Er zijn punten waarop alle vier de geteste Windows-all-in-ones het beter doen dan de eerder dit jaar geïntroduceerde iMac 24". Dat is om te beginnen de prijs in verhouding tot de hardware. Zelfs de goedkoopste Windows-aio, die minder dan de helft kost, heeft dubbel zoveel ram en opslag als de iMac. Daarnaast hebben alle geteste aio's een groter en diverser aansluitingenpalet. Verder kun je de componenten (makkelijker) upgraden, al is het maar omdat de pc-fabrikanten gebruikelijke formfactors zoals sodimm-geheugen en M.2-ssd's toepassen.
Daartegenover staan ook diverse vlakken waarop de iMac alle Windows-concurrentie de baas is. Daaronder scharen we om te beginnen de Apple M1-processor. Hoewel de Ryzen-chip in de ASUS-aio nog wel enkele multithreaded-benchmarks weet te winnen, is de M1 in alle singlethreaded-tests sneller, en macOS kan natuurlijk ook volledig geoptimaliseerd worden om alles uit specifiek deze chip te halen. Ook de kwaliteit van het scherm is bij Apple ontegenzeggelijk superieur, niet alleen door de veel hogere resolutie, maar ook de hogere helderheid en zowel bredere als accuratere reproductie. En hoewel de ASUS Zen AiO 24 voor wat de voet betreft in de buurt komt, blijven de bouwkwaliteit en het complete ontwerp van de iMac onovertroffen.
Van de Windows-all-in-ones hebben de modellen van ASUS en Dell op ons de beste indruk achtergelaten. De AMD Ryzen-processor doet de Zen AiO 24 veel goeds: hij is snel, energiezuinig en prettig stil. Alleen de singlethreaded-prestaties blijven wat achter doordat de cpu gebruikmaakt van iets oudere Zen2-cores. De opvallende en degelijke voet brengt helaas ook met zich mee dat je voor het verstellen van de hoogte moet teruggrijpen naar pakken kopieerpapier.
Dell vat het all-in-one-concept anders op en heeft een soort verwisselbare, eenvoudig upgradebare mini-pc geïntegreerd in een monitorstandaard. Daar kun je vervolgens zelf een monitor bij uitzoeken. Het concept spreekt ons aan en is goed uitgewerkt, met bijvoorbeeld een bijzonder lage geluidsproductie. Daar staat tegenover dat de cpu bij langdurige belasting vrij warm wordt en het geheel behoorlijk prijzig is, al hangt dat voor een deel natuurlijk af van welk beeldscherm je kiest.
De Acer Aspire C24 is de goedkoopste aio uit de test en biedt vooral veel hardware voor je geld. Van de traditionele harde schijf als secundaire opslag worden we echter niet blij, evenmin als van de extreem blauwe schermafstelling en de matige koeling. De MSI Modern AM271P doet in de basis veel goed - met de prestaties, upgradebaarheid en hoeveelheid aansluitingen zit het wel snor - maar kent ook flinke nadelen, zoals de lage schermresolutie, hoge geluidsproductie en abominabele luidsprekers.
All-in-ones blijven uiteindelijk compromisapparaten, waarbij het ontwerp per definitie op gespannen voet staat met de functionaliteit. Alle geteste Windows-aio's neigen meer naar dat laatste dan Apple met zijn iMac doet, wat ervoor pleit om de hoofdvraag uit de titel met 'nee' te beantwoorden. Tegelijk vinden we geen van de geteste aio's compromisloos genoeg om awards uit te reiken. Welk compromis het beste bij jouw wensen past, is daarvoor te persoonlijk.
- Acer Aspire C24
- ASUS Zen AiO 24
- Dell Optiplex 7090 Ultra
- MSI Modern AM271P