Omaha maakt geen indruk
Medal of Honor: Above and Beyond
Medal of Honor: Above and Beyond gebruikt de basis van de oude Medal of Honor-games als vertrekpunt voor een VR-game die de moeite waard is. De singleplayercampagne biedt variatie en vermaak. De speler moet eerst even handig worden met enkele mechanics, zoals het voortdurend moeten herladen van je wapens, maar dan begint de game al snel steeds soepeler aan te voelen. De pakweg negen uur die de campagne heeft te bieden, zitten vol memorabele momenten die je vaak zelf creëert dankzij de VR-elementen. Opvallend genoeg zijn het juist de 'epische momenten' die door de weinig indrukwekkende graphics niet helemaal lekker over komen. De actie voelt goed, maar wordt af en toe wat ondermijnd door gebrekkige AI en sterke wisselingen in de moeilijkheidsgraad. Gelukkig drukt dat de pret niet dusdanig dat de game niet leuk is. De kans is zelfs vrij groot dat je je na de campagne ook nog wel even zult vermaken met Survival en de multiplayer, al zijn die niet robuust genoeg om je echt lang aan het spelen te houden. Toch is Medal of Honor: Above and Beyond een fijne toevoeging voor elk VR-bibliotheek, zelfs al valt er best wat aan te merken op de game.
Eindoordeel
Medal of Honor: Above and Beyond is een game. Die zag je niet aankomen, hè? De reden dat we deze open deur toch even intrappen, is dat we je vragen om dat heel even te vergeten. Dit VR-spel, gebouwd op het fundament van de ooit zeer succesvolle Tweede Wereldoorlog-shooterreeks, is op zijn eigen manier namelijk een monument. De game bevat niet alleen missies die zijn gebaseerd op vertellingen van veteranen en hun nabestaanden, maar biedt ook de Gallery die zoveel jaar geleden ook in de games zat. In deze galerij zie je filmpjes van veteranen die vertellen over de oorlog. De fragmenten nemen je mee naar plaatsen waar werd gevochten en dankzij virtual reality sta je er zelf midden in. Voor Nederlanders en Belgen zal dat allicht minder speciaal zijn, want voor ons zijn regio's en locaties als Normandië, de Ardennen en Berlijn relatief dichtbij. Veel niet-Europeanen, en denk daarbij vooral ook aan nabestaanden van Amerikaanse en Canadese veteranen, zullen nooit in de gelegenheid zijn zelf op die plekken te staan. Alleen dat aspect maakt Medal of Honor: Above and Beyond al zoveel meer dan simpelweg een game.
Gelukkig maar, want die game is best matig. Althans, dat is misschien wel een erg streng oordeel, voor een game die absoluut leuke momenten in een onderhoudende singleplayer biedt en bij vlagen vermakelijk is in de multiplayer. De overheersende gedachte is echter dat Medal of Honor: Above and Beyond een game is met een goed idee dat mede door de beperkingen van virtual reality niet optimaal is uitgewerkt. Dat merk je bijvoorbeeld aan het algehele grafische niveau. Voor een moderne game is Medal of Honor ouderwets, lelijk en ongedetailleerd. Voor een VR-game ligt dat natuurlijk wel iets anders, maar de game haalt het niet bij het grafische niveau van bijvoorbeeld Half-Life: Alyx. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er in dit subgenre weinig concurrentie van andere grote games is. Mede daardoor komt Medal of Honor er vrij goed vanaf. Of, positiever gezegd: als alleen Alyx het duidelijk beter doet, kan Medal of Honor nooit heel slecht zijn.
Toch is er een reden waarom we dit onderwerp aanhalen. De beelden die je voor je neus hebt en de geluiden die je hoort, zijn sfeerbepalend, ook bij een VR-game. Medal of Honor speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog. Je bevindt je dus in oorlogsgebied. Dat betekent dat je, zeker in heftige gevechten, overweldigd zou moeten worden door een orkaan van geluid. Hedendaagse non-VR-games kunnen dat bieden. Een moderne VR-game? Wellicht, maar hoe dan ook laat Medal of Honor het hier liggen. Dat is het best te merken in de meest iconische scène van de singleplayercampagne. We hebben de landing op de stranden van Normandië vaker in games gezien en ook in Medal of Honor: Above and Beyond stap je met je virtuele laarzen op Omaha Beach. De game leidt dat in met een leuke missie waarbij de speler en zijn kompanen als verstekelingen meegaan op een schip richting Frankrijk, maar schakelt dan over naar de bekende beelden van soldaten die in landingsvaartuigen naar het strand varen terwijl ze onder vuur worden genomen middels artillerie en machinegeweren.
