Van alle onderdelen van je desktopopstelling is de monitor misschien wel het belangrijkste. Videokaarten en processors staan misschien wat meer in de belangstelling, maar het eindresultaat van al dat rekenwerk is een plaatje dat verschijnt op het enige computeronderdeel waar je dag in, dag uit naar kijkt. Monitors zijn over het algemeen gemaakt om jarenlang mee te gaan. Een nieuwe monitor kiezen is zodoende een hele opgave, ook al omdat er veel te kiezen valt.
In de Pricewatch staan op dit moment meer dan 2800 beeldschermen, waarbij fabrikanten alle moeite lijken te doen om productnamen zo lastig mogelijk te maken. Er zijn bovendien zeer veel verschillende specificaties om rekening mee te houden, van resolutie en paneeltype tot helderheid en contrast, kleurweergave, kijkhoeken en responstijden. Afhankelijk van het doel waarvoor je het scherm wilt gebruiken, kunnen bepaalde eigenschappen meer of minder belangrijk zijn. Om maar vast een absolute dooddoener uit de weg te ruimen: dé perfecte monitor die alles kan, bestaat niet.
Natuurlijk hebben we op Tweakers tegenwoordig een Best Buy Guide voor monitors om je te helpen in je zoektocht. Daarbij doen we, op basis van een vergelijking van de prijs, specificaties en onze eigen testresultaten, enkele specifieke aanbevelingen in de gangbaarste categorieën. Misschien wil je toch net iets anders of wil je gewoon meer achtergrondinformatie over welke tests we doen in deze productcategorie en het waarom ervan. Dan is dit artikel voor jou.
Aan de hand van onze uitgebreide testprocedure leggen we uit waar je allemaal op moet letten bij de keuze voor een nieuwe monitor. We bespreken eerst de verschillende paneeltypen, formaten en features die je doorgaans op beeldschermen aantreft, om vervolgens door te gaan met de beeldeigenschappen. We verwijzen daarbij af en toe naar gemiddelde scores van de monitors die we in de afgelopen jaren hebben getest, om een indruk te geven van wat je ongeveer kunt verwachten. We gaan echter niet in op de prestaties van specifieke producten; lees daarvoor onze reviews, round-ups en Best Buy Guides.
Formaat, resolutie en andere features
De keuze voor een nieuwe monitor begint bij het formaat en dat hangt weer samen met de beeldverhouding, de resolutie en het paneeltype. Niet alle combinaties gaan samen, zeker niet als je een wat exotischer formaat kiest. Er zijn allerlei soorten lcd-panelen voor monitors, die je kunt onderverdelen in drie ‘families’: ips, VA en TN. Elk van deze technieken heeft zijn eigen voor- en nadelen voor de beeldkwaliteit, waarbij ips uitblinkt in kijkhoeken, VA het moet hebben van een hoger contrast, en TN van snelheid en betaalbaarheid. TN-panelen komen steeds minder vaak voor, zeker in duurdere schermen.
Voor een gamingmonitor is naast deze eigenschappen ook de refreshrate belangrijk, dus het aantal beelden dat een scherm per seconde kan weergeven (zie verderop in dit artikel). Daarbij kun je nog kiezen voor een plat of een gekromd paneel, waarbij VA-panelen over het algemeen vaker en sterker gekromd zijn dan ips-schermen. Of je een curve prettig vindt, is heel persoonlijk, maar zeker bij ultrawides is er naar ons idee wat voor te zeggen, omdat de uiterste randen van het scherm zo ver van je af staan. Een kromming kan de kijkhoeken dan wat beter laten lijken, doordat de randen van het scherm naar je toe buigen.
Hoewel een schermdiagonaal van 23” of 24” nog steeds gezien wordt als een goede standaardmaat voor een monitor, zijn grotere schermen in de afgelopen jaren populairder geworden, zo blijkt uit een kleine inventarisatie in onze Pricewatch. Het meest voorkomende schermformaat is nu 27”. In onderstaande tabs hebben we onze favoriete combinaties van paneelmaat en resolutie naast elkaar gezet, met per categorie enkele alternatieven.
24", full hd
27", wqhd
32", 4k
34", uwqhd
Heb je niet zoveel te besteden of wil je graag een kleiner scherm, dan is een 23”- of 24”-monitor met 16:9-beeldverhouding en full-hd-resolutie een goede keuze. Voor minder dan 200 euro heb je al een goed scherm en je hebt alle keus uit paneeltypen op dit formaat, omdat het zo veel voorkomt. Verwacht tegelijk niet de ultieme beeldkwaliteit van dit soort monitors, omdat fabrikanten luxere voorzieningen reserveren voor grotere panelen met meer pixels.
Alternatieven Voor niet heel veel meer dan je betaalt voor een full-hd-monitor van 24”, heb je ook al een 27”-model met dezelfde resolutie. Dat leidt tot een nogal lage pixeldichtheid en dus een onscherp beeld op dit formaat. Wij zouden daarom liever een hogere resolutie kiezen voor zo’n grote monitor. Voor consolegaming, waarbij je verder van het scherm af zit, is de beperkte scherpte misschien niet zo erg. Kleine schermen met juist een hogere resolutie zijn er ook, bijvoorbeeld 24”-wqhd- of -4k-schermen. Die zijn wel een stuk schaarser en zeker in geval van 4k-modellen ook duurder. Schaars zijn ook schermen met de ‘klassieke’ 16:10-beeldverhouding en een resolutie van 1920x1200 pixels, vroeger zeer populair, maar sindsdien verdrongen door 16:9-schermen. Een kleine ultrawide (zie de vierde tab) is voor een beperkt bedrag ook een optie.
27”-schermen met wqhd-resolutie, 2560x1440 pixels, waren tien jaar geleden iets voor de happy few, maar zijn inmiddels een betaalbare luxe. Het scherm heeft een iets hogere pixeldichtheid dan een full-hd-exemplaar van 24”. Door het grotere aantal verticale pixels hoef je minder te scrollen, terwijl in de breedte twee vensters passen. Wqhd op hogere framerates is goed behapbaar voor snellere videokaarten, dus ook voor gaming is dit een zeer geschikte combinatie. Er is zeer veel keus uit schermen met verschillende paneeltypen, refreshrates en curves.
Alternatieven Vind je de pixels van een 27”-exemplaar toch iets te klein, kies dan een 32”-wqhd-scherm. Die hebben even grote pixels als full-hd-monitors van 24”. Er is wat minder keus in dit soort schermen, vooral als je een ips-model zou willen, ten opzichte van 27”-exemplaren. Tegelijk is het een mooie optie als je een scherm wilt van een riant formaat dat toch niet heel duur is, want net als 27”-wqhd-schermen beginnen 32”-exemplaren al onder de 300 euro.
Een 4k-resolutie gaat goed samen met een paneel van 32”, hoewel de individuele pixels alsnog kleiner zijn dan op de meeste andere monitors. Dat levert in de praktijk een zeer mooi, scherp beeld op, waarbij je eventueel wat beeldschaling kunt toepassen om vensters en tekst prettig leesbaar te houden. 150 procent levert bijvoorbeeld dezelfde werkruimte op als een wqhd-scherm, terwijl 125 procent een mooie balans biedt tussen extra scherpte en extra werkruimte. Duurdere schermen hebben vaak een ips-paneel, goedkopere modellen een VA-exemplaar.
Een aandachtspunt bij een 4k-scherm is dat niet alle laptops geschikt zijn om zo’n paneel op de gangbare 60Hz aan te sturen. Ook USB-C-dockingstations kunnen het niet altijd aan vanwege de vereiste bandbreedte. Is je laptop niet geschikt en wil je geen genoegen nemen met een stotterende 30Hz of (kleur)compressie, dan zit er niet veel anders op dan een nieuwe laptop te kopen.
Alternatieven 27”-schermen met 4k-resolutie zijn ook populair, wat een nog scherper beeld oplevert. De pixeldichtheid van zo’n paneel is vergelijkbaar met die van de gemiddelde laptop, maar ligt nog wel iets onder die van de Retina-panelen, die Apple in zijn apparaten toepast. Wil je een groter scherm met 4k-resolutie, dan zit er niks tussen 32” en pakweg 40”, het formaat van een kleine televisie. Daarover gesproken: een kleine oledtelevisie is ook prima te gebruiken als pc-monitor, als je de relatief hoge kosten en het risico op inbranden voor lief neemt.
