The Intercept heeft Amerikaanse overheidsdocumenten in handen met gedetailleerde informatie over geheime afluisterapparatuur. De website publiceert de documenten omdat steeds meer lokale overheden gebruik zouden maken van de apparatuur die bedoeld is voor het leger.
Alle apparaten die in de catalogus staan zijn cell-site simulators, ofwel apparatuur waarmee een zendmast van providers kan worden nagebootst. De apparaten variëren van handsets tot uav's en apparatuur voor gebruik in voer- en vliegtuigen. Telefoons die verbinding maken met de afluisterapparaten kunnen geïdentificeerd worden aan de hand van unieke identificatiecodes zoals imsi of imei. Aan de hand van de radiosignalen kan informatie over de locatie van de telefoon verkregen worden. Uit de beschrijving van een aantal apparaten is op te maken dat het ook mogelijk is om gegevens te onderscheppen.
De documenten beschrijven tal van spionageapparaten. Zo zijn er diverse handsets die gebaseerd lijken te zijn op bestaande telefoons, waaronder de Nokia N95. Met de apparaten kunnen netwerken in de gaten gehouden worden en de geavanceerdere items, zoals de Blackfin I en II, lijken het mogelijk te maken om gsm-gesprekken en sms-berichten van een vooraf ingeladen lijst met 'targets' te onderscheppen. Ook kan een gespreide of gerichte denial of service-aanval uitgevoerd worden met het apparaat. Een dergelijk apparaat kost 75.000 dollar.
Ook laten de documenten twee 'Battlefield Data Recovery'-systemen voor het leger zien. Met deze systemen kan data van telefoons gehaald worden. De Cyberhawk zou 79 telefoons ondersteunen en onder andere het telefoonboek, mediabestanden, tekst, sms en verwijderde sms'jes kunnen extraheren. De Cellbrite wordt gepresenteerd als een draagbaar forensisch systeem dat in staat is om data van '95 procent van alle mobiele telefoons, smartphones en pda's' te ontfutselen. De claim is echter achterhaald. Het document dat dit systeem omschrijft, heeft net als veel andere geheime documenten namelijk de datum 1 mei 2006. Pas op 7 januari 2034 zouden de documenten hun geheime status verliezen. De beschreven apparatuur is dan ook vrij oud en hoewel deze mogelijk nog in gebruik is, lijkt het aannemelijk dat er inmiddels veel nieuwe afluisterapparatuur in gebruik is genomen.
The Intercept zegt de documenten te hebben ontvangen van een bron uit de inlichtingengemeenschap, die bezorgd zou zijn over de militarisering van de rechtshandhaving. De apparaten in de catalogus zijn bedoeld voor het leger en inlichtingendiensten, maar sommige apparatuur zou ook door de federale politie en lokale politiemachten binnen de Verenigde Staten ingezet worden. Privacyvoorvechters vrezen dat steeds meer van de spionagemiddelen ingezet zullen worden door de politie.
Niet alle informatie over de apparatuur is gepubliceerd, zegt The Intercept. Details die niet relevant zijn voor het debat over het uitbreiden van binnenlandse surveillance heeft de website weggelaten. Bijna een derde van de apparaten in de catalogus zou niet eerder in publieke vorm zijn beschreven.
Zelf heeft The Intercept de data van de overheidsdocumenten ook verwerkt tot een eigen catalogus, waarin naast de gelekte informatie bij sommige apparaten cynische 'reviews' zijn toegevoegd. Advocaten verbonden aan privacyorganisaties zoals de Electronic Frontier Foundation bespreken hierin de mogelijkheden en de 'voordelen' van de apparatuur.