De leerstoel Energy, Materials and Systems, onderdeel van de Universiteit Twente, krijgt 2 miljoen euro aan Europese subsidiegelden voor de ontwikkeling van supergeleidende generatoren. Deze generatoren kunnen windmolens een derde lichter maken en daarmee goedkoper.
Bij een supergeleidende generator worden de permanente magneten van een conventionele generator vervangen door supergeleidende spoelen. Doordat deze spoelen op -180°C worden gekoeld vervalt de weerstand en kan een tot dertig maal sterker magneetveld gegenereerd worden.
Een supergeleidende generator is volgens de UT 40 procent lichter dan een conventionele generator. Door een dergelijke high-tech-generator in de gondel van een windmolen te plaatsen, wordt deze gondel 25 procent lichter. In totaal kan een windturbine circa een derde lichter worden gemaakt. Omdat er minder grondstoffen nodig zijn voor de bouw, zakt de kostprijs van een molen op termijn aanzienlijk.
Een tweede voordeel van het gebruik van supergeleidende generatoren is dat er minder zeldzame aardmetalen nodig zijn. Zo vereisen dergelijke generatoren niet langer neodymium, een kostbaar aardmetaal. In plaats daarvan wordt met een factor honderd minder het aardmetaal yttrium gebruikt.
De supergeleidende generator waar studenten van de faculteit Technische Natuurwetenschappen aan gaan werken, moet in 2018 geplaatst gaan worden in een geheel nieuw ontworpen windturbine van 3,6MW. Zij gaan onder andere het koelsysteem van de spoelen verzorgen. Samen met Nederlandse bedrijven gaan de studenten ook een twintig ton zware rotor met een diameter van 5 meter in elkaar zetten.
Het bedrag van 2 miljoen euro subsidie is toegekend door de Europese Unie. De UT doet mee aan het EcoSwing-project, onderdeel van het Europese innovatieprogramma Horizon 2020, waarbij het Deense bedrijf Envision Energy het voortouw neemt. De totale subsidiepot bedraagt 13 miljoen euro.