Ultrawides van 34” of 35” hebben doorgaans een resolutie van 3440x1440 pixels, ook wel uwqhd. Kijkend naar de pixeldichtheid en de grootte van het paneel is het effectief alsof je een 27”-wqhd-monitor hebt, maar dan nog een stuk breder. Dat levert een ideale werkoppervlakte op voor zakelijke toepassingen, met ruimte voor drie vensters naast elkaar. Ook voor gaming kan een ultrawide interessant zijn, tenminste als je een pc-gamer bent. Consoles kunnen geen 21:9-beeld uitsturen. Je hebt keuze uit VA en ips op dit formaat, waarbij de VA-modellen vaker een kromming hebben.
Alternatieven Er zijn kleinere ultrawides van 25” en 29”, maar daarbij kun je alleen kiezen voor een plat ips-paneel. Bovendien hebben deze schermen een lagere resolutie van 2560x1080 pixels, dus de werkoppervlakte is een stuk kleiner. Aan de andere kant kosten ze ook niet veel meer dan full-hd-schermen van 24”.
Grotere ultrawides bestaan in de formaten 38” (ips, 3840x1600 pixels) en 40” (ips, 5120x2160 pixels). Deze hebben ongeveer dezelfde 21:9-beeldverhouding als de kleinere exemplaren. VA-ultrawides zijn er in de maten 43” (3840x1200 pixels, 32:10) en 49” (5120x1440 pixels, 32:9). Deze schermen zijn nog een stuk breder, in het geval van de 49”-modellen precies even breed als twee 27”-16:9-monitoren naast elkaar, reden dat ze ook weleens worden aangeduid als ‘superwides’. De keuze in dit soort schermen is beperkt en reken ook op een hoge prijs van 1000 euro of meer.
Features: behuizing, aansluitingen en ergonomie
Heb je eenmaal voor een paneel van een bepaald type, afmeting, resolutie en beeldverhouding gekozen, dan komt de verdere featureset van het scherm in beeld. Hoewel de gebruikte panelen soms precies dezelfde zijn, plaatst iedere fabrikant weer een andere behuizing om het scherm. Naast een ander design vind je soms extra handigheidjes als USB-poorten of een webcam. De implementatie van de schermfabrikant maakt ook een verschil voor beeldeigenschappen die op de volgende pagina's worden besproken, zoals maximale en minimale helderheid, de afstelling van de overdrive, die invloed heeft op de responstijden, en de kleurafstelling en mogelijkheden die je als gebruiker hebt om die te beïnvloeden.
Aansluitingen op een monitor: HDMI, DisplayPort, USB-C, tweemaal USB-B (voor het aansluiten van de USB-hub op je PC) en Ethernet.
Onderschat ook niet de voet waarop het paneel rust. Bij veel goedkopere schermen is dat een exemplaar waarop het paneel alleen kan kantelen. Om een ergonomische computerplek in te richten, wil je liever een voet met hoogteverstelling. Ook schermen zonder hoogteverstelling hebben vaak wel VESA-montagegaten, waarmee je voor een paar tientjes achteraf nog een betere voet of monitorarm kunt toevoegen. Wij zouden in principe niet gaan voor een monitor die niet minstens VESA-geschikt is.
Voor wat de aansluitingen betreft, vind je op de meeste monitors tegenwoordig een combinatie van DisplayPort en HDMI. Beide zijn voor standaard pc-gebruik prima, waarbij je gamingmonitors over het algemeen het best via DisplayPort kunt aansluiten op je pc om ze te gebruiken op de hoogste resolutie en refreshrate. HDMI komt van pas als je nog een console of ander apparaat hebt aan te sluiten. De nieuwste consoles hebben eventueel baat bij HDMI 2.1, dat net als DisplayPort een hogere combinatie van resolutie en refreshrate aankan.
Gebruik je een laptop, dan zal daar vaker HDMI dan DisplayPort op zitten, tenminste in de klassieke vorm. Veel moderne laptops hebben een USB-C- of Thunderbolt-poort met DisplayPort Alternate Mode. Die connector ondersteunt tegelijk het doorvoeren van een USB-signaal en de nodige stroomtoevoer, zodat er tegenwoordig dockingmonitors zijn met USB-C-aansluiting waarop je je laptop met één kabel kunt aansluiten. Randapparatuur sluit je dan aan op het scherm en via USB-C kan het scherm stroom terugleveren aan de laptop, zodat die opgeladen blijft. Alle USB-C-dockingmonitors hebben wel een paar USB-poorten; sommige fabrikanten bouwen daarnaast een ethernetpoort of webcam in. Er zijn ook USB-C-monitors met een DisplayPort-out, zodat je er nog een tweede scherm op kunt doorlussen. In onze eerdere Best Buy Guide vind je meer informatie over de vereisten aan je laptop, alsmede een selectie van de beste van dit soort monitors.
Helderheid en contrast, kleurweergave en hdr
Als het gaat om de beeldkwaliteit, beginnen we in onze reviews altijd met het meten van de helderheid. Met de helderheidsregelaar op de maximale stand, meten we bij de gemiddelde monitor bijna 370cd/m² op een wit vlak in de standaardmodus. In de hdr-modus kunnen schermen soms nog feller (zie verderop).
Afwerking is ook belangrijk
Een eigenschap die je misschien in eerste instantie niet bij 'helderheid en contrast' zou scharen, maar die wel bepalend kan zijn voor hoe het scherm er onder verschillende lichtomstandigheden uitziet, is de afwerking van het paneel. Veruit de meeste lcd-monitors van dit moment hebben een antireflectiecoating, maar er worden ook nog steeds glanzende schermen verkocht. Door de scherpe, goed zichtbare reflecties is dat een minder voor de hand liggende keus in een heldere omgeving. Daar staat tegenover dat een glossy scherm er contrastrijker uit kan zien, omdat het licht vanuit de omgeving (of het licht van het backlight van het scherm zelf) niet wordt verstrooid over het schermoppervlak. Sommigen prefereren ook de afwezigheid van het subtiele 'korrelige' effect op effen kleuren die door een antireflectiecoating wordt toegevoegd aan het paneel.
Welke maximale helderheid je nodig hebt, is deels een kwestie van persoonlijke voorkeur, maar met minder dan 250cd/m² hoef je geen genoegen te nemen. Dat wil ook weer niet zeggen dat een scherm dat die helderheid niet haalt - ze bestaan nog steeds, zeker in het budgetsegment - onbruikbaar is. Als je het scherm echter opstelt in een ruimte met invallend licht, wordt het op een donker paneel al snel onprettig turen. Een helderheid van 370cd/m² is voldoende om de monitor in een lichtere kamer nog comfortabel te kunnen gebruiken. Valt er zonlicht op het scherm, dan kan een nog feller scherm uitkomst bieden, maar eigenlijk is zo’n opstelling arbotechnisch niet aan te raden.
Naast de maximale helderheid meten we ook de minimale helderheid waarop je het scherm kunt instellen. Met de helderheidsregelaar op 0 is een helderheid wit van 60cd/m² gemiddeld. In de praktijk is dat zo donker dat je het scherm ook prettig kunt gebruiken in een relatief donkere ruimte, bijvoorbeeld een gamekamer bij avond die wordt verlicht met een schemerlamp. We zouden niet voor een scherm gaan dat op de minimale helderheid veel feller blijft. Aan de andere kant: als je al weet dat je het scherm nooit in het donker gaat gebruiken, bijvoorbeeld omdat het op een tl-verlicht kantoor komt te staan, is een minimale helderheid van 100cd/m² geen enkel bezwaar. Dat is ook een reden dat sommige monitors die voor die toepassing zijn bedoeld, zich niet zo donker laten afstellen.
Contrast
Een van de belangrijkste eigenschappen die de beeldkwaliteit van een monitor bepalen, is het contrast. Ook al zijn de kleuren perfect afgeregeld en de andere eigenschappen van het scherm nog zo goed, een laag contrast kan tot gevolg hebben dat het beeld een uitgewassen, futloze indruk maakt. Om het verschil te demonstreren, hebben we op de foto’s hieronder twee monitors naast elkaar gezet. Het contrast van de linker monitor is ongeveer vijf keer zo laag als dat van het andere scherm.
Links de LG 34WN88C (IPS, contrast ongeveer 1000:1) versus de Gigabyte M34QC A (VA, contrast ongeveer 5000:1)
Moet je je nieuwe aanschaf dan maar helemaal laten afhangen van deze ene score? Dat niet, en wel om twee redenen. In de eerste plaats maakt een hoger contrast vooral een verschil als je de monitor voor entertainment gebruikt, zoals films, series en gaming. Een Excel-sheet of PowerPoint-presentatie gaat er niet heel veel beter uitzien als de contrastwaarde toeneemt. Voor bepaalde toepassingen, bijvoorbeeld dtp-werkzaamheden, is juist een lager contrast aan te raden. Ten tweede zie je de verschillen tussen een scherm met een uitstekend contrast en een monitor die op dit punt minder scoort, niet meer goed als hij in een lichte ruimte staat.
