aan te kunnen zetten. In sommige gevallen gaat het om constant afluisteren, in andere gevallen vindt de spionage alleen plaats als er een internetsessie loopt, meldt de krant The Guardian. Bovendien blijkt de dienst met opzet toestemming te vragen met brede bewoordingen, waardoor op basis van een bevel een hele stad in theorie bespioneerd kan worden. De details komen naar buiten in een rechtszaak van Privacy International en zeven internetproviders tegen de inlichtingendienst.
Het is voor het eerst dat de Britse geheime dienst het hacken toegeeft. In Nederland hebben de inlichtingendiensten die bevoegdheden niet, maar ze willen die wel. Afgelopen vrijdag heeft het kabinet een voorstel daarvoor naar de Tweede Kamer gestuurd. Vermoedelijk om meer steun voor het voorstel te krijgen, heeft het kabinet het voorstel onder drie andere voorstellen gezet bedoeld om de terugkeer van jihadisten tegen te gaan. Dat thema is actueel door de recente aanslagen in Parijs en de dreiging van mogelijke aanslagen in Brussel. Omdat het voorstel nog niet is gepubliceerd, is onbekend hoe groot de reikwijdte is.