Afgelopen juli was een belangrijke maand in cameraland. Op 9 juli werd de Canon EOS R5 aangekondigd en op 28 juli de Sony A7S III. Beide camera's zijn topmodellen in hun klasse, met prijzen van respectievelijk 4200 en 4550 euro. En beide camera's zijn vernieuwend, omdat ze mogelijkheden bieden die we nog niet eerder zagen. De A7S III is geheel gericht op video, hoewel hij in de basis dezelfde functionaliteit heeft als alle andere camera's in de A7-serie. De EOS R5 is meer een allround camera, die het nieuwe topmodel is binnen de R-serie, maar vooral opvalt door zijn geavanceerde videofuncties, van 4k met 120fps tot en met 8k.
In de onderstaande video bekijken we hoe het filmen in de praktijk uitpakt, of filmen in 8k nu al zin heeft, hoe het zit met de beeldkwaliteit en tegen wat voor problemen we zijn aangelopen.
Specificaties en verbeteringen
Wat is er er nieuw aan beide camera's? De R5 heeft een 45-megapixelsensor, is in staat om 12 foto’s per seconde te schieten met een mechanische sluiter en zelfs 20 met elektronische sluiter. Er is bovendien afgerekend met de grootste nadelen van de EOS R; de camera is nu voorzien van ingebouwde beeldstabilisatie die werkt met ieder objectief, en er zijn twee kaartslots.
Hoewel de R5 een uitstekende fotocamera is, zijn de videofuncties het baanbrekendst. Zoals gezegd kan hij filmen in 8k en daarnaast in 4k met 24 tot 120fps. In 8k kun je filmen in 12bit-raw formaat met een bitrate van 2600Mbit/s. In vergelijking met de EOS R is dat een grote stap; die camera gebruikte in 4k een enorme 1,7-keercrop, wat neerkomt op de oppervlakte van een aps-c-sensor. De R5 gebruikt de hele sensor. In de 4k-HQ-modus worden ruwe 8k-beelden via oversampling teruggerekend naar 4k, met een betere kwaliteit. In alle gevallen een opnamelimiet van maximaal 29 minuten en 59 seconden. Daarna moet je de opname opnieuw starten. Met een externe recorder is er geen limiet. De accuduur is veertien procent toegenomen dankzij de nieuwe Canon LP-EP6NH accu met 2130mAh. Dat is minder dan de NP-FZ100 van Sony met 2280 mAh, maar in de praktijk is het verschil nog groter: met gebruik van de zoeker kun je met de Canon 320 foto's maken en met de Sony 600. Wat video betreft is dit circa 55 versus 80 minuten.
De bitrate kan gehalveerd worden door in 10bit-4:2:2 op te nemen. De camera kan ook intern 4k-video's opnemen op 120fps. De beelden kunnen worden opgenomen in 12bit-raw of met 10bit-4:2:2 c-log of hdr pq, waarbij gebruik wordt gemaakt van h265-compressie. De elektronische zoeker heeft een resolutie van 5,76 miljoen beeldpunten en een verversingssnelheid van 120Hz. Het native iso-bereik van de sensor gaat van 100 tot 51.200 en is digitaal uit te breiden tot 102.400.
De Sony A7S III kan niet filmen in 8k, maar heeft verder vergelijkbare specificaties. Ook deze camera kan filmen in 4k met 24 tot 120fps. Intern is opnemen in 10bit met 4:2:2-codering mogelijk in Sony's XAVC S- en XAVC HS-formaten, die zijn gebaseerd op h264 en h265 met bitrates van respectievelijk 600 en 280Mbit/s. Via de hdmi 2.1-aansluiting is het mogelijk om raw video in 16bit uit te sturen. Bij veel high-end camera's is dat maximaal 14bit via hdmi. Daar staat tegenover dat het niet mogelijk is om intern in raw formaat op te nemen.