Kleurweergave
De sRGB-kleurendriehoek op het CIE1931-diagram
Kleur is een wetenschap waarover boeken zijn volgeschreven, maar globaal gezien hangt de kleurweergave op een beeldscherm af van drie eigenschappen. De weergave van de primaire kleuren – rood, groen en blauw – bepaalt het kleurbereik of gamut van een scherm, een driehoek die alle weer te geven kleuren omvat. Dat kun je weer laten zien in een diagram zoals je hiernaast ziet, een kaart van alle kleuren die een mens normaal gesproken kan zien. Eigenschap twee is de kleurtemperatuur, waarbij een bepaalde balans tussen de primaire kleuren een neutraal wit of grijs voorstelt. Idealiter blijft die balans ongeveer hetzelfde in het hele grijsverloop. Als derde is er de gammawaarde, die bepaalt hoe het helderheidsverloop van zwart naar wit eruitziet. Hoe lager deze waarde, hoe lichter de middentonen en hoe fletser het beeld.
Idealiter komen gamut, kleurtemperatuur en gamma van een monitor overeen met een bepaalde standaard, waarvoor het materiaal dat je op het scherm bekijkt is gemaakt. Zo zie je het precies zoals de maker het heeft bedoeld. Veruit het relevantst voor pc-gebruik is sRGB, een kleurruimte die in de afgelopen twintig jaar min of meer de standaard is geworden voor afbeeldingen, het web en games. Kleurbereik, witpunt en gammawaarde komen goeddeels overeen met die van Rec. 709, een veelgebruikte standaard in de film- en televisiewereld en relevant voor alles van televisie-uitzendingen tot speelfilms. Behalve hdr-materiaal (zie onder) is vrijwel alles wat je als gemiddelde consument op een scherm wilt zien, dus gemaakt met deze specificaties in gedachten, vandaar dat een goede sRGB-weergave wat ons betreft belangrijk is.
AdobeRGB
Voor grafici is naast sRGB de AdobeRGB-kleurruimte relevant. Deze omvat namelijk alle kleuren die in print kunnen worden weergegeven, wat van AdobeRGB-schermen een nuttig hulpmiddel maakt voor dtp-werkzaamheden. Ondanks het grotere aantal wide-gamutmonitors die tegenwoordig op de markt komen, zijn er nog steeds weinig schermen die het extra verzadigde groen van AdobeRGB goed kunnen weergeven.
Om erachter te komen of een scherm een goede afstelling heeft, kun je het best de reviews op Tweakers en andere sites raadplegen. We beoordelen eigenschappen als het grijsverloop en de kleurweergave door ze weer te geven als een ΔE-waarde, waarbij een gemiddelde onder de 3 duidt op een afwijking die vrijwel niet zichtbaar is voor normaal gebruik. Ook de gemeten kleurtemperatuur en gammawaarde vind je tussen de grafieken in onze reviews.
Hoewel er bepaalde monitorseries zijn die over het algemeen een goede afstelling hebben, vooral schermen in het duurdere segment die zijn bedoeld voor beeldbewerking of kantoorgebruik, is er voor goedkopere schermen niet echt een peil op te trekken. Een inventarisatie van schermen die we in de afgelopen periode hebben getest, stemt niet hoopvol, want slechts de helft scoort gemiddeld onder de grens van 3 in de strengste test die we uitvoeren, een meting van twintig verschillende kleuren en grijstinten op de ColorChecker-testkaart. Mocht je scherm niet zo goed uit de test komen, weet dan dat instellingen in de osd de weergave eventueel kunnen verbeteren vanaf de stand waarop het scherm af fabriek is ingesteld. Kies voor de kleurtemperatuur bijvoorbeeld een waarde van 6500 kelvin indien mogelijk, en voor het gamma 2.2. Niet alle schermen stellen je in staat de weergave zo gedetailleerd aan te passen.
Voor wat het kleurbereik betreft, zien we in de laatste jaren dat er steeds meer schermen zijn die standaard een grotere kleurruimte kunnen weergeven dan sRGB. De toenemende beschikbaarheid van dit soort wide-gamutschermen is enerzijds positief als je houdt van verzadigde kleuren; vooral rood en groen springen er op zo'n monitor lekker uit. Aan de andere kant sluit het niet aan bij het meeste materiaal dat je op de monitor gaat zien, wat betekent dat kleuren er standaard oververzadigd uitzien. Idealiter heeft de fabrikant een sRGB-modus ingebouwd in het menu om dat tegen te gaan, waarbij de kleuren worden teruggeregeld tot de sRGB-kleurruimte. We meten deze stand altijd apart door als het scherm er een heeft. Zeker goedkopere schermen moeten het vaak zonder stellen en sommige fabrikanten hebben de ergerniswekkende gewoonte de helderheid te vergrendelen bij het gebruik van deze stand, zodat je de sRGB-modus niet prettig kunt gebruiken.
Kleurbeheer voor wide-gamutschermen
Om sRGB-kleuren alsnog goed weer te geven op eenwide-gamutscherm zonder gelijknamige stand, kun je gebruikmaken van het ingebouwde kleurbeheer in je besturingssysteem. Door middel van een kleurprofiel, een klein bestandje waarin de eigenschappen van het scherm worden omschreven, laat je het OS weten dat het de kleuren moet aanpassen. Sommige fabrikanten stellen zo'n profiel beschikbaar op de website en anders kun je eventueel een standaardprofiel gebruiken. In macOS werkt dat erg goed, maar als Windows-gebruiker kun je er helaas niet zeker van zijn dat je de juiste kleuren ziet. Het Windows-bureaublad, thumbnails in de Verkenner en bepaalde apps, zoals fullscreengames, worden ongeacht het ingestelde profiel met de volledige verzadiging van het paneel getoond. Zodoende heeft een sRGB-scherm of een wide-gamutscherm met een goede sRGB-modus wat ons betreft nog steeds de voorkeur als je een correcte sRGB-weergave prefereert.
Hdr-weergave
Hdr-materiaal stelt aanmerkelijk hogere eisen aan het paneel dan standaard sdr-beeld. Een hdr-beeld kan een groter kleurbereik en meer gradaties in kleur bevatten en bovendien gecodeerd worden voor een hogere maximale helderheid. Daarmee kunnen de verschillen tussen de felste highlights en donkerste schaduwen veel groter zijn. Om een scherm hdr te mogen noemen, is niets anders nodig dan dat het een bepaalde hdr-standaard ondersteunt, meestal HDR10. De vraag is of het paneel technisch in staat is om het hdr-signaal zo weer te geven als bedoeld, dus met de extra grote helderheidsverschillen, verzadigde kleuren en genuanceerde kleurovergangen. Dat valt bij de huidige generatie pc-beeldschermen over het algemeen erg tegen.
Een aantal DisplayHDR-keurmerken en waarvoor ze staan, aldus de VESA
Om goede hdr-schermen te onderscheiden van slechte, heb je als koper van een nieuwe monitor in theorie een goed hulpmiddel in de vorm van de DisplayHDR-keurmerken. Die bestaan sinds 2019 en worden uitgereikt door een externe instantie, de Video Electronics Standards Association, of VESA, aan de hand van vaste prestatiecriteria. De belangrijkste staan in de tabel hieronder.
*Kleurdiepte: aantal kleuren dat kan worden weergegeven, met 256 stappen per primaire kleur bij een 8bit-scherm (16,7 miljoen kleuren) en 1024 stappen bij een 10bit-exemplaar (1,07 miljard kleuren), wat een vloeiendere gradatie oplevert. Deze hogere kleurdiepte mag conform de vereisten van het DisplayHDR-logo worden bereikt door dithering.
Minder goed aan de DisplayHDR-logo's is dat de gestelde eisen in de praktijk niet streng genoeg zijn. Dat geldt vooral voor het veel geziene DisplayHDR400-keurmerk, waarvoor een scherm in feite niets anders hoeft te kunnen dan wat het voor sdr-weergave al kan. Bij de overige DisplayHDR-keurmerken voor lcd-monitors is vooral het criterium voor het te behalen contrast erg makkelijk. Een theoretisch contrast van bijna 4000:1 volgens DisplayHDR500, oplopend naar meer dan 50.000:1 bij een DisplayHDR1400-keurmerk, klinkt als heel wat, maar de witte en zwarte vakken in het gebruikte testpatroon liggen erg ver uit elkaar. Een lcd-monitor met hele simpele local dimming met 8 of 10 zones, zoals we ze maar al te vaak zien, slaagt al voor deze test. Voor echte beelden met een complexe mix van licht en donker is dat niet toereikend. In praktijkscenario's ligt de contrastwaarde op dit soort monitors soms nog beneden 1000:1, veruit onvoldoende voor een goede hdr-weergave.