Een belangrijk probleem is dat dit geen moment spannend is. Er zijn te weinig soldaten op het strand, er wordt te weinig geschoten en het geluid is op geen enkel moment overweldigend. Een van de meest heroïsche scènes die je maar kunt bedenken in een Tweede Wereldoorlog-game voelt daardoor aan als een zorgeloze strandwandeling. Er worden wel soldaten om je heen neergeschoten, maar zelf ben je tamelijk veilig. Zolang je niet stilstaat en gewoon het pad aanhoudt dat de game voorschotelt, overleef je deze missie die zoveel soldaten het leven heeft gekost toen ze destijds in de eerste golf het strand op moesten.
:strip_exif()/i/2004076920.jpeg?f=imagearticlefull)
Vermaak en variatie in prima campagne
Spelen in VR kost je dus iets op audiovisueel vlak. Gelukkig voegt het spelen in virtual reality ook genoeg toe. Dat is op elk moment te merken en juist dat maakt gamen in VR uniek: het promoveert ogenschijnlijk nietszeggende scènes tot indrukwekkende, memorabele momenten. We herinneren ons bijvoorbeeld een moment waarbij we verrast werden door een soldaat die ons vanaf de zijkant van dichtbij aanviel. We hadden net ons machinegeweer leeggeschoten en onze vertrouwde M1 Garand zat zonder kogels. We switchten dus snel naar ons pistool en schoten zijwaarts, terwijl we alleen ons hoofd draaiden om die kant op te kijken. Deze handeling is in VR veel krachtiger dan in normale games. Ook de momenten dat je snel herlaadt en net op tijd kunt schieten voordat een vijand jou te grazen neemt, voelen honderd keer spannender aan dan in non-VR-games.
Handelingen
De sleutel tot succes ligt bij de handelingen die bij deze acties horen. De eerste keer dat je een wapen moet herladen, denk je: mijn hemel, wat wordt het irritant om dit elke keer te moeten doen. Want ja, lege magazijnen dien je zelf te vervangen door nieuwe exemplaren. Je haalt het lege magazijn eruit, pakt een nieuw exemplaar van je riem, duwt het in je wapen en trekt het spanningsmechanisme aan, om pas daarna weer verder te kunnen schieten. Deze handeling kost een paar seconden en het is uiteraard niet handig om dit midden in een zwaar vuurgevecht te moeten doen. Als je de game eenmaal een tijdje speelt, leer je om op rustige momenten al je wapens - twee hoofdwapens en je pistool - te herladen, terwijl je tijdens vuurgevechten wisselt tussen je wapens om niet te vaak op onhandige momenten te hoeven herladen. Een ander gameplay-element waar je handigheid in moet opbouwen, is dekking zoeken. Dit klinkt heel kansloos en wij vroegen ons in eerst instantie af hoe je dekking zoekt, bukt of om hoekjes kijkt. Dat doe je natuurlijk door zelf in fysieke zin dekking te zoeken, te bukken of om hoekjes te kijken. Het loont zeker de moeite om af en toe te bukken zodat objecten in de omgeving dekking geven. Medal of Honor biedt trouwens ook de optie om in een ‘seated mode’ te spelen. In dat geval bukt de game voor jou als dat nodig is. Het maakt een en ander net wat minder meeslepend, maar ook wat minder actief en dus makkelijker om lang vol te houden.