De camera krijgt een nieuwe Bionz XR-beeldprocessor en beschikt nu eindelijk ook over fasedetectiepunten, net zoals andere camera's in de A7-serie. Het iso-bereik van de sensor loopt van 80 tot 102.400 en kan digitaal worden uitgebreid naar 40-409.600 iso. De sensor is voorzien van vijfassige beeldstabilisatie. De resolutie van de sensor is nog steeds 12 megapixel, wat vrijwel naadloos aansluit bij de 4k-resolutie in 16:9-verhouding.
De elektronische zoeker telt nu maar liefst 9,4 miljoen beeldpunten, wat het hoogste aantal is dat we tot nu toe hebben gezien. Verder is de camera nu voorzien van een uitklap- en kantelbaar scherm, wat voor video een grote meerwaarde heeft. Ook is er nu een volledige hdmi-poort, wat praktisch is, maar ook veel minder kwetsbaar dan een mini- of micro-hdmi-kabel. Tot slot zijn de geheugenslots uitgebreid.
Compactflash-express
Beide camera's kunnen nog steeds overweg met sd-kaarten, maar zetten vooral in op het snellere compactflash express, zij het ieder op een eigen manier. De oorspronkelijke EOS R heeft slechts een enkel sd-kaartslot, maar bij de R5 is daar een tweede slot bijgekomen. Het betreft een cf-express type b, waarbij cf verwijst naar compactflash, waarvan dit kaartje de opvolger is. Cf-express type b is een groot en stevig kaartje dat fysiek vrijwel hetzelfde is als xqd-geheugen, dat onder andere in Nikon-camera's gebruikt wordt. Voor videomodi met een hogere resolutie of veel fps is het noodzakelijk om cf-express te gebruiken, omdat de schrijfsnelheid daarvan veel hoger is. Dat geldt voor 8k-raw, 4k 120 all-i, 10bit-4:2:2, 4k all-i hevc en 4k 60 all-i. Cf-express biedt schrijfsnelheden van 1 tot 8GB/s, althans in de toekomst. De snelheid is gekoppeld aan het aantal pci-express-lanes en dat blijft op dit moment steken op twee, wat goed is voor een theoretisch maximum van 2GB/s. In veel gevallen heb je dus cf-express-geheugen nodig in plaats van sd.
Tot nu toe gebruikte Sony sd-kaarten in zijn camera's, maar daar is nu cf-express bijgekomen. Sony gebruikt alleen niet type b, zoals Canon, maar type a. Type a is een stuk kleiner, nog iets kleiner dan sd, en neemt daardoor beduidend minder ruimte in beslag. Gezien de gelijkenissen met sd, heeft Sony de slots geschikt gemaakt voor beide typen geheugen. Je kunt dus twee sd-kaarten gebruiken, twee cf-express of een mix van beide. Het kleinere formaat en de uitwisselbaarheid met sd-kaartjes zijn dus voordelen. Een nadeel is dat type a trager is dan type b, doordat er maar een enkele pci-express-lane beschikbaar is. De maximale theoretische leessnelheid is daardoor 1GB/s. Een ander belangrijk verschil tussen Sony en Canon is dat het op de A7S III mogelijk is om op twee geheugenkaarten tegelijk op te nemen, wat handig is als back-up. Alleen voor 4k 120 in de 'slow and quick'-stand is cf-express type a noodzakelijk, de rest kan ook in sd. Ook cf-express type a-kaarten zijn op het moment van schrijven gruwelijk duur.
Ergonomie
Van de twee camera's ligt de Canon het best in de hand. De camera is wat groter, maar heeft vooral ook een diepere grip. De grip van de Sony is wel groter dan bij de eerdere A7S-modellen en ook goed werkbaar, maar de Canon is net wat prettiger. Aan de bovenkant ziet de R5 er vrijwel hetzelfde uit als de EOS R, met het kenmerkende monochrome scherm en de videoknop. Aan de achterkant zitten nu een draaiwieltje rond de setknop en een joystick. Die kennen we al een tijdje van Canons dslr's en ze hebben nu ook hun weg naar de spiegelloze serie gevonden. Dat werkt een stuk prettiger dan de aanraakgevoelige knop die op de EOS R zit.
