Verkoopcijfers laten het duidelijk zien; we kopen steeds grotere televisies. Waar 42" jarenlang de meest verkochte beeldmaat was, gaat die eer inmiddels al enkele jaren naar het 55"-segment. De grootste groei zit hem tegenwoordig in de nóg grotere beeldmaten, waarbij 65" rap marktaandeel wint.
Die hang naar grotere tv’s heeft verschillende redenen. Zo hebben we toegang tot steeds meer beeldmateriaal in hoge resolutie, dat om een groter scherm vraagt om optimaal tot zijn recht te komen. Hilversum mag dan nog altijd op 1080i zijn blijven steken bij het uitzenden van lineaire televisie, alle grote streamingdiensten bieden films en series in 4k aan en ook YouTube staat vol met 4k-video. Een minstens zo belangrijke factor is de aanschafprijs. Vooral bij de grotere beeldmaten hebben we in de afgelopen jaren een forse prijsdaling gezien. Een blik in de Pricewatch leert dat je voor minder dan 600 euro al een 65"-budgetmodel op de kop kunt tikken en voor minder dan 1000 euro heb je een heel fatsoenlijke midrange-tv te pakken.
Met het EK voetbal op komst vroegen wij fabrikanten om ons een 65"-televisie met een winkelprijs van ongeveer 900 euro toe te sturen. Als gevolg van de pandemie hebben niet alle fabrikanten hun nieuwe 2021-modellen op dit moment al beschikbaar, terwijl de 2020-series langer blijven doorlopen. Zoals we in onze recente vergelijkingtest van high-end 55"-televisies al schreven, is dat voor de consument een kans. De ‘oude’ modellen zijn inmiddels flink in prijs gezakt, waardoor dit overgangsmoment naar 'de nieuwe collectie' hét moment is om een goede deal te scoren.
Toch is verkrijgbaarheid geen gegeven. Panasonic en Philips lieten weten nog geen nieuwe modellen binnen het prijssegment beschikbaar te hebben, terwijl de oude modellen uitlopend zijn. Van Hisense en Samsung ontvingen we 2020-modellen die voorlopig nog wél te koop zijn, al is het model van Hisense duurder dan de gewenste 900 euro. Sony stuurde ons een 2020-model met een nieuw 2021-modelnummer, dat softwarematig is aangepast voor de nieuwe EU-energielabels. LG leverde juist een 2021-model dat wat prijs (en features) betreft iets onder de andere modellen ligt. Dat levert een wat gemêleerd gezelschap op, met voor ons als onderzoeksvraag of een 900-euromodel de beste keuze is, of je beter een paar honderd euro meer kunt uitgeven, of dat je juist voor 700 euro eigenlijk al spekkoper bent.
Testverantwoording
Voor deze round-up hebben we de 65"-varianten van de televisies getest. In het geval van de Hisense U8QF publiceerden we eerder al een uitgebreide review van de 55"-versie. De andere televisies in deze test hebben we niet eerder (in andere beeldmaten) getest.
We hebben helderheid, contrast en kleurweergave van alle toestellen gemeten met onze SpectraCal C6-colorimeter die we in Portrait Displays Calman Ultimate-analysesoftware hebben voorzien van een meterprofiel door middel van een X-Rite i1Pro 2-spectrometer.
Inputlag, de vertraging waarmee het binnenkomende signaal wordt weergeven, meten we in zowel 1080p als 4k met een LeoBodnar-inputlagtester. Een lage inputlag is belangrijk als je (actie)spellen op de tv wil spelen. Vertraging bij weergave van het signaal is daarbij zeer ongewenst.
Daarnaast beoordelen we de beeldverwerking aan de hand van verschillende sd-, hd- en 4k-videoclips met afwisselende inhoud en verschillende beeldsnelheden, om zaken als bewegingsscherpte, contrastoptimalisatie en ruisonderdrukking te beoordelen.