:strip_exif()/i/2004076914.jpeg?f=imagearticlefull)
Lang volhouden is nodig, want de campagne van Medal of Honor is zeker niet kort. Het verbaast ons daarbij dat we lazen dat anderen de campagne wél aan de korte kant vonden. Het avontuur telt een zestal missies die elk bestaan uit drie delen die weer zijn opgedeeld in drie hoofdstukken. Elke missie omvat in feite een klein verhaaltje met een bepaalde motivatie om aan de missie te beginnen, een route er naartoe en na afloop een plan voor extractie. Dat maakt dat elke missie behoorlijk lang is. Bedenk dat gamen in VR veel zwaarder is voor je ogen dan normaal gamen. Wij kunnen uitstekend tegen de effecten die VR-gaming met zich meebrengt, maar pas als we de headset weer afzetten voelen we vaak hoe vermoeid onze ogen ervan zijn geworden. Dat maakt het in een keer uitspelen van de missies best een pittige exercitie. Gemiddeld genomen zul je ze stuk voor stuk in ongeveer anderhalf uur wel kunnen uitspelen, wat het totaal voor de singleplayercampagne op zo’n negen uur zou brengen: helemaal niet verkeerd.
Alleskunner
Behalve in het al genoemde Normandië kom je tijdens het avontuur ook onder meer terecht op een rijdende trein, in een varende onderzeeboot, in de bergen van Noorwegen en in Peenemünde, waar de Duitsers onderzoek deden naar langeafstandswapens zoals de V2-raketten die ze gebruikten om Londen onder vuur te nemen. De missies bieden variatie, zowel in locatie en omgeving als in inhoud. Het hoofdpersonage, ‘The Lieutenant’, is van alle markten thuis, want het ene moment doe je dienst als tankcommandant terwijl je even daarna net zo bekwaam een scherpschuttersgeweer gebruikt om dekking te geven aan je metgezellen van het Franse verzet. Dat is fijn en zorgt voor variatie, maar het rijmt niet helemaal met de verdere insteek van de game, die toch vooral eer wil betonen aan de oorlog en de soldaten die erin vochten. Games met een vergelijkbare insteek kiezen er vaak voor om met meerdere speelbare personages te werken omdat een alleskunner als The Lieutenant nogal ongeloofwaardig zou zijn. Medal of Honor: Above and Beyond kiest voor een aanpak met een vaste cast aan personages. Dat is helemaal niet erg en ook zeker geen bezwaar voor het spelplezier, maar wel een tikje opvallend.
:strip_exif()/i/2004076908.jpeg?f=imagearticlefull)
Hardware maakt verschil
Een andere factor kan meer impact op het spelplezier hebben, en dat is iets waar de makers van de game geen invloed op hebben. Een deel van hoe leuk je Medal of Honor: Above and Beyond gaat vinden, is afhankelijk van de hardware waarmee je de game speelt. De shooter vereist hoe dan ook een verbinding met een pc, dus bezitters van de Oculus Quest 2, zoals wij, kunnen deze game niet stand-alone spelen. Beschik je over een USB-kabel met voldoende snelheid, dan kun je de game echter wél spelen. Een headset die van zichzelf al een verbinding met een pc vereist, zoals Valve Index, HTC Vive of Oculus Rift, werkt uiteraard ook. Afhankelijk van waar je mee speelt, heb je wel of niet de beschikking over een ‘base station’ dat medeverantwoordelijk is voor de tracking van de headset en de controllers. Bij de Quest 2 gebeurt die tracking volledig vanuit de headset zelf. Dat heeft als nadeel dat de tracking niet altijd even lekker blijft werken als je beide controllers op één lijn voor de headset houdt: de Quest 2 ‘ziet’ de achterste controller dan niet meer optimaal. Dat resulteert in het spel soms in trillende wapens op het moment dat je een actie probeert te maken met de iron sight op het wapen. Op dat moment houd je immers de controllers voor je, alsof je een geweer vast hebt. Waarschijnlijk speelt dit niet of nauwelijks een rol als je een headset gebruikt waarbij tracking wordt geholpen door een of meerdere trackingstations. Het is dus vooral iets om rekening mee te houden als je een headset hebt die gebruikmaakt van inside-out tracking.
Survival en multiplayer
In de campagnemodus valt verder op dat de moeilijkheidsgraad nogal wisselend is. Uiteraard kun je het niveau van de game zelf hoger of lager zetten, maar op normaal niveau zul je stukken tegenkomen die opmerkelijk simpel of juist opvallend lastig zijn. We maakten mee dat de nazi’s tegenover ons als ware stormtrooper-wannabe’s volledige salvo’s afvuurden zonder ook maar één keer raak te schieten, maar ook dat soldaten ons nauwelijks konden zien maar wel meteen feilloos raak wisten te schieten. Hier lijkt niet altijd even veel logica in te zitten. Het leidt tot wat frustrerende momentjes in stukken die lastiger zijn dan de rest. Het is dan zaak om te zorgen dat je vooral niet te snel wil gaan en goed gebruikmaakt van dekking. Ook is het verstandig te zorgen dat je het aantal ‘health syringes’ steeds aangevuld houdt. Je vindt ze her en der in de spelwereld en kunt er maximaal drie bij je dragen. Zelfs als je op het randje van de dood staat, levert zo’n spuit je meteen weer de volle gezondheid op. Met die levensredders en een rustige aanpak moet het over het algemeen goed gaan.