De A7S III lijkt als twee druppels water op zijn voorgangers, met als belangrijke verbetering het eerder genoemde, uitklapbare scherm. Ook nieuw is dat de videoknop nu aan de bovenkant zit, in het bereik van de wijsvinger. Dat is een logischere positie, die ook tot minder trilling leidt bij het in- en uitschakelen van een opname. Als je aan het opnemen bent, zie je dit nu duidelijk op het scherm met een groot rood kader rondom. Het scherm is aanraakgevoelig en kan nu eindelijk ook gebruikt worden voor het menu. Het menu zelf is ook op de schop gegaan en een stuk logischer ingedeeld, meer vergelijkbaar met de manier waarop Panasonic en Nikon dat doen. Ook dit is weer even wennen, maar doordat er meer hoofdrubrieken zijn met duidelijke iconen, zul je eerder vinden wat je zoekt.
Het nut van 8k
Wat kun je anno 2020 met 8k-video? Mondjesmaat zien we steeds meer 8k-tv’s en monitoren, maar ze zijn nog schaars. Ooit wordt het de nieuwe standaard, dus content die je nu in 8k schiet, kan in zijn volle glorie te bekijken zijn zodra 8k-media in huis zijn gehaald. Toch kan filmen in 8k nu al nuttig zijn. Zo kun je in 8k filmen om daar een 4k-crop uit te halen, iets wat veel youtubers nu toepassen met 4k en 1080p. Met 8k kun je tweemaal digitaal inzoomen om op een 4k-resolutie uit te komen en het is ook mogelijk om een virtuele pan te maken, waarbij je van links naar rechts scrollt. Voorts kun je 8k-beelden gebruiken om er stills, oftewel foto’s, uit te halen, mits er gelet wordt op de sluitertijd. 8k staat immers gelijk aan dertig beelden van ieder 35 megapixel. Vooral voor het vastleggen van actie kan dat nuttig zijn om exact het juiste moment te pakken. Tot slot is het nuttig om het 8k-bronmateriaal te gebruiken om het terug te rekenen tot 4k om zo tot een scherper eindresultaat te komen. Dit is exact wat Canon doet in de 4k-HQ-modus en het resultaat daarvan is indrukwekkend. Het voordeel van filmen in 4k-HQ-is dat je een beter eindresultaat krijgt en niet zelf de grote 8k-bestanden hoeft te bewaren en om te zetten. Tot slot is er voor de echte videonerd nog een reden om in 8k te filmen; je kunt 8k 4:2:0 downsamplen naar een perfecte 4k 4:4:4.
In 8k filmen met de EOS R5 kent ook uitdagingen. Allereerst heb je zeer veel opslag nodig en de compactflash-express kaarten zijn prijzig. Het 64GB-kaartje dat we van Canon konden lenen, was al na 6 minuten filmen vol. Kaarten van 256GB of groter zijn dus een must. Het bewerken en renderen van 8k-beelden vergt veel van computers. Onze iMac Pro’s met 10-core-Xeon-processors en Radeon Pro Vega-gpu hadden er grote moeite mee, al speelt Adobe Premiere daar misschien ook een rol in. De grootste bottleneck is echter dat de R5 tijdens het filmen erg heet wordt.
Oververhitting
Direct na de start van onze tests constateerden we dat de camera in 8k en 4k120 bijzonder snel heet werd. Als we in 8k filmden, verscheen er al na iets meer dan 10 minuten een knipperende waarschuwing voor oververhitting in beeld en binnen 15 tot 20 minuten schakelde de camera zichzelf uit met de melding dat hij te heet was en moest afkoelen. We waren al snel een tot twee uur verder voordat we weer de volledige opnametijd tot onze beschikking kregen.