Demonstratie van de werking van full array local dimming op een televisie
Wil je een lcd-monitor met een relatief goede hdr-weergave, kijk dan vooral naar de aanwezigheid van een full array local dimming-, of fald-, backlight, eventueel voorzien van minileds. In plaats van de simpele localdimming-implementatie op de meeste andere hdr-schermen, is het backlight op dit soort schermen opgedeeld in honderden of duizenden zones die afzonderlijk van elkaar kunnen worden uitgeschakeld. Dat levert een veel betere contrastweergave op, die overeind blijft bij complex beeldmateriaal. Er is geen keurmerk of logo waaraan je deze schermen kunt herkennen, al hebben ze vaak wel een DisplayHDR600-, DisplayHDR1000- of DisplayHDR1400-logo, omdat ze ook aan die eisen voldoen. Desondanks is het niet zo moeilijk om dit soort schermen te vinden, doordat een fald-backlight voorlopig hoge meerkosten met zich meebrengt, die ook weer worden doorberekend in de prijs van het scherm.
Een andere mogelijke optie is de aanschaf van een kleine oledtelevisie. De laatste jaren komen monitorfabrikanten ook met oledschermen, eventueel op basis van hetzelfde woledpaneel als LG's oledtelevisies hebben. Die hebben soms een DisplayHDR-keurmerk dat wél hoge eisen stelt aan de zwartwaarde en daarmee het te behalen contrast: DisplayHDR True Black 400, 500 of 600. Met zo’n logo kun je ervan op aan dat het paneel wat kleuren en contrast betreft voldoet aan de eisen voor hdr-materiaal, hoewel de piekhelderheid weer niet echt hoog hoeft te zijn.
Uniformiteit, kijkhoeken en energiegebruik
Een gemiddelde pc-monitor geeft geen compleet uniform beeld, met bijvoorbeeld hoeken die donkerder zijn dan het midden van het scherm, of lichtere vlekken die zichtbaar zijn op een zwart beeld, ook wel clouding of backlightbleeding genoemd. Ips-schermen kunnen ook last hebben van een effect genaamd IPS glow, waarbij een deel van het scherm sterker oplicht onder een hoek, wat er van dichtbij bekeken uit kan zien als backlightbleeding. De afwijkingen kunnen van exemplaar tot exemplaar verschillen, al zijn er producten waarbij de problemen zich vaker voordoen dan bij andere. Lees om daarachter te komen vooral de gebruikersreviews op Tweakers en andere websites. Over het algemeen kun je stellen dat je van een duurder scherm een betere uniformiteit mag verwachten dan van een goedkoper model, waarbij sommige dure schermen voor beeldbewerking ook digitale uniformiteitscompensatie aan boord hebben om de gelijkmatigheid van heldere beelden te verbeteren. Dat gaat over het algemeen wel ten koste van het contrast.
We meten de helderheid van wit en zwart op vijftien punten door om de uniformiteit van een monitor te beoordelen. Gemiddeld over alle monitors die we in de afgelopen tweeënhalf jaar hebben doorgemeten, zit er een helderheidsverschil van 15 procent tussen het donkerste en het lichtste meetpunt op het scherm bij de weergave van een wit beeld. Dat klinkt niet enorm, maar geeft toch een aanmerkelijk verschil als je beide gebieden van het scherm pal naast elkaar zou kunnen zien. Bij de weergave van zwarte beelden zijn de verschillen tussen het lichtste en donkerste meetpunt gemiddeld precies dubbel zo groot, 30 procent. Om inzichtelijk te maken hoe dat eruit kan zien, zie je hieronder een foto van een zwart scherm op twee monitors uit ons testbestand die blijkens de meting ongeveer die helderheidsverschillen vertoonden. Deze foto is genomen in een donkere studio en zo belicht als je het scherm ongeveer ziet.
Zwartuniformiteit van de Acer Nitro XV322QKK en Samsung Odyssey G5 LC27G55T, monitoren uit ons testbestand die op dit onderdeel gemiddeld scoren
Om afwijkingen in de zwartuniformiteit te verstoppen, kun je wat meer verlichting aanzetten of de helderheid van het scherm verder terugdraaien. VA-panelen zijn hier toch al in het voordeel door de in absolute zin diepere zwartwaarde ten opzichte van ips- en TN-modellen. Soms kan het helpen om het scherm uit elkaar te halen om de druk op de hoeken van het paneel te verlichten, maar dat is echt iets voor knutselaars en je verliest uiteraard je garantie. Aan afwijkingen in de wituniformiteit - denk naast helderheidsverschillen ook aan een paarsige of groenige tint aan een kant of hoek van het scherm - valt vrij weinig te doen. Ben je iemand die zich snel ergert aan afwijkingen, dan kun je als consument het beste winkelen bij een webshop en het product binnen de Wet koop op afstand retourneren als het niet aan je verwachtingen voldoet. Hetzelfde recht heb je niet bij een fysieke winkel.
Kijkhoeken
Onder een hoek boeten lcd-monitors zoals bekend in aan helderheid en kleurverzadiging. De zwartwaarde loopt juist verder op, waardoor het contrast terugloopt. VA-panelen scoren over het algemeen nog iets slechter dan gemiddeld op dit punt, tenminste de schermen die wij hebben doorgemeten. TN-panelen scoren in de meting vooral heel slecht als je ze van boven of onder bekijkt. Bij dit paneeltype draaien de kleuren dan om en krijg je een negatieve afbeelding te zien.
Kijkhoeken: LG 34WP88C (ips, links) versus Alienware AW3423DW (oled). De ips-monitor heeft onder een hoek niet alleen een lagere helderheid, maar ook loopt de zwartwaarde op, waardoor het beeld in vergelijking futloos oogt
Als het gaat om de kleurafwijking onder een hoek, loopt de gemiddelde afwijking bij ips-panelen minder hoog op dan bij de andere twee paneeltechnieken, waarbij TN er vooral in verticale richting weer negatief uitspringt. Ook de standaardafwijking tussen de verschillende deelmetingen is bij ips-panelen over het algemeen lager, wat erop duidt dat de helderheid van verschillende kleuren in ongeveer dezelfde mate afneemt en het paneel dus niet van kleur verschiet.
De typische gamma-shift die je in meer of mindere mate ziet op alle schermen met VA-paneel: naar de randen van het scherm toe worden schaduwen lichter en kleuren fletser
In de praktijk is een kijkhoek van 45 graden natuurlijk wel vrij extreem en zul je een monitor vermoedelijk meer recht van voren bekijken. Toch kun je ook recht van voren nog afwijkingen zien in de uiterste hoeken van het scherm als je er dichtbij zit. Zoals de meetresultaten al uitwijzen, is de weergave van kleuren onder een hoek het stabielst op een ips-paneel. Wel loopt de zwartwaarde bij dit paneeltype in onze ervaring vrij snel op, waarbij bepaalde schermen ook nog last hebben van een bijkomend effect, IPS glow, (zie boven). VA-panelen vertonen een typische gammashift, waarbij de kleuren in het midden van het scherm donkerder lijken dan aan de zijkant en donkergrijze details in het midden wegvallen: black crush. Je ziet het effect op de afbeelding hierboven. TN-panelen vertonen een soortgelijke afwijking van boven naar onder, waarbij de bovenkant van het scherm er donkerder uitziet dan de onderkant. Om deze reden lenen VA- en TN-panelen zich minder goed voor beeldbewerking dan ips, omdat de kleurweergave op dit soort schermen in de praktijk wat variabeler is, ook al is het paneel perfect gekalibreerd en zeer uniform.
Energiegebruik
De huidige generatie monitors met ledbacklight is over het algemeen erg zuinig, waarbij het gemiddelde scherm, ingesteld op een vaste helderheid wit van 150cd/m², zo'n 23W verstookt in onze tests. Schermen met extra features, zoals USB-poorten of rgb-verlichting, verbruiken vaak wat meer. Ook een hogere pixeldichtheid of een hogere refreshrate dragen gemiddeld bij aan het verbruik. De meeste invloed heeft, je raadt het al, het formaat van het scherm. Schermen van 23" tot 24" verbruikten in onze meting op 150cd/m² bijvoorbeeld gemiddeld maar ongeveer 13W, terwijl de geteste 34"-monitors zo'n 31W nodig hadden in bedrijf. Een gemiddelde desktop-pc gebruikt nog een stuk meer stroom, zelfs als je (bijna) niets aan het doen bent.
