Swift, een bedrijf dat de afhandeling van internationale betalingen verzorgt, wil geen gegevens over transacties van Europese burgers aan de Verenigde Staten afstaan. Het Belgische bedrijf wil dat er eerst duidelijkheid komt over de juridische basis.
De Europese ministers van justitie besloten eind vorig jaar om de overeenkomst met de Verenigde Staten over de toegang tot bankgegevens met negen maanden te verlengen. Dat dat besluit een dag voor het ingaan van het Verdrag van Lissabon kwam, was veel Europarlementariërs een doorn in het oog. Zij hadden volgens dat verdrag namelijk mogen meebeslissen over het afstaan van de bankgegevens, maar de justitieministers voorkwamen dit door het akkoord een dag eerder in te dienen.
Het akkoord had op 1 februari in werking moeten treden. Swift, dat betalingen verzorgt en dus gegevens daarover moet afstaan, is echter niet van plan om de VS zonder meer inzage in de Europese transacties te geven. Omdat de servers van het bedrijf inmiddels van de Verenigde Staten naar Nederland en Zwitserland zijn verhuisd, kunnen de Amerikaanse autoriteiten toegang tot de gegevens ook niet afdwingen.
Een woordvoerder van het Belgische bedrijf zegt dat het Europees Parlement het akkoord eerst moet goedkeuren, zo meldt De Standaard. Het bedrijf wil dat er een duidelijke juridische basis is alvorens het de informatie afstaat. Die basis lijkt er echter niet te komen: het Parlement zou de overeenkomst ongedaan willen maken. Op 10 februari wordt daarover een beslissing genomen, schrijft De Standaard.