Eind augustus verscheen er een firmware-update, v1.1, die dit probleem verbeterde, maar niet oploste. De gebruiksduur is nu circa veertig procent langer, wat op zichzelf een flinke verbetering is. In onze tests verscheen nu na circa 18 minuten een waarschuwing bij een 8k-opname en hield de camera er na 24 tot 27 minuten mee op. In 4k-HQ was dat 35 tot 39 minuten. Dat is inclusief het opnieuw starten na het bereiken van de 29m59-opnamelimiet en het formatteren van de cf-express-kaart als deze vol was.
De significante verlenging van de opnameduur maakt filmen een stuk flexibeler, maar het afkoelprobleem blijft bestaan. Hoewel de camera sinds de firmware-update sneller in staat is om weer te gaan filmen, blijft het in de praktijk beperkt tot korte stukjes. Lange takes of veel takes achter elkaar kunnen een probleem vormen. Bovendien telt ieder gebruik van de camera mee. Ook fotograferen en het gebruik van het menu hebben gevolgen voor de beschikbare filmduur. Als je de camera vooral gebruikt om te fotograferen en je niet al te lang achter elkaar filmt, is de R5 prima bruikbaar, maar voor serieuze videoproducties blijft het behelpen. Het lijkt erop dat de beeldprocessor, sensor én het cf-express-geheugenkaartje zeer heet worden; na de firmware-update is de temperatuur nog iets verder opgelopen. Overigens is de opnamelimiet ook gerelateerd aan een kunstmatige timer, die bijhoudt hoe lang er opgenomen is. Er zijn methoden om daaromheen te werken, maar dat is niet aan te raden.
Bij Sony was oververhitting ook lange tijd een probleem, maar juist bij de A7S III is dat enorm verbeterd. In geen van de modi zijn we in de praktijk tegen problemen aangelopen. Tijdens een duurtest liepen we in 4k met 120fps na een uur en 15 minuten tegen oververhitting op en in de andere modi niet. In een tropisch klimaat kan dat anders zijn.
Beeldkwaliteit
Als we kijken hoe de camera’s in de praktijk presteren, zien we veel overeenkomsten en een aantal verschillen. De 120fps-modus in 4k leent zich uitstekend voor het maken van slowmotionvideos. Beide camera’s doen dat prima en dat levert al snel indrukwekkende resultaten op. We zagen daarbij niet echt duidelijke verschillen. Wat wel een verschil is, is dat de Sony ook in staat is om 240fps vast te leggen in 1080p. Het effect is daarmee nog groter, maar je levert er wel een hoop scherpte voor in. Een onhandig puntje bij de Canon is dat je 120fps niet direct kunt kiezen, maar eerst de high frame rate-setting moet aanzetten.
Voor onze stabilisatietest hebben we de camera's naast elkaar op een bracket gemonteerd, om het resultaat een op een te kunnen vergelijken. We filmden meestal bewust uit de hand om te kijken hoe goed dat ging. Een gimbal levert uiteraard betere resultaten op. Beide camera's hebben twee stabilisatiestanden en de EOS R5 presteert goed en consistent. Bij de Sony was dit niet zo; we zagen het ene moment vloeiende bewegingen, waar een paar seconde later ineens schokken te zien waren. Dat was duidelijk minder dan we van andere camera's uit de A7-serie gewend waren. We gebruikten een preproductiemodel en volgens Sony is dit probleem bekend en in de definitieve firmware opgelost. We vertrouwen erop dat dit klopt en dat deze minstens zo goed presteert als andere recente A7-camera's.
Bij weinig licht en hoge iso-standen is de Sony overduidelijk de winnaar. Voor onze test zijn we begonnen bij 1600 iso en zijn we steeds een paar stappen omhooggegaan, tot aan 40.000 iso. Het beeld van de A7SIII is helderder, er is meer detail zichtbaar en er is beduidend minder beeldruis.