Wil je het energiegebruik van je monitor terugdringen, dan is het verminderen van de helderheid een eenvoudige tip. Op de maximale helderheid verbruiken schermen soms meer dan twee keer zoveel als in onze meting op 150cd/m². Zakelijke schermen zijn vaker voorzien van een lichtsensor, die daarbij kan helpen, terwijl ecovriendelijke monitors soms ook met een aanwezigheidssensor zijn uitgerust. Daardoor kan het scherm automatisch uitgaan als je er een tijdje niet voor zit.
Responstijden en refreshrate
Ga je de monitor gebruiken voor gaming, dan worden eigenschappen als een hogere refreshrate, responstijden, inputlag en de aanwezigheid van FreeSync of G-SYNC relevant. Voor zakelijk gebruik kun je deze sectie rustig overslaan, want daarvoor heb je al deze features niet nodig.
Koop je een 'normale' monitor, dan heeft die vaak een refreshrate van 60Hz, wat wil zeggen dat 60 keer per seconde een nieuw beeld wordt vertoond. Een gamingmonitor kan minstens het dubbele aantal beelden per seconde laten zien of nog veel meer, deels ook afhankelijk van de resolutie. Full-hd-monitors zijn er bijvoorbeeld met een refreshrate van 360Hz, terwijl 4k-exemplaren nog niet verder komen dan 160Hz. Een hogere refreshrate maakt dat bewegende beelden er scherper uitzien. Bovendien leidt het tot minder inputlag, of de vertraging tussen het moment dat je op een knop drukt en er in het beeld iets verandert. De inputlag is niet alleen afhankelijk van de refreshrate, maar ook van de verdere beeldverwerking die in de monitor plaatsvindt voordat het signaal naar het paneel wordt gestuurd.
Een gamingmonitor met een hoge refreshrate kan voor fanatieke spelers echt een verschil maken. Ben je een meer gemiddelde speler, dan is vooral de stap van 60Hz naar 144Hz of hoger merkbaar, terwijl bij nog hogere refreshrates sprake is van afnemende meeropbrengst. Bedenk ook dat je een zeer krachtige pc nodig hebt om 144fps te halen in recente titels, laat staan een hogere waarde om schermen met een nog hogere refreshrate optimaal te kunnen gebruiken.
Responstijden
Gtg, mprt, ulmb
Hoe scherp bewegend beeld er op een lcd-monitor in de praktijk uitziet, hangt behalve van de gtg-responstijd af van de tijd dat ieder beeld stilstaat op het scherm, ook wel de mprt-responstijd genoemd. De afbeelding hierboven geeft daarvan een indruk. Naast het ophogen van de refreshrate is er nog een manier om de mprt-responstijd te verhogen: het inlassen van een korte zwarte pauze tussen ieder beeld. Op lcd-monitors wordt dat over het algemeen bereikt door het backlight steeds even uit te zetten. De functie, te vinden op vooral duurdere gamingschermen, is bekend onder verschillende namen, waaronder ulmb en elmb. De betere implementaties stellen je in staat de lengte van de knippering aan te passen en laten toe de functie te gebruiken als FreeSync of G-SYNC actief is.
Een hoge refreshrate is leuk en aardig, maar uiteindelijk bepaalt de snelheid van de vloeibare kristallen in het (lcd-)paneel hoe snel er een nieuw beeld kan worden getoond, ook wel de gray-to-gray-, of gtg-responstijd van het scherm. Bij een 60Hz-scherm moet er iedere 16,67ms een nieuw beeld op het scherm staan, bij een 144Hz-monitor wisselen beelden elkaar iedere 6,94ms af, terwijl een beeld op een 240Hz-monitor slechts 4,17ms blijft staan. Logischerwijs reageert het paneel idealiter sneller dan die waarde, maar in de praktijk zien we dat dat lang niet altijd het geval is.
Om de respons van een lcd-paneel te versnellen, maken fabrikanten van lcd's gebruik van overdrive. Bij het overschakelen van de ene naar de andere kleur wordt tijdelijk een hogere spanning naar de pixel gestuurd dan de beoogde waarde, zodat de overgang flink sneller verloopt. De meeste schermen hebben een aantal verschillende instellingen voor de overdrive, waarbij de snelste instelling het signaal het meest overstuurt. Dat kan in de praktijk flink zichtbare ‘overshoot’ en ‘undershoot’ opleveren. In de foto hieronder zie je die bijvoorbeeld als een witte halo achter het ufootje, dat over het scherm beweegt. Veel overshoot vinden we in de praktijk nog storender dan trage responstijden, reden dat we de overdrive bij aanvang van een monitortest afstellen op een waarde waarop het scherm zo snel mogelijk is, maar geen overdreven artefacten laat zien.
Bij Tweakers meten we de responstijd van een scherm vervolgens door een gemiddelde te nemen van twintig overgangen tussen verschillende grijstinten, zwart en wit. Niet alle overgangen tussen verschillende kleuren verlopen namelijk even snel. Vooral bij monitors op basis van een VA-paneel zijn de verschillen vaak heel groot, waarbij overgangen tussen zwart en donkergrijs héél traag verlopen, met gemeten responstijden van 20ms of meer. Je kunt dat zien als black smearing, een vegerig spoor in bewegende beelden met donkere grijstinten. Het moge duidelijk zijn dat dat voor gamingdoeleinden niet ideaal is.
In deze serie afbeeldingen van de UFO-test van Blurbusters beweegt het ufootje van links naar rechts over het scherm. Op de linkerfoto is een scherm te zien met relatief trage gtg-responstijden - je ziet daardoor een spoor van uitdovende pixels achter de ufo. Op de middelste foto zie je een scherm dat last heeft van enige overshoot, waardoor een lichtere rand te zien is achter de ufo. De rechterfoto toont ter referentie een scherm met een min of meer perfecte gtg-respons. Het beeld is toch nog niet perfect scherp vanwege de mprt-responstijd van dit scherm (zie kader).
Om erachter te komen of de monitor die je wilt kopen, snelle responstijden biedt, lees je het best de reviews op Tweakers en andere sites met apparatuur om de responstijden van het scherm te meten. De specificaties van fabrikanten zelf zijn vrijwel nutteloos. Die nemen vaak het resultaat van de snelst mogelijke kleurovergang in de snelst mogelijke overdrive-instelling, wat lelijke overshootartefacten oplevert. Zodoende pronken veel monitors met een responstijd van '1ms', terwijl we in de praktijk zien dat de gemiddelde gtg-responstijd op een realistische instelling bij een gamingmonitor toch eerder in de ordegrootte van 5ms ligt.
FreeSync en G-SYNC
Een variabele refreshrate is een must voor een gamingmonitor. Zakt de framerate bijvoorbeeld van 144 naar 121 frames per seconde als je videokaart het even niet bijhoudt, dan schakelt het scherm ook terug naar dezelfde 121Hz. Het alternatief is dat de monitor altijd wacht op ieder volledig beeld, wat extra inputlag met zich meebrengt, of dat frames gedeeltelijk worden getoond. De zichtbare harde overgang tussen twee frames die je dan zou kunnen zien, wordt ook wel tearing genoemd.
Een praktijkvoorbeeld van tearing
Voor de synchronisatie tussen monitor en videokaart bestaan verschillende technieken. Heb je een AMD-videokaart, dan gebruik je FreeSync, terwijl Nvidia-kaarten met G-SYNC overweg kunnen. Bepaalde consoles, zoals Xbox One- en Series-consoles en de PS5, ondersteunen HDMI Forum VRR, een aan FreeSync verwante techniek die onderdeel is van de HDMI 2.1-specificatie. Xbox-consoles kunnen ook gebruikmaken van FreeSync op schermen met een HDMI 2.0-poort, mocht je scherm geen HDMI 2.1 hebben.
Op de betere gamingschermen zie je over het algemeen een FreeSync- of G-SYNC-logo. Standaardenorganisatie VESA, die ook achter de DisplayHDR-logo's zit, heeft onlangs twee eigen keurmerken in het leven geroepen. In de onderstaande tabel zie je een overzicht van alle logo's en wat je mag verwachten van een scherm dat het voert.