Knalvoer
Dat laatst geldt althans als je tegen de AI speelt. De kunstmatig intelligente soldaten blijken helaas verre van intelligent. Heb jij een lekker plekje gevonden om je te verschansen, dan kun je er donder op zeggen dat de vijanden in de buurt vanzelf het gangetje in lopen dat jij voortdurend onder vuur neemt, ook al liggen al hun collega’s daar al op de grond. Af en toe word je verrast door een soldaat die vanaf de zijkant komt, maar daarbij gaat het over het algemeen om pre-scripted routes, niet om een soldaat die zelfstandig heeft bedacht dat het wel slim zou kunnen zijn om een omtrekkende beweging te maken. De AI-soldaten vormen niet veel meer dan knalvoer dat op momenten heel aardig terugschiet en je weet te bestraffen als je er al te gemakkelijk doorheen denkt te wandelen.
Dat ligt in de overige spelmodi een beetje anders, al geldt dat eigenlijk niet voor Survival. In deze modus komen steeds golven Duitse soldaten op je af en is het je taak om vijf minuten in leven te blijven, wat natuurlijk steeds moeilijker wordt. Door het niveau op te schroeven, kun je je puntenaantal verhogen, terwijl je extra bonuspunten kunt verdienen door modifiers aan te zetten die er bijvoorbeeld voor zorgen dat er meer vijanden op je af komen of dat je sneller dood gaat als je wordt geraakt. De aanwezigheid van die extra opties voelt als een aardige extra, maar we zouden ze niet missen als ze achterwege waren gelaten.
:strip_exif()/i/2004076926.jpeg?f=imagearticlefull)
Survival is dus best vermakelijk, maar de multiplayermodus biedt meer perspectief, mits je erin slaagt een potje te vinden met een lekker gevulde lobby. Als de matchmaking er niet in slaagt je in een game met andere spelers te stoppen, begint een potje waarbij al je teamgenoten en tegenstanders bestaan uit bots. Op zich fijn dat die mogelijkheid er is, want zo kun je in elk geval even schieten, maar echt leuk is het niet. Toen we op deze manier een paar potjes speelden, merkten we wel dat er langzaam wat andere spelers in hetzelfde spel opdoken en het leuker begon te worden. Op andere momenten vonden we trouwens wel gewoon gevulde potjes, dus wellicht heeft het ook met timing of server-issues te maken. Een andere mogelijke verklaring is dat dit de eerste game van Oculus Studios is die niet exclusief in de Oculus Store verschijnt, maar ook op Steam. Wellicht dat de netwerken elkaar soms niet helemaal goed weten te vinden. De game ondersteunt crossplay tussen Steam en Oculus, dus in theorie zou dit geen probleem moeten zijn, maar het valt niet helemaal uit te sluiten.
Wanneer de boel goed draait, valt in de eerste plaats op dat Medal of Honor vooral is voorzien van behoorlijk voorspelbare inhoud. Alle wapens zijn vrij te selecteren en daarbij kun je kiezen of je drie ‘health syringes’, een spuit en een granaat, of twee granaten bij je wil dragen tijdens de potjes. Die potjes zijn grotendeels bekend materiaal, want Team Deathmatch en Domination zijn al decennia oud. Dat maakt het ook wel weer leuk. Een van de doelen die de makers hadden met Medal of Honor: Above and Beyond is dat de game herkenbaar moet zijn voor gamers die lang geleden de originele Medal of Honor hebben gespeeld. Kijkend naar de maps, de wapens en de ‘flow’ van het spel vinden wij dat dit is gelukt. Zeker als je nagaat dat de graphics op sommige punten best doen denken aan het grafisch niveau van iets langer geleden. Daarover gesproken: los van de wat simpel ogende omgevingen en speciale effecten vallen vooral de ogen van de personages op. Die ogen ogen (haha) best sprekend, maar tegelijkertijd ook heel raar en nep, en soms zelfs een beetje eng. Bekijk wat filmpjes, dan zie je snel genoeg wat we bedoelen.
