Minister van Justitie Koen Geens wil de bevoegdheden verruimen om telefoongesprekken af te tappen. Voortaan zouden ook personen die oproepen tot terrorisme of terroristen assisteren onder de tapwet moeten vallen. Opsporingsdiensten willen juist meer online-bevoegdheden.
Volgens minister Geens is de huidige tapwet in België nog niet bijgewerkt met de definitie van terrorisme zoals die in 2013 werd vastgelegd, schrijft De Standaard. Zo mag de politie alleen telefoongesprekken afluisteren bij verdachten die onder de klassieke definitie als een terrorismeverdachte aangemerkt kunnen worden. Twee jaar geleden werd de definitie van terrorisme verruimd door ook het volgen of geven van een opleiding met het oogmerk een aanslag te plegen daaronder te laten vallen, evenals het oproepen tot terrorisme en het rekruteren van personen.
Ondanks de herdefiniëring van wat onder terrorisme valt is deze nog niet in de tapwet opgenomen, waardoor de wettelijke bevoegdheden te beperkt zouden zijn. De minister wil dan ook dat de aftapmogelijkheden verruimd worden door de vernieuwde definitie op te nemen in de tapwet.
Vanuit de politie- en opsporingsdiensten klinken andere geluiden kort na de aanslagen in Parijs. Zo zouden zij vooral de bevoegdheid willen hebben om online gesprekken af te tappen. Ook 'terughacken', waar in de Nederlandse politiek al enige tijd over gediscussieerd wordt, zou voor de Belgische opsporingsdiensten mogelijk moeten worden. Zij wijzen daarbij op het feit dat verdachten steeds minder via telefoongesprekken met elkaar communiceren.