Nvidia G-SYNC
AMD FreeSync
VESA
G-SYNC Compatible
G-SYNC
G-SYNC Ultimate
FreeSync
FreeSync Premium
FreeSync Premium Pro
MediaSync Certified
AdaptiveSync Certified
Bereik
verschilt
vanaf 1Hz
1-144Hz>
verschilt
verschilt
verschilt
<48-60Hz>
<60-144Hz>
Lfc*
geen eis
Ja
Ja
geen eis
Ja
Ja
geen eis
geen eis
Hdr
geen eis
geen eis
Ja
geen eis
geen eis
Ja
geen eis
geen eis
Flikkering/ artefacten
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
Responstijden
geen eis
geen eis
geen eis
geen eis
geen eis
geen eis
geen eis
<5ms gemiddeld
Variabele overdrive**
geen eis
Ja
Ja
geen eis
geen eis
geen eis
geen eis
geen eis
*Lfc: low framerate compensation, een techniek waarbij het scherm beelden dubbel laat zien op het moment dat de refreshrate onder het bereik van de monitor zakt, waardoor FreeSync blijft werken tot de helft van het minimum, bijvoorbeeld 24Hz bij een scherm met FreeSync vanaf 48 Hz
**Variabele overdrive: op dezelfde overdrive-instelling blijft de balans tussen responstijd en overshoot ongeveer constant op het moment dat de refreshrate van het scherm verandert. Zonder variabele overdrive kan er op lagere refreshrates bijvoorbeeld zeer veel overshoot te zien zijn, tenzij je de overdrive-instelling handmatig aanpast
Nvidia G-SYNC monitoren hebben een speciaal stukje hardware aan boord
Waar de meeste logo's laten zien dat een monitormaker zijn scherm voor een (betaalde) controle langs een videokaartenmaker of de VESA heeft gestuurd, is de samenwerking tussen schermfabrikant en Nvidia voor G-SYNC en G-SYNC Ultimate-schermen inniger. Deze monitors hebben een speciale scaler van Nvidia aan boord. Dat brengt meer beloften met zich mee, maar vaak ook een hogere prijs en een beperkt aanbod.
Ook als een scherm geen logo heeft of als je een FreeSync-monitor zonder G-SYNC-logo met een Nvidia-kaart wilt gebruiken, kun je vaak toch een variabele refreshrate gebruiken. Daarop is echter geen garantie en er kunnen dan ook visuele artefacten als (duidelijk) geflikker optreden. Ook op goedgekeurde schermen is de helderheid van het beeld bij snelle wisselingen van de refreshrate soms niet volledig stabiel. De VESA heeft aan zijn nieuwe keurmerken een aantal criteria voor flikkering verbonden, terwijl AMD en Nvidia op hun beurt ook beloven dat de schermen met hun logo's minimaal tot geen last hebben van dit effect.
Wat mij vooral opvalt de laatste paar jaar is dat er een enorme strijd is gekomen voor hertzen, maar dat die maar moeilijk naar 4K gaat en de beeldkwaliteit daarvoor niet gigantisch gestegen is. Ook de HDR is voor de meeste monitoren waardeloos of zelfs af te raden. Ook omdat Windows er gewoon niet geweldig mee omgaat en het voor laptops nog veel stroom vergt (die van mij weigert HDR als ie niet aan de oplader hangt)
En, ook niet onbelangrijk, de belabberde staat van de kabels/adapters markt. Niet alleen betaal je de hoofdprijs, ook al is het een lullige hdmi-adapter. Maar bij veel bedrijven ligt nog gewoon oude meuk in de winkel. Dat er 4K 30hz op staat bijvoorbeeld, dat is dus gewoon HDMI 1.4, een standaard uit 2009. En dat je blij mag zijn als er 4K 60hz op staat. HDMI 2.1 is gewoon nog onvindbaar en zelfs voor een hele simpele dock met HDMI 2 betaal je dus rustig 50+ euro. En wil je er een USB-C aansluiting op, dan mag je overal 20 euro bij optellen. Minimaal.
Tuurlijk, schaarste vanwege covid, maar die drang naar kabels e.d. is van 2020, niet 2022. De marge is enorm en vaak weet je niet eens wat voor ondersteuning de kabels werkelijk bieden.
Ik zou ook veel liever een groot scherm hebben met 60Hz en geweldige kleuren, dan een game monitor die ook nog HDR heeft en dan 144Hz..
Heb gisteren eens een filmpje gemaakt in 120FPS op mijn OnePlus 9 Pro van mijn dochter die aan het dansen was, en dan zie je wel dat het er net wat beter uit ziet (is net of je er zelf live bij staat), maar als ik dan het filmpje van 60FPS bekijk vind ik dat ook totaal niet storend. 60 naar 30 weer wel, dus de 8K@30 feature gebruik ik niet.
Ik heb nu een 1440p ultrawide (UWQHD?) die nette kleuren heeft, wordt volgens rtings afgekeurd op gamen en ergonomie. Prima, want hij hangt aan een arm, en zolang hij mijn 60FPS spel op mijn niveau aan kan is dat helemaal super.
Helemaal mee eens. De ontwikkelingen lijken retetraag te gaan in de monitorwereld. Zeker wat betreft aansluitingen zoals DP en HDMI is het belachelijk hoe traag de nieuwe standaarden worden geïmplementeerd. Maar ze duwen de monitors wel vol met nutteloze USB aansluitingen of brakke speakers en andere features die niemand in een monitor zoekt.
De monitormarkt lijkt inderdaad het ondergeschoven kindje van de computerindustrie te zijn. Het opvoeren van het aantal Hz en verkleinen van de input lag lijken goedkope features te zijn, waar men lekker veel geld voor kan vragen. Het nut van die hoge refresh-rates is vrij beperkt. Onze ogen zijn daar niet echt gevoelig voor. Het knipperen van lampen op 50 Hz zien we niet eens.
Voor kantoor lijkt full HD nog steeds de standaard. Op 27" begint het nu eindelijk een beetje te verschuiven naar quad HD. 4K lijkt nog voorbehouden aan schermen van 34" en groter.
Waar de display port op laptops en video kaarten al lang standaard is geworden, lopen de monitoren nog achter en is HDMI 2.0 nog steeds de standaard. Gelukkig is er naast de twee of drie HDMI porten inmiddels meestal één display port gekomen. De display port out (om het tweede scherm mee aan te sluiten) is nog een zeldzaamheid.
De kabels en converters lijken de melkkoe van de computer industrie te zijn geworden. Als je goede kabels kunt vinden die het maximale uit jouw grafische kaart kunnen halen betaal je er inderdaad de hoofdprijs voor. Het maken van een goede HDMI 2.1 kabel van 1,6m kost € 7,- tot € 10,0 Als je er al een snel € 70 voor. Er zijn goedkopere kabels in de handel, maar die halen de beloofde specificaties vaak niet. Met een beetje pech krijg je zelfs een HDMI 2.0 ipv HDMI 2.1 kabel. Display port kabels zijn wel een stuk goedkoper
Een goede dp 1.4 kabel van 1,5 m zou zo'n € 15,- moeten kosten. De converters van display port naar HDMI zijn gek genoeg spotgoedkoop, al moet je voor een goede DP 1.4 > HDMI 2.0 converter wel flink zoeken (ze zijn erg schaars) en rekenen op een bedrag van minimaal € 35,-
Eigenlijk is het raar dat de monitor wereld zo achter loopt. Bij de grafische kaarten trekt men juist alles uit de kast om maar een zo mooi mogelijk beeld in zo hoog mogelijke resoluties te genereren. Zonder monitor die al dat moois (liefst in 8K) ook kan laten zien is dat toch zonde.
Ik ben toevallig op zoek naar een nieuwe set van twee 24" beeldschermen. De beeldschermen gaan aan mijn Windows en Mac laptops aangesloten worden. Daarom ben ik op zoek naar een opstelling die met 1 kabel aangesloten kan worden op de laptop, en die werkt met zowel Windows als Mac. Voor zover ik zie, bestaat dit niet. Voor Windows is er van alles mogelijk, ook al valt de keuze nog mee (wat ook voordelen heeft). Voor de Mac lijkt Thunderbolt vereist, en dat vind ik niet in 24" schermen, maar überhaupt niet veel.
Dit aspect valt onder de mogelijkheden tot aansluiten, en daar staat niet veel over in het artikel. Voor desktops is dit natuurlijk een voetnoot, omdat alles kan. Maar voor laptops zou ik nu niet meer iets willen kopen met 1 kabel per scherm.
