Bijna driekwart van de Nederlandse tieners heeft Snapchat en Instagram op de telefoon staan. Dat heeft onderzoeksbureau Telecompaper becijferd. Tieners installeren de apps veel meer dan Nederlanders van eerdere generaties.
Het aantal tieners van het panel van Telecompaper met Instagram steeg van 42 naar 74 procent, terwijl het aantal 12-19 jarigen met Snapchat steeg van 33 naar 71 procent, schrijft het onderzoeksbureau. Daarmee komen beide in de buurt van Facebook. Telecompaper geeft geen cijfers vrij van dit jaar, maar vorig jaar had rond 76 procent van de jongeren die app op de telefoon staan.
Bij oudere generaties installeren veel minder mensen Snapchat. Bij panelleden tussen 20 en 29 jaar ligt het aantal installaties op 28 procent, bij mensen tussen 50 en 64 jaar is dat 2 procent. Instagram kent een hogere populariteit: 27 procent van de dertigers heeft die app op de smartphone.
De cijfers geven alleen een beeld over installaties van sociale media-apps, maar hoeveel de apps daadwerkelijk in gebruik zijn, blijft daardoor onduidelijk. Telecompaper verkrijgt de cijfers via een doorlopend panel met daarin tienduizend mensen, die het bundelt in een driemaandelijks Dutch Apps Market-rapport. Omdat het zijn geld verdient met de verkoop van dergelijke rapporten, publiceert het onderzoeksbureau lang niet alle relevante cijfers.