Wat beide camera’s redelijk goed onder controle hebben, is rolling shutter. Vooral voor Sony is dat een grote verbetering ten opzichte van eerdere A7-serie camera’s. Daarmee heb je veel last van dit effect, waardoor bij snelle beweging vervorming van rechte lijnen optreedt doordat de sensor te traag van boven naar beneden wordt gelezen. Dat kan een serieuze beperking zijn tijdens het schieten van je productie. De lijnen van de parkeergarage in onze video blijven echter mooi recht en eerlijk gezegd mag je dat ook verwachten voor dit geld.
Sony was altijd heer en meester wat oogautofocus betreft. Canon heeft die functionaliteit nu uitgebreid en is daarmee bijna op hetzelfde niveau. Die van Sony is soms nog wel wat accurater, waarbij hij van een iets grotere afstand een oog herkent en daarop scherpstelt.
Canon EOS R5 | Sony A7S III | |
Sensorresoluitie | 45Mp | 12Mp |
8k | 24,25,30 | - |
4k | 24,25,30,50,60,120 | 24,25,30,50,60,120 |
1080p | 24,25,30,50,60 | 24,25,30,50,60,120,240 |
Af-punten | 1053 | 759 |
Fotoburst | 12/20 | 10 |
Native max iso | 51.200 | 102.400 |
Evf-vergroting (dots) | 0,76x (5760k) | 0,91x (9440k) |
Lcd-scherm (dots) | 3,2" (2100k) | 3" (1440k) |
Klerurruimte | 12-bit raw / 10bit-4:2:2 | 12-bit raw / 10bit-4:2:2 |
Hdmi | Micro | Fullsize |
Opslag | 1x cf-e a, 1x sd | 2x cf-e b, 2x sd |
Gewicht | 738g | 699g |
Omvang | 138x98x88 | 129x97x81 |
Ibis | Ja | Ja |
Top-lcd | Ja | Nee |
Uitklap+kantelbaar scherm | Ja | Ja |
Koptelefoon+mic | Ja | Ja |
Touchscreen | Ja | Ja |
Conclusie
Beide camera’s zijn innovatief en bieden mogelijkheden die we nog niet eerder zagen in dit camerasegment. Vanuit video geredeneerd is de Sony A7S III een camera die daarvoor veel beter geschikt is. Hij heeft - in tegenstelling tot oudere modellen - niet of nauwelijks last van oververhitting, heeft geen opnamelimiet van een half uur en de accu gaat relatief lang mee.
De videospecs van de EOS R5 zijn op papier enorm interessant, en eerlijk is eerlijk: het is een knappe prestatie van Canon om dit te verwezenlijken. We moeten vooral niet vergeten dat de R5 zowel gericht is op fotografie als op video. Als je vooral fotografeert en hooguit korte video’s filmt, is de R5 een uitstekende allrounder. Maar voor serieus videowerk loop je snel tegen limieten aan. In 4k met 24fps kun je onbeperkt filmen, maar daarboven krijg je al gauw last van oververhitting. Los van de beperkte opnametijd is het probleem vooral dat de camera vervolgens moet afkoelen voordat je verder kunt. Voor serieus filmwerk is dat in de praktijk meestal niet echt werkbaar en kan het dus een dealbreaker zijn. Geredeneerd vanuit iemand die vooral fotografeert, zijn de uitgebreide videomogelijkheden een mooi extraatje en minder een beperking.
Hoe dan ook heeft zowel de EOS R5 als de Sony A7S III de lat voor video weer een stukje hoger gelegd. De Sony geven we een Excellent award voor de uitstekende prestaties in de praktijk en de Canon geven we een Innovation award voor de vernieuwde mogelijkheden, zoals filmen in 8k. Oftewel: werk aan de winkel voor de andere camerafabrikanten.
Canon EOS R5 |
Sony A7S III |
- Canon EOS R5 Zwart
- Sony A7S III
Winkel | Beoordeling | | Prijs | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|
|
|||||
|
|||||
|
|||||
|
|||||
|
Winkel | Beoordeling | | Prijs | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|
|
|||||
|
|||||
|
|||||
|
|||||
|