Dat bestaat. Zoek maar op DisplayPort daisy chaining. Je kunt zo 1 usb-c kabel gebruiken om je laptop aan je usb-c hub monitor te verbinden. De laptop krijgt zijn voeding via de kabel en de monitor zijn usb en DisplayPort info. Vervolgens sluit je een DisplayPort kabel aan tussen die monitor en een 2e monitor. (Het eerste scherm heeft hier wel een DisplayPort out poort nodig).
Dit kan ook via Thunderbolt. Maar die schermen zijn niet gangbaar.
Je kunt ook een usb-4 hub of Thunderbolt 3 hub gebruiken om 2 schermen op aan te sluiten, dan heb je dus geen display Port out poort nodig.
Ik heb twee Samsung QHD monitoren (24" en 27") die dat ondersteunen, maar ik gebruik toch een USB-C hub omdat ik wat problemen had met de aansturing. Denk dat het door de Intel Win10 driver kwam die IT van mijn werkgever installeert. Ik draai sinds een week Windows 11, maar nog niet gekeken of het opgelost is.
Idee is dat via DP twee "video streams" door een kabel stuurt. Die Samsung monitoren hebben dan een DP out zodat je kunt daisychainen.
Dus je kunt: DP laptop => DP in monitor #1 - DP uit monitor #1 => DP iin monitor #2
of
USB-C laptop =>> DP in monitor #1 - DP uit monitor #1 => DP iin monitor #2
DisplayPort daisy chaining werkt niet met Mac computers, behalve als je Thunderbolt 3 hebt. Dat is een software beperking die Apple nog steeds niet opgelost lijkt te hebben, terwijl iedere Windows laptop dit wel kan.
Klopt DisplayPort Daisychain (MST) werkt niet onder MacOS.
Hier op kantoor heb ik medewerkers met Windows en Mac laptops en we hebben een paar Dell schermen die MST supporten maar dat is dus alleen werkend te krijgen onder Windows (en zelfs dan flaky).
Voor de Mac gebruiken we Belkin thunderbolt docks om consistent meerdere schermen op 1 Mac met 1 kabel aan te kunnen sluiten.
Dank je wel. Dat is misschien een goed alternatief. Thunderbolt 3 schermen zijn moeilijk te krijgen en ook nog eens relatief duur. Zo'n dock klinkt dan beter. Ik heb nu een Lenovo dock, die helaas niet goed werkt met mijn MacBook Pro. Ik ga naar die van Belkin kijken.
Een 48" scherm is ook hoger, wat ik niet prettig vind. Ik wil de breedte van 2x 24". Daarnaast wil ik niet van PowerToys of andere extra software afhankelijk zijn om windows makkelijk met toetsenbordcombinaties neer te zetten. Het gaat primair om werk, en daarvoor is OLED (voor mij) niet speciaal nuttig.
Dank je wel. Ik ga kijken of ik hiermee Displayport Daisy chaining aan de praat kan krijgen met een MacBook Pro. Volgens specs is het USB 3 en niet Thunderbolt. Daarom is het afwachten of dat met mijn MacBook werkt. Ik ga er achteraan.
Het is niet helemaal wat je aangaf... maar ik had een soortgelijke opstelling met 2 kabels per monitor en een docking station en zo. Als ik jou was zou ik zeker ook eens 1 34" monitor overwegen.
Ik heb een Dell C3422WE met gekromd scherm, volgens mij ook thunderbolt, maar dat heb ik niet geprobeerd. 1 230V aansluiting, 1 USB-C kabel naar de laptop en that's it!
Knopjes voor videoconferencing, 3440x1440. Uitstekend voor home office werk.
Bij mij staat ie op de eettafel, met de terug geklapte laptop eronder/ervoor (staat op zijn toetsenbord, moet je laptop natuurlijk maar net kunnen) als 2e scherm.
Heb ik gasten dan zijn er 1 monitor, 1 laptop (en draadloos toetsenbord en muis) weg te halen.
[Reactie gewijzigd door batteries4ever op 22 juli 2024 15:26]
Voor de Mac lijkt Thunderbolt vereist, en dat vind ik niet in 24" schermen, maar überhaupt niet veel.
Thunderbolt werkt met display port / mini-display port (inderdaad niet heel duidelijk, die benamingen) en daarvan staan er 1.992 monitoren in de pricewatch, dus beschikbaarheid van ‘Mac-compatible’ schermen is het probleem niet.
Zoek op internet op combinatie van MacBook met DisplayPort MST en huiver van de hoeveelheid problemen die je vindt. De reden dat ik dit vraag is omdat ik de nodige ervaring heb dat het dus NIET werkt.
Ik begrijp dat het Multi Stream Transport gedeelte de crux is.
Macs have only ever supported MST to a genuine Thunderbolt Display as the first display. The second display can be whatever is supported by your first display.
Op zich zijn Macs dus wel compatible met DisplayPort monitoren, maar om ketting van monitoren aan te sturen – dus via één kabel – moet de eerst monitor MST ondersteunen.
Als ik het goed begrijp is het waarschijnlijk eenvoudiger / goedkoper / flexibeler om per monitor een kabeltje te gebruiken, maar dan moeten de laptops natuurlijk wel twee uitgangen hebben.
Monitor boven de 600 euro? Dan is OLED de enige juiste keuze. Een LCD zou nooit meer dan 600 euro mogen kosten, zeker als je kijkt naar inch scherm per euro (van het duurdere LCD segment) is het gewoon pure markt segmentatie.
[Reactie gewijzigd door GoT.Typhoon op 22 juli 2024 15:26]
Waar vind ik een OLED monitor in de prijsrange 600-1200 euro? Die bestaan (nog) niet . Ja, je kunt natuurlijk voor pakweg 1000 euro een TV op je bureau zetten, maar daar zitten de meesten niet op te wachten.
Zou fantastisch zijn als je met een budget van, ik noem maar wat, 800 euro een mooie OLED ultrawide kon kopen, maar de markt is het daar duidelijk niet mee eens. Dan kun je wachten, sparen, of gewoon een LCD kopen.
Ik gebruik thuis al sinds 2009 een tv ook als monitor een 1080p Panasonic plasma, vanaf 2014 een Panasonic 4K lcd tv met displayport en sinds vorig jaar een LG G1 en ben daar zeer content mee uiteraard zit ik niet op 50cm afstand maar een meter of 2 afhankelijk van het gebruik.
Ik heb momenteel de Alienware AW3423DW in bestelling staan voor volgende maand. Besteld bij Dell voor 1018 euro. De oled monitor wereld komt juist dit jaar op gang.
Ah, wist niet dat die al voor een wat schappelijkere prijs te krijgen was (al ken ik Dell wel als bedrijf waar altijd wel iets van een aanbieding loopt..). Dat is al netter. Zodra het richting de 600-800 euro gaat wordt het voor mij interessant.
Precies. Nu Samsung in hoog tempo QD oled panelen kan produceren en verlost is van LG's Oled blokkade hoop ik dat we dit of begin volgend jaar QD oled monitors gaan zien onder de 1000.
Ah, wist niet dat die al voor een wat schappelijkere prijs te krijgen was (al ken ik Dell wel als bedrijf waar altijd wel iets van een aanbieding loopt..). Dat is al netter. Zodra het richting de 600-800 euro gaat wordt het voor mij interessant.
Ja. Er was (is?) hier op het forum ergens een topic voor.
Heeft me wel eens een substantiële korting bij Dell opgeleverd.
Gebruik al sinds 2019 een TV als monitor (LG C9) en werkt gewoon prima, als het te groot is dan kan je de aspect ratio aanpassen dmv software en als het dan nog te groot is, een stukje afzagen. Voor mij en vele anderen is het echter niet te groot. ^^
Nu zit het met OLED panelen over het algemeen wel goed met de refresh rate, inputlag en kleur echtheid, maar ik begrijp je punt.
Ik heb zelf laatst een Dell U2723QE gekocht (een IPS van >600), maar dat was zeker niet alleen vanwege de kleurechtheid en resolutie, maar ook zeker vanwege extra features. Het is een van de weinige schermen waardoor ik geen dock meer nodig heb (DP pass through, 90W charging, ethernet + USB aansluitingen)
Ga je de monitor gebruiken voor gaming, dan worden eigenschappen als een hogere refreshrate, responstijden, inputlag en de aanwezigheid van FreeSync of G-SYNC relevant. Voor zakelijk gebruik kun je deze sectie rustig overslaan, want daarvoor heb je al deze features niet nodig.
Ho; wacht.. Er komt een stukje subjectiviteit bij kijken, maar een hoge refresh rate werkt ook binnen desktop apps veel fijner. Scrollen op pagina's of in excel-sheets, scrollen en zoomen in Photoshop of Illustrator. Op 120+Hz is dat allemaal veel rustiger voor de ogen en dus veel minder vermoeiend. Daarnaast voelen animaties veel vloeiender waardoor je werkstation vlotter lijkt te werken.
Op kantoor werk ik op 32" 60Hz en thuis op 32" 144Hz curved, en aan het eind van de dag kan ik bij gelijke werkzaamheden een duidelijk verschil merken. Niet voor niets dat ook non-gaming notebooks geleidelijk overstappen op high refreshrate monitor.
De monitor thuis is helaas "maar" 2560x1440 wat op 32" eigenlijk te laag is. Wellicht binnenkort een shoppen voor een 4k variant, die worden steeds betaalbaarder.
Eens. Hopelijk zien de makers van 'zakelijke' monitors dit ook een keer in, want nu lijk je vooral te moeten kiezen voor een gamingmonitor als je hoge refreshrate wil, of beeldkwaliteit zonder hoge refreshrate als je bijvoorbeeld fotobewerking wil doen. Waarom niet beide?
Nu zijn de zakelijk monitors vaak nog budget keuzes en gaat prijs voorop tussen de keuze goed werkbaar of en extra comfortabel werkbaar. Want je thuis voor prive niet mist, mis op kantoor ook niet. Of omdat baas het verschil niet ziet / merkt/ last van hebben heeft de rest het ook niet nodig.
100x€75,- extra op een vaak toch als te krap IT budget betekent keuzes,
Ik ken bedrijfjes die bij een bestelling voor een nieuwe medewerker letterlijk zeggen doe maar de goedkoopste muis en toetsenbord enz, het is maar voor de administratie medewerker
[Reactie gewijzigd door xbeam op 22 juli 2024 15:26]
Vind jij 2560x1440 op 27" ook net te laag?
Ik heb nu een 43", maar werk liever met 2x27" in vind het "smijten met vensters" heel makkelijk. Ja dat kan ook op 1 scherm maar is toch niet helemaal het zelfde.
Alleen ik twijfel of het 2560x1440 of 4k op 27" moet gaan worden. Verder uiteraard 144hz.
2560x1440 op 27" is (wat mij betreft) de absolute sweetspot qua diameter/resolutie (dus dpi). Meer dan voldoende scherp en veel minder demanding dan 4K wanneer je zo nu en dan een game afvuurt.
Als tweede monitor heb ik een (stokoude) Dell U2713H met AH-IPS scherm die na 8 jaar trouwe dienst nog even prettig kijkt als toen ik hem uit de doos trok. Echt een waanzinnige monitor.
Als main monitor heb ik nu de Samsung C32GH70. Dit was de enige "gaming" monitor met snel paneel zonder g@m3rl00ks, maar is duidelijk korrelig, bij vlakken met primaire kleuren zie je duidelijk rasterwerking.
De volgende monitor zou daarom zomaar eens de Dell C3223Q kunnen worden, mits ik die op 4K-144HZ kan aansturen via DP Alt mode over USB-C dmv een Dell WD19 dock.
Het blijft me verbazen waarom oplossingen met (goedkope) commerciële TV's niet overwogen worden. Mijn laptop stuurt een 42" 4K Sony TV aan (equivalent van 4 HD schermen, één enkele kabel, audio) die op 80 cm van mijn klavier staat. Mijn desktop is verbonden aan een goedkope LG OLED 55" die met een beugel aan de wand bevestigd is op 120 cm van mijn klavier. Klapt weg en laat mijn bureau ruimte vrij.
Schaars zijn ook schermen met de ‘klassieke’ 16:10-beeldverhouding en een resolutie van 1920x1200 pixels, vroeger zeer populair
Niet alleen vroeger zeer populair bij mij, het is in mijn beleving eigenlijk nog altijd een van de fijnste maten om mee te werken bij (een echte) 24" afmeting. Mijn oude Philips 245P gaat nog steeds mee (oke, aanknopje is na goed 10 jaar kapot gegaan en er zit er nu een aan de zijkant ingebouwd) en heeft zeker ten opzichte van de hedendaagse met speakers ingebouwd schermen eigenlijk enorm goed geluid voor gewone radio / videofragmenten.
Onlangs heb ik een Philips 243B erbij gekocht en ik baal eigenlijk van het feit dat het scherm dus kleiner dan 24" is en dat het geluid in dat ding zo brak is dat je het niet gebruikt.
Uiteindelijk ga ik wel over naar 2 dezelfde schermen, zal wel gebeuren als mijn huidige NUC aan vervanging toe is.
Ik game op de PC gewoon op een Samsung Odyssey G7 27 inch (240Hz) en groter wil ik het echt niet als ik competitive game.
Heb naast die monitor ook nog 3x een OLED van LG (GX,C1 en C8) door het huis hangen met consoles er aan, maar dat is enkel leuk om een console aan te hangen van die afstand en niet pal door je gezicht om comp te gamen met muis en tobo.
Je moet je ogen centraal kunnen houden als je redelijk dicht op zit en zelfs 27 inch vinden dan velen te groot in de comp gaming wereld.
Altijd interessant om dit soort achtergrondinformatie te lezen want er zijn altijd wel dingen waarvan je denkt van he dat wist ik nog niet of oh, zit dat zo. Maar absoluut ermee eens dat de monitor een van de belangrijkste schakels van je desktop systeem is. Nu kan je bij een desktop systeem al voor een redelijke prijs een goede monitor vinden en ben je niet direct afhankelijk van een fabrikant. Daarentegen ben je bij een laptop wel volledig afhankelijk van de fabrikant. Jammer genoeg valt mij daarbij dan op dat fabrikanten van laptops nog wel eens graag besparen op het scherm.
Jammer... wederom in een test over monitoren, geen woord over het belangrijkste: of een monitor mat of spiegelend is. Danwel hóe mat een monitor is. De fabrikanten zouden een standaard schaal moeten gebruiken voor de matheid, èn die duidelijk weergeven bij de specs.
Ik zelf wil niets anders dan mat. Ookal zou direct licht je hele scherm onbruikbaar maken, zie je in andere omstandigheden geen reflecties van je omgeving, wat echt veel belangrijker is dan een felle zon (waar je in principe een gordijn dicht kunt doen)
op de derde pagina staat wat over antireflectie coating onder "Afwerking is ook belangrijk". Sommige fabrikanten vermelden ook wat voor scherm het is bij het type coating in de specs.
Voor fotografie is accurate kleurruimte ook erg belangrijk en hiervoor is Adobe RGB lange tijd de standaard. Grappig genoeg ondersteunen professionele printers vaak nog grotere kleurruimtes (ProPhoto RGB) als gevolg dat zelfs als je monitor bijvoorbeeld 100% Adobe RGB ondersteund (en je de workflow, calibraties en printerdriver op orde hebt) de fysieke print uiteindelijk een accurater en ruimere kleurweergave heeft dan dat je op het schermt te zien krijgt. Voor videobewerking heb je weer andere kleurruimtes (DCI-P3, Rec2020).
In alle gevallen geldt dat wanneer kleurruimte belangrijk voor je is, dat een monitor calibratie tool dan eigenlijk onmisbaar is, zodat je dit periodiek en a.d.h.v omgevingslicht kan corrigeren. Een monitor die ook getest is op ruimere kleurweergave kan dan vaak ook automatisch de voorgestelde correctie van de calibratietool verwerken zonder dat je in de menu's hoeft te duiken.
Op wikipedia staat een mooie afbeelding die de verschillende driehoekige kleurruimtes laat zien in vergelijking tot het voor menselijke zichtbare spectrum uit het tweakers artikel: https://en.wikipedia.org/...on_of_sRGB_P3_Rec2020.svg
Het hangt ook af van wat er op de foto te zien is en de printer + drivers, maar een een wat professionelere Canon (PRO-1000) en Epson (Met fotorol invoer) inkjet printers kunnen al kleuren afdrukken buiten AdobeRGB: https://www.the-ninth.com/blog/prophoto-for-image-editing (zie "Inkjet Printers")
Wat je dan visueel terug ziet op papier (of scherm wat dat betreft; in de post hebben ze het ook over een Eizo die schijnbaar meer kan weergeven dan AdobeRGB) zijn meer verzadigde kleuren. Misschien een flauw voorbeeld, maar net zoals het als je heen en weer switcht tussen sRGB en AdobeRGB op de monitor een verschil in verzadiging oplevert. Wanneer je een foto bekijkt van mist in een bos ga je dat verschil dus waarschijnlijk niet terug zien.