Wifiverbindingen verlopen via de antennes van een accesspoint en client. De meeste accesspoints hebben verschillende antennes en kunnen die ook tegelijk gebruiken. Er is dan sprake van verschillende spatial streams. Met behulp van die spatial streams kan een accesspoint verschillende dingen doen. Door niet van een, maar van twee antennes gebruik te maken, kan een accesspoint de bandbreedte met de client bijvoorbeeld verdubbelen. De spatial streams kunnen ook gebruikt worden om het signaal robuuster te maken door dezelfde boodschap over beide antennes te versturen of om het signaal te richten met behulp van beamforming. In een eerder artikel gingen we al eens dieper in op die technieken.
Maximale snelheden volgens specificatie. Bron: TP-Link
Wi-Fi 6 kan gebruikmaken van maximaal acht spatial streams. Dat betekent dus dat je, als je die streams allemaal bundelt, een theoretische overdrachtssnelheid van 9,6Gbit/s kunt halen. De meeste Wi-Fi 6-gebruikers zullen bij een perfecte verbinding een linkspeed van 1,2 of 2,4Gbit/s tegenkomen, maar geen 9,6Gbit/s. Dat komt doordat Wi-Fi 6 weliswaar acht spatial streams ondersteunt, maar Wi-Fi 6-clients niet meer dan twee antennes hebben. De meeste accesspoints hebben ook niet meer dan vier antennes en dan heb je al een high-end model van een paar honderd euro te pakken. De specificatie is, kortom, niet per se representatief voor het eindproduct. Als er met koeienletters 9,6Gbit/s op de doos staat, betekent dat niet dat je een client met die snelheid kunt verbinden.
Wi-Fi 7 zal via een enkele spatial stream een maximale overdrachtssnelheid van 2,88Gbit/s kunnen halen. Het maximumaantal spatial streams gaat omhoog van acht naar zestien en als je die allemaal tegelijk kunt gebruiken, kom je op een maximum van 46Gbit/s. Dat is het getal dat je soms in het marketingverhaal van Wi-Fi 7 tegenkomt. We verwachten op de consumentenmarkt geen accesspoints en al helemaal geen clients met zoveel spatial streams tegen te zullen komen, dus die 46Gbit/s wordt misschien werkelijkheid bij een volgende wifigeneratie.
Toch kan het handig zijn om een accesspoint te hebben met ondersteuning voor veel spatial streams. Beamforming is een steeds grotere rol gaan spelen bij wifi. Met behulp van die techniek kan een accesspoint twee sinussen in fase naar de client sturen. Daardoor wordt het signaal sterker en reikt het verder. Bovendien maakt het niet uit hoeveel streams de client accepteert. Bij een 4x4:4-router en een 2x2:2-client kan de client twee spatial streams accepteren, terwijl de router zijn andere twee radiochains voor beamforming gebruikt.