Inleiding
Tien jaar geleden zaten we nog steeds in de overgang van gloeilampen naar spaarlampen. Inmiddels is er al lang een nieuwe vervangingsgolf gaande, nu van spaarlamp naar ledlamp. Waar je met peertjes nog 75W nodig had voor een lichtopbrengst van 900 lumen, verbruikt een spaarlamp slechts 16W. Een ledlamp doet het nog een stukje beter en verbruikt circa 10W om 900 lumen te produceren, maar dat is niet het enige voordeel. Een ledlamp wordt veel minder warm, gaat volgens de fabrikanten een decennium mee en bevat geen giftige stoffen, in tegenstelling tot een reguliere spaarlamp. Die voordelen zijn op zichzelf al voldoende om alle lampen in huis te vervangen, maar er is meer.
/i/2001735347.jpeg?f=imagenormal)
Dankzij het gebruik van gekleurde leds is het relatief eenvoudig om lampen te maken die van kleur kunnen veranderen. Naast de gebruikelijke witte verlichting zijn er lampen waarvan je het witte licht warmer of kouder kunt afstellen; bijvoorbeeld koel wit overdag en een gezellige warme kleur 's avonds. En als er rgb-leds worden gebruikt, kan vrijwel iedere kleurtint worden weergegeven, zodat de lampen naadloos passen in ieder interieur en in iedere gewenste sfeer. Uiteraard zijn lampen die van kleur kunnen veranderen, wat duurder. Dat geldt ook voor leds met variabele kleurtemperatuur, al kosten die vaak slechts een fractie meer.
Het instellen van de kleurtemperatuur, van koelblauw tot warmgeel, is prettig omdat de kleur van het zonlicht gedurende de dag ook verandert en omdat het 's avonds laat niet prettig is om in koel wit licht te zitten. Dat was een veelgehoorde klacht toen ledverlichting opkwam, omdat het veel koeler was dan de warme gloed van een klassieke gloeilamp. Hoe meer je een gloeilamp dimt, des te warmer van kleur hij wordt, maar dat geldt niet voor een standaard ledlamp. Blauwwit licht is niet prettig in verband met de melatonineaanmaak.
Slimme lampen
Na het toevoegen van de extra elektronica waarmee dit alles mogelijk wordt, is de volgende stap het ondersteunen van een communicatieprotocol. Dan kun je de lamp niet alleen op afstand aan- en uitzetten, maar ook afstellen en programmeren. Als de lamp geprogrammeerd kan worden met bijvoorbeeld een smartphone, spreken we van een 'slimme lamp'. Zie ook de Smarthome-productgroep in onze Pricewatch.
Smarthome, oftewel huisautomatisering, is niet nieuw, ook niet op het gebied van verlichting. Zo'n vijf jaar geleden kondigde Philips de Hue-serie aan, waardoor huisautomatisering interessant werd voor een breed publiek, ook voor consumenten zonder technische kennis. Het probleem was alleen dat zo'n startersset behoorlijk aan de prijs was; voor minder dan tweehonderd euro was er niet veel. Bovendien schoten tientallen verschillende systemen, die onderling niet compatibel waren, als paddenstoelen uit de grond. Dat is nu anders; voor enkele tientjes kun je al de eerste stappen zetten en de prijs per lamp is eveneens behoorlijk gedaald, zodat het zo langzamerhand interessant wordt om het volledige lampenarsenaal in huis te vervangen. Wat het nut daarvan is, bespreken we op de volgende pagina, inclusief verschillende scenario's.
Vergelijking
In onze eerste round-up over dit onderwerp richten we ons specifiek op instapsets onder de honderd euro. In de meeste gevallen gaat het dan om sets met witte ledlampen. Voor de vergelijking zijn deze lampen dan ook het uitgangspunt geweest, vooral voor de metingen, al hebben we informatie over lampen met gekleurde leds wel hier en daar meegenomen, maar die bespreken we concreet in een eventuele volgende test. Verder hebben we vooral gekeken naar de verschillende platforms, welke mogelijkheden deze bieden en hoe ze werken in de praktijk.