Terug naar de multiplayer, waar gezichtsuitdrukkingen minder boeiend zijn en de actie des te meer. Behalve Deathmatch, Team Deathmatch en Domination zijn er nog twee andere modi, die gelukkig goed zijn voor iets meer vernieuwing. In Mad Bomber valt dat op zich nog mee. Dit is een variant op Deathmatch, met meer explosies. Elke speler heeft een bom die hij of zij overal kan plaatsen. Je krijgt bonuspunten als je een kill maakt met een bom, of de bom van een andere speler weet te ontmantelen. Een leuke twist aan een al bekende spelmodus, en dat geldt ook bij Blast Radius. Hierin verschijnen af en toe cirkels. Maak je een kill terwijl je binnen de cirkel bent, dan levert je dat vijf keer zo veel punten op. Eén kill is dan dus vijf kills waard en dat helpt nogal in een potje Deathmatch. Logische bijwerking is uiteraard dat alle spelers snel op zo’n cirkel af komen en dat zorgt voor hevige gevechten. Blast Radius bleek al snel onze favoriet, al blinkt de multiplayer als geheel op geen enkel moment echt uit.
Galerij
Medal of Honor: Above and Beyond leunt dus met name op de singleplayercampagne en op de in de eerste alinea al genoemde galerij. Dat blijft een speciaal onderdeel, een klein museumpje in een product dat verder op entertainment is gericht. Het is mooi om een veteraan te horen vertellen over hoe hij ergens in de bossen oog in oog kwam te staan met een tienjarig jochie dat zich daar verstopte omdat hij Joods was, of om een ander te horen vertellen over de afspraak die hij had met zijn beste vriend. Als een van hen de strijd niet zou overleven, zou de ander op bezoek gaan bij diens ouders. Het zijn emotioneel geladen, ontroerende verhalen die ons herinneren aan iets dat in games vaak op de achtergrond verdwijnt: de mensen. Elke soldaat is een mens met een verhaal en met nabestaanden die getekend zijn door dat verhaal. Medal of Honor: Above and Beyond helpt op deze manier met het bewaren van dit soort verhalen, in een tijd waarin sommigen lijken te vergeten waar de nazi’s voor stonden en wat voor diepe wonden de Tweede Wereldoorlog heeft achtergelaten.
Conclusie
Medal of Honor: Above and Beyond is een game die lastig is te beoordelen met een cijfer, want wat is het referentiekader? Spelen in virtual reality betekent concessies doen aan het audiovisuele niveau dat je wellicht gewend bent van normale games, met als gevolg dat iconische momenten als de landing op Omaha Beach niet het dramatische en spectaculaire hoogtepunt vormen dat ze eigenlijk zouden moeten zijn. Daar staat tegenover dat momenten die normaal nietszeggend zouden zijn, precies dankzij VR bijzonder worden. In een benarde positie razendsnel je wapen herladen om nog net op tijd je vijanden uit te schakelen, voelt gaaf en kan op elk moment gebeuren. Het schieten voelt goed en actief bukken en om hoekjes leunen geeft een spelervaring die je zonder VR niet gaat krijgen. Dat gaat af en toe gepaard met wat clipping en andere issues, maar over het algemeen draait de boel stabiel en zonder problemen. Dat maakt het bepaald niet moeilijk om best te genieten van de singleplayercampagne, die je al met al een uur of negen bezig weet te houden. Doordat gamen in VR vermoeiend is, zullen veel gamers die negen uur waarschijnlijk in kleinere delen hakken, waardoor de speelduur ook nog langer aanvoelt dan hij eigenlijk is. Dat is mooi, want daarna verliest Medal of Honor zijn aantrekkingskracht al snel. De galerij is een must-see met enkele mooie verhalen, maar Survival en de multiplayer doen te weinig om lang interessant te blijven. Dan nog is Medal of Honor: Above and Beyond de moeite waard, al was het maar omdat er ook weer niet zó veel VR-games van deze orde van grootte verschijnen.
Eindoordeel