Het Nederlandse kabinet heeft een voorstel naar de Tweede Kamer gestuurd dat moet toestaan dat opsporingsdiensten verdachten op afstand hacken om gegevens te onderscheppen of ontoegankelijk te maken. De tekst van het voorstel is nog niet bekend.
Omdat de tekst nog niet bekend is, is niet duidelijk in welke gevallen het kabinet het hacken op afstand wel en niet wil toestaan. De bedoeling is dat het voorstel 'opsporingsambtenaren ruimte geeft onder strikte voorwaarden bepaalde onderzoekshandelingen toe te passen bij opsporing van ernstige delicten', aldus het kabinet.
Het bericht van het kabinet vermeldt ook dat er 'onvoldoende mogelijkheden (zijn) om bijvoorbeeld wachtwoorden te achterhalen, versleuteling van gegevens ongedaan te maken'. Wat het kabinet concreet wil doen om dat te verbeteren, is niet bekend.
Het voorstel komt niet als een verrassing. Toenmalig minister Ivo Opstelten voor Veiligheid en Justitie zei vorig jaar al dat het 'terughack'-voorstel eraan zou komen. Het kabinet heeft het, vermoedelijk om meer steun te krijgen, samengeraapt met enkele maatregelen om de terugkeer van jihadstrijders tegen te gaan of het beramen van een mogelijke aanslag moeilijker te maken. Dat thema is actueel door de recente aanslagen in Parijs en de dreiging van mogelijke aanslagen in Brussel. Het bericht rept echter met geen woord over een specifieke implementatie van de regels die het jihadisten moeilijk maakt, waardoor, afhankelijk van de tekst van het voorstel, de mogelijkheid bestaat dat opsporingsambtenaren de bevoegdheid ook gebruiken bij andere 'ernstige delicten'.