Voor de vergelijking zijn we uitgekomen op instapsets van Ikea, Innr, Philips en TP-Link. Osram was ook uitgenodigd, maar kon ons niet op tijd een geschikte lamp uit de nieuwe Smart+-serie leveren, en een door ons bestelde Xiaomi-lamp uit China arriveerde vreemd genoeg als Philips-lamp zonder Hue-compatibiliteit. Behalve naar een aantal meetresultaten keken we vooral naar de praktijk, van installatiegemak en mogelijkheden in de app tot en met compatibiliteit.
Scenario's en standaarden
Voor wie thuis nog geen domotica en slimme verlichting gebruikt, is het misschien handig even kort te schetsen wat je daar nu in de praktijk mee kunt. Het meest basale voordeel van slimme verlichting is dat je alle lampen in één keer aan en uit kunt zetten. Oftewel, je kunt ze op afstand besturen, individueel, per groep of allemaal tegelijk. Dat kan bovendien vanuit de slaapkamer, maar ook vanaf de andere kant van de wereld. Dat kan voorkomen dat een lamp per ongeluk de hele nacht blijft branden of dat je vergeet een timer in te stellen als je met vakantie gaat; met slimme verlichting kan dat ook nog achteraf.
/i/2001735637.jpeg?f=imagenormal)
Het licht in de ochtend (beeld: Innr)
Maar je kunt nog veel meer. Zo kun je groepen maken, waardoor je niet alleen individuele lampen of alles ineens kunt aansturen, maar ook de verlichting per ruimte kunt regelen. Voor de ene ruimte gelden immers andere wensen en eisen wat verlichting betreft dan voor de andere. Denk aan de keuken, waar je misschien helder wit licht wilt hebben en aan de woonkamer, waar sfeer belangrijk is. Dergelijke verschillen zijn er ook voor bijvoorbeeld de slaapkamer, badkamer, zolder en garage. Bovendien kun je niet alleen witte lampen gebruiken, maar dus ook verlichting met een instelbare kleurtemperatuur of zelfs met een volledig palet van zestien miljoen kleuren.
Een volgende stap is het gebruik van timers. Je kunt lampen handmatig in- en uitschakelen, met behulp van een app of via een draadloze, fysieke schakelaar, maar dat kan ook geautomatiseerd. Net als bij mechanische en programmeerbare schakelaars kun je iedere lamp zo instellen dat hij op een bepaalde tijd aan- of uitgaat. Soms is dat nog verder te automatiseren, bijvoorbeeld zodat de start- en eindtijd automatisch worden aangepast aan de stand van de zon. Timers worden al langer gebruikt, om mogelijke inbrekers te laten denken dat de bewoners thuis zijn. Soms kun je instellen dat lampen tussendoor af en toe aan gaan en dat de eindtijd een beetje varieert, zodat de bediening ervan natuurlijker oogt. Als de verlichting iedere dag om klokslag half elf 's avonds uitgaat, kan dat immers een teken zijn dat de bewoners met vakantie zijn. Lampen programmeren kan bij iedere fabrikant, maar de geavanceerde mogelijkheden, zoals de laatste voorbeelden, verschillen nogal.
Tot slot is het mogelijk om verschillende componenten in huis op elkaar af te stemmen om de huisautomatisering naar een hoger niveau te tillen. Het simpelste voorbeeld is het koppelen van een bewegingssensor aan verlichting. Zodra iemand een bepaalde ruimte binnenstapt, denk aan een badkamer, kelder of trapkast, gaat de verlichting automatisch aan. Dat scheelt weer een handeling en is erg praktisch, bijvoorbeeld als je vieze handen hebt en deze wilt wassen of wanneer je je huis binnenstapt en je handen vol hebt. Je kunt ook een lamp koppelen aan de deurbel. Zodra er iemand aanbelt, gaat een lamp aan of knippert deze in een bepaalde kleur. Heel handig als je slechthorend bent of een koptelefoon op hebt. Met de 'if this then that'-filosofie kunnen verschillende slimme apparaten 'met elkaar praten' en op elkaar reageren, en wordt je huis een stuk slimmer. De mogelijkheden zijn eindeloos, van een zelf openende garagedeur en sluitende gordijnen tot en met camera's, verwarming en alarmsystemen.
