Het verzamelen van telefoongegevens van miljoenen Amerikanen door de NSA is in strijd met de wet. Dat oordeelt een federale rechtbank, nadat eerder al een lagere rechtbank een vergelijkbaar oordeel velde.
Volgens het Second Circuit Court of Appeals gaat het programma veel verder dan de wettelijke speelruimte die het Amerikaanse Congres in de Patriot Act bood, meldt het Amerikaanse politieke weblog The Hill. Eerder noemde een lagere rechtbank het omvangrijke spionageprogramma al 'ongrondwettelijk'.
Onder het programma sluizen Amerikaanse telecomproviders, zoals Verizon, metadata over hun klanten door naar de NSA. Daarbij gaat het niet om de inhoud van telefoongesprekken, maar wel over metadata zoals de locatie en tijd van een gesprek, en met wie er wordt gebeld. Het programma is vooral omstreden omdat de NSA, een inlichtingendienst die zich juist op het buitenland zou moeten richten, Amerikanen onder de loep neemt.
Overigens is de Amerikaanse overheid al bezig om het programma te hervormen. Daarbij moet de metadata niet langer meer door de NSA zelf worden opgeslagen, maar door de providers. Daarop kan de NSA de gegevens vervolgens opvragen wanneer ze nodig zijn. Dat vertoont gelijkenissen met de Europese bewaarplicht, waarbij telecom- en internetproviders gedurende een bepaalde periode gegevens over het gedrag van hun klanten moeten bewaren. Zowel de Europese bewaarplicht als de Nederlandse implementatie ervan zijn door de rechter ongeldig verklaard, maar het kabinet werkt aan een nieuwe versie die wel door de beugel moet kunnen.
Update, 19.30 uur - The Guardian meldt dat de Amerikaanse rechters vinden dat het programma ongrondwettelijk is, maar niet meteen hoeft te worden gestopt. Ze vinden dat er een debat over moet komen in het Amerikaanse Congres.