Op 9 februari kondigde Audi de e-tron GT aan. Dit is momenteel het topmodel in de e-tron-serie en de tweede volledig elektrische auto van het Duitse merk. De GT is, net als de Porsche Taycan, een sportieve coupé die ontwikkeld is met prestaties en comfort als doel. In de boostmodus sprint hij in 3,3 seconden naar 100km/u, het bereik is ongeveer 488km en de topsnelheid is begrensd op 245km per uur. Het interessantst is wat ons betreft echter de onderliggende techniek van het platform, zoals de accu die op 800V werkt in plaats van 400V. Dat is dan ook de voornaamste insteek van deze video, op basis van een kennismaking van een kort dagje rijden.
De e-tron GT quattro, zoals deze versie voluit heet, heeft een accu van 93 kilowattuur, waarvan effectief 86 kilowattuur beschikbaar is. In de winter haal je daar volgens onze schatting ongeveer 370km mee en in de zomer circa 470km. Uiteraard is dat geheel afhankelijk van je rijstijl en of je je aan de snelheidslimiet houdt, want de GT nodigt uit tot snelle sprintjes met zijn vlot reagerende energiepedaal. Volgens de WLTP-standaard komt de actieradius neer op 488km, maar dat is, zoals waarschijnlijk bekend, een theoretische rollenbanktest die bijvoorbeeld geen rekening houdt met zomer en winter, en een mix is van stadsverkeer en in mindere mate snelweg. Het bereik valt wat tegen voor zo'n grote accu, wat mede te maken heeft met het hoge gewicht van de wagen (2300kg) en de vereisten voor de elektromotoren.
Prestaties
De twee elektromotoren, een op de voor- en een op de achteras, zijn samen goed voor 349kW (476pk) en 640 newtonmeter koppel. In de boostmodus wordt dat tijdelijk 389kW (530pk) en zit je na 3,3 seconden op 100km per uur. In tegenstelling tot andere EV’s is de GT voorzien van twee versnellingen. Standaard rij je in de tweede, maar de eerste versnelling wordt gebruikt voor de krachtigste acceleratie met de boost in launch control. Je activeert de boostmodus met de flippers achter het stuur, die verder geen echte functie lijken te hebben. Zonder boost sla je met een sprint van 4,1 seconden overigens nog steeds geen gek figuur. Ook tijdens het rijden reageert de auto heel direct als je gas energie geeft.
Al met al zijn dat zeer nette en sportieve prestaties. Toch is de e-tron GT evenmin als de Taycan uniek op dit vlak. Er zijn snellere elektrische auto’s, zoals de Tesla Performance-modellen, en die hebben vaak ook nog een groter bereik. Een belangrijk verschil is wel dat de 800V-accuarchitectuur en de andere componenten van de Audi (en Porsche) een langer uithoudingsvermogen hebben. Zo kan de snelle Ludicrous-sprint bij Tesla's geen oneindig aantal keren achter elkaar worden uitgevoerd en houdt de Amerikaan het op topsnelheid wat minder lang vol.
Audi e-tron GT vs. Porsche Taycan
De Audi e-tron GT gebruikt hetzelfde platform als de Porsche Taycan. Het gaat om het J1-platform dat specifiek bedoeld is voor elektrische performance-wagens. De wielbasis van 2,9 meter en de accu zijn helemaal hetzelfde, en omdat het in beide gevallen om een sportieve auto gaat, zijn er ook andere overeenkomsten. Zo is er geen grille en is de sportieve lijn vergelijkbaar. De GT is ook behoorlijk aerodynamisch met een cw-waarde van 0,24. Toch doet de Taycan dat nog een stukje beter met 0,22. Dat lijkt ook een bewuste strategie; van de twee is de Taycan hoger gepositioneerd en die heeft dus de meest sportieve prestaties. De GT is dan weer een stukje voordeliger en meer gericht op comfort. In de toekomst komen er meer versies, inclusief een goedkopere met een kleinere accu, maar ook een nog snellere RS-versie met 646pk.