/i/2001735675.jpeg?f=imagenormal)
En dezelfde scène, maar dan in de avond (beeld: Innr)
Standaarden
Slimme verlichting is dus één onderdeel van een zogenaamd smarthome. Als je nu al weet dat je meer wilt dan alleen slimme verlichting, dan is het raadzaam om je te verdiepen in de verschillende domoticasystemen die momenteel op de markt zijn. Je wilt dan natuurlijk dat deze apparaten onderling kunnen communiceren, oftewel compatibel zijn. Dat is helaas alles behalve vanzelfsprekend, want zoals met alle nieuwe technologie zijn er verschillende standaarden op de markt, die verschillende protocollen gebruiken.
Allereerst worden bestaande frequentiebanden gebruikt, zoals 2,4GHz, bluetooth en de 433/868MHz-band. De 2,4GHz-frequentieband wordt ook door veel andere apparaten gebruikt, wat interferentie kan opleveren. Bovendien consumeert wifi relatief veel stroom en laat het bereik in de uithoeken van een huis vaak te wensen over. Bluetooth is energiezuiniger, maar heeft een zeer beperkt bereik. De 433MHz- en 868MHz-frequentieband zijn, net als 2,4GHz, vrij te gebruiken, mits de regels omtrent maximaal zendvermogen in acht worden gehouden. Ze worden dan ook vaak gebruikt voor domotica, onder andere door HomeWizard, KlikAanKlikUit en X10, de oudste domoticastandaard uit 1975. In de praktijk werken veel producten op de 433/868MHz-banden met eenrichtingsprotocollen. Er kan dan een signaal worden verstuurd om een lamp uit te schakelen, maar geen retoursignaal om te bevestigen dat dit ook daadwerkelijk gelukt is. Bij moderne standaarden, zoals zigbee en z-wave, is dat wel het geval.
Zigbee en z-wave
Bluetooth en wifi zijn voor domotica niet ideaal vanwege stroomverbruik, reikwijdte en installatiegemak. Zigbee, IEEE 802.15.4, is een open standaard uit 2003 voor draadloze verbindingen. De transmissiesnelheid van zigbee is aanzienlijk lager dan die van wifi en bluetooth, doordat het ontwikkeld is met het oog op een laag stroomverbruik. Daardoor is er ruimte voor een veelvoud van, ook met batterijen gevoede, apparaten en is het bereik van het netwerk groter. Het wordt onder andere gebruikt voor slimme lampen, maar ook voor deur- en raambeveiliging. Het wordt niet alleen voor consumententoepassingen ingezet, maar ook in de industrie, bijvoorbeeld voor een noodknop voor patiënten in een zorginstelling. ZigBee werkt op de 869/915MHz- en 2,4GHz-frequenties en is een zogenaamd meshnetwerk, wat wil zeggen dat de apparaten elkaar kunnen gebruiken als repeater en dus niet afhankelijk zijn een centrale hub als middelpunt. Dat komt de reikwijdte ten goede, zeker in vergelijking met wifi, waarbij het bereik op zolder vaak minder goed is als de router beneden in de meterkast staat.
Het z-wave-protocol gebruikt ook de meshstructuur en werd in 2001 ontwikkeld door het Deense Zensys als een proprietary soc, specifiek met huisautomatisering in het achterhoofd. Z-wave maakt gebruik van een licentievrije frequentieband in het 900MHz-spectrum: in Europa 868MHz en in de VS 908MHz. In vergelijking met zigbee heeft z-wave een iets grotere reikwijdte, met circa 25 meter binnenshuis en ruim 90 meter buiten. Z-wave heeft betere interoperabiliteit dan zigbee, maar de laatste heeft weer een snellere datatransmissie: 250 versus 100kbit/s. In 2016 is het gebruiksrecht van z-wave vrijgegeven, net als zigbee, waardoor de standaard aantrekkelijker is geworden voor internet-of-thingsdevelopers.