800V-accusysteem
Vanuit technisch oogpunt vinden we het 800V-accusysteem het vernieuwendst. De meeste elektrische auto’s gebruiken een high voltage-accusysteem van 400V. Porsche en Audi hebben echter gekozen voor een nieuw systeem van 800V. Dit heeft verschillende voordelen, maar het systeem komt vooral het snelladen ten goede. Een hoge stroomsterkte (Ampère) leidt tot veel warmte, waardoor de kabels heet worden. Sneller laden vereist daardoor dikkere en zwaardere koperkabels. Voor de nieuwste snelladers wordt zelfs waterkoeling gebruikt.
Door de hogere spanning kunnen dunnere kabels worden gebruikt, terwijl het wel mogelijk is om met een hoog vermogen te laden. De 800V wordt bereikt door meer cellen in serie te schakelen. De e-tron GT bevat 396 individuele cellen afkomstig van LG Chem. Ze zijn mechanisch gerangschikt in 33 modules van elk 12 cellen. Elektrisch zijn de 396 cellen verdeeld in twee parallel geschakelde sets. In elke set zijn 198 cellen in serie geschakeld. Iedere cel is 4,2V en dat leidt tot ~835V per set. Een hogere spanning vereist een lagere stroomsterkte en dat leidt dus weer tot minder warmte. Je kunt hetzelfde vermogen leveren met minder warmteontwikkeling en dat leidt ook tot minder minder verlies en weerstand.
Audi en Porsche gebruiken momenteel een vermogen van 270kW, waardoor je na 5 minuten laden alweer 100km extra kunt rijden. 80 procent vol kost circa 22 minuten. Dat is overigens wel onder ideale omstandigheden, dus met een warme én lege accu. Momenteel haal je die snelheid alleen bij 300- en 350kW-snelladers die 800V ondersteunen, zoals die van Ionity en Fastned (800V x 350A). Sterker nog, bij snelladers die geen 800V ondersteunen haal je maximaal 50kW, tenzij voor een andere dc-dc-omvormer wordt gekozen bij aanschaf - die haalt maximaal 150kW met 400V.
De enige fabrikant die bij een laadvermogen van 270kW in de buurt komt, is Tesla, dat momenteel een maximaal vermogen van 250kW biedt bij v3 Superchargers (400V x 625A). Een voordeel van een 800V-accusysteem is dat het is voorbereid op nog hogere laadsnelheden in de toekomst.
:strip_exif()/i/2004187106.jpeg?f=imagenormal)
Platforms
Audi maakt momenteel gebruik van vier verschillende platforms voor zijn elektrische auto’s. De reguliere e-tron uit 2019 is gebouwd op het MLB Evo-platform, dat ook voor wagens op fossiele brandstof in de A-serie wordt gebruikt. Dat MLB-platform dateert al van 2007, maar is in 2015 aangepast en geschikt gemaakt voor elektrische auto’s. De e-tron GT gebruikt het J1-platform, waar ook de Porsche Taycan op gebouwd is. Dit platform is speciaal bedoeld voor sportieve performancewagens. Verder hebben we nog het MEB-platform van Volkswagen, waar later de Q4 op verschijnt, en volgt er nog een toekomstig PPE-platform voor ‘premium’-wagens.
Interface
Net als bij de Taycan wordt Apple Carplay ondersteund. Het interieur wijkt wat af. Zo ontbreekt er een extra scherm ten opzichte van de Taycan. We zien vooral een combinatie van een touchscreen en fysieke knoppen. Om de temperatuur, airconditioning en stoelverwarming aan te passen, gebruik je een aantal knoppen onder het scherm die je naar boven of beneden kunt indrukken. Een breed en centraal touchscreen is mooi geïntegreerd, werkt soepel en is vrij overzichtelijk. Dat laatste komt ook doordat de instellingsopties relatief beperkt zijn; er valt weinig te tweaken.
One-pedaldriving
Dat is jammer, want een beetje tweaken zouden we wel willen, bijvoorbeeld voor one-pedaldriving. Audi heeft er namelijk net als Porsche voor gekozen om de e-tron GT wat rijgedrag betreft aan te laten voelen als een benzineauto. Als je het gaspedaal loslaat, zal de auto doorrollen en niet afremmen, ook niet optioneel via de flippers. Als je stilstaat voor een stoplicht, moet je ook je voet de hele tijd op de rem houden, in tegenstelling tot bij veel andere EV's.
Regeneratie is alleen mogelijk als je het rempedaal intrapt, eerst via de elektromotor en als het nodig is, daarna pas via de remschijven. Vanuit de performance-gedachte en de doelgroep waarop Audi zich richt, is het misschien begrijpelijk, maar wij hadden graag gezien dat one-pedaldriving, net zoals bij andere EV’s, in ieder geval optioneel mogelijk zou zijn. Het is nu een kunstmatige beperking van iets wat elektrisch rijden juist extra interessant maakt.
Wat verder opviel
Vanwege zijn lange motorkap biedt de e-tron GT daaronder wat extra opbergruimte. Hij heeft dus een frunk, zoals we wel vaker zien bij EV’s. Verder is hij voorzien van luchtvering en is het dak van carbon. Een leuke feature is dat hij een Type 2-laadpoort aan beide kanten van de wagen heeft, zodat je altijd bij een laadpaal kunt. Alleen de rechter, aan de passagierskant dus, is geschikt voor snelladen via CCS. Verder valt de GT op met zijn sportieve en futuristische geluid dat zowel buiten als binnen in de auto te horen is. Daar is duidelijk veel aandacht aan besteed.
Tot slot
De e-tron GT is, los van de lage instap die hoort bij een sportcoupé, bijzonder comfortabel om in te rijden. Het interieur laat weinig te wensen over en het rijden is een klein feestje dankzij de vlotte respons en vlotte prestaties. Wel vinden we het zoals gemeld jammer dat er geen optie is voor one-pedaldriving, omdat dit het comfort nog meer ten goede zou komen, maar dat is natuurlijk ook een persoonlijke voorkeur. Het is aannemelijk dat de beoogde doelgroep benzinerijders zijn die verwachten dat een elektrische sportwagen in de basis net zo rijdt als hun huidige auto.
Het grootste nadeel van een luxewagen als deze GT is de prijs. Met 104.895 euro is hij slechts voor weinig mensen financieel bereikbaar, laat staan de nog duurdere, gelimiteerde Zero-edities en de later te verschijnen RS GT. Later zal de GT ook in een goedkopere uitvoering verschijnen, net zoals bij de Taycan is gebeurd; de Taycan met een enkele elektromotor en een iets kleinere accu begint inmiddels bij 85.421 euro.
Dit is slechts het begin, want later dit jaar komen er meer betaalbare EV’s met een 800V-accusysteem op de markt, zoals de Ioniq 5. Ook die blinkt uit met de vlotte laadsnelheid van het 800V-accusysteem. Die techniek lijkt toekomstvaster dan de huidige 400V-generatie, vooral vanwege de voordelen voor het snelladen. Met een laadvermogen van 270kW kan de accucapaciteit van netto 86kWh van de e-tron GT, onder de juiste condities, na circa 22 minuten weer voor 80 procent opgeladen zijn. Dat maakt een elektrische auto makkelijker inzetbaar voor lange ritten. Audi en Porsche lopen hiermee momenteel voorop.
Binnenkort...
Zoals in dit artikel en de video wordt besproken, is de Audi e-tron GT gebouwd op het J1-platform dat speciaal ontwikkeld is voor een elektrische aandrijflijn en waar de Porsche Taycan ook op staat. Het platform waarop een auto gebouwd is, bepaalt voor een groot deel het comfort, het bereik, de prestaties en de efficiëntie, maar ook het productieproces. Autofabrikanten maken verschillende keuzes voor hun platforms, reden genoeg om dat binnenkort te bespreken in een volgende video.