Tweewegcommunicatie
Zoals genoemd ondersteunen z-wave en zigbee tweewegcommunicatie. Het apparaat, bijvoorbeeld een lamp, kan dan een signaal terugsturen dat hij het commando ontvangen heeft en vervolgens bevestigen dat hij nu in- of uitgeschakeld is. De apparaten 'weten' dus van elkaar of het signaal ontvangen is. Bij domotica met eenwegcommunicatie kan het voorkomen dat een signaal niet goed aankomt, waardoor lampen bijvoorbeeld niet uitgaan en de hele nacht blijven branden, of niet eens aangaan. Bij tweewegcommunicatie wordt wel opgemerkt dat een opdracht niet succesvol is uitgevoerd, waarna het commando opnieuw wordt verstuurd.
Instapsets met en zonder hub
Veel slimmelampensets werken met een zogenaamde hub, ook 'bridge' of 'gateway' genoemd. Veel slimme lampen kunnen namelijk niet zelf verbinding maken met je thuisnetwerk, maar doen dit via zo'n hub. Deze is meestal via een ethernetkabel op je thuisnetwerk aangesloten.
Een dergelijke hub is niet verplicht, maar dan gelden er beperkingen. Vrijwel alle lampenfabrikanten, waaronder Philips, Innr en Ikea, hebben ook afstandsbedieningen en draadloze wandschakelaars in hun assortiment. Deze kunnen verschillende lampen tegelijk aansturen, dimmen en soms zelfs de kleurtemperatuur wijzigen. Je kunt hiermee echter maximaal tien lampen bedienen. Ze zijn niet programmeerbaar en het is niet mogelijk om verschillende groepen te gebruiken. Wil je dat wel, dan heb je extra afstandsbedieningen nodig of een hub.
Een ander alternatief zijn de op wifi gebaseerde lampen, zoals die van LifX, TP-Link en Xiaomi. Deze vereisen geen hub en gebruiken dus ook geen ethernet- en aparte stroomaansluiting. Via een clouddienst, waarvoor een account nodig is, kun je ze ook buitenshuis bedienen en uiteraard zijn ze via apps te programmeren en groeperen. Daar moeten we de kanttekening bij plaatsen dat deze lampen doorgaans een stukje groter zijn, vermoedelijk vanwege extra elektronica, en in het geval van TP-Link en LifX ook een stuk duurder. Als je slechts enkele lampen wilt gebruiken, is dat geen bezwaar, maar als je meer lampen wilt aanschaffen, ben je meestal goedkoper uit met een hub, omdat de lampen per stuk goedkoper zijn.
/i/2001736235.jpeg?f=imagenormal)
Vlnr: de Hue, Innr en Ikea-hub
Als je slechts enkele slimme lampen in gebruik wilt nemen, bijvoorbeeld voor sfeerverlichting of als slimme schakelklok, dan is een hub dus niet noodzakelijk. Gebruik je een hub, dan kun je maar liefst vijftig of meer lampen tegelijk aansturen. Je kunt ze dan via een app in groepen indelen en programmeren.
Apps van derde partijen
Naast de merkeigen hubs, zijn er ook alternatieve allround hubs. Denk bijvoorbeeld aan de hub van Homewizard, KlikAanKlikUit en Homey. Het kenmerk van zo'n allround hub is dat hij compatibel is met verschillende standaarden en op die manier uiteenlopende producten kan aansturen, ook als die onderling niet direct compatibel zijn. Ze hebben bijvoorbeeld ondersteuning voor z-wave, zigbee en de 433,92MHz/868MHz-band. Ook een Raspberry Pi is daarvoor geschikt te maken, doordat deze uit te breiden is met hardwaremodules en er kant-en-klare opensourcesoftwarepakketten zijn, zoals Domoticz, OpenHAB en Home Assistant.
Slimme speakers
Speakers met ingebouwde spraakassistenten kunnen direct met diverse slimme lampen samenwerken. Denk bijvoorbeeld aan de Amazon Alexa, Siri op basis van Apple Homekit, Google Home en de Homey. Daarnaast zijn er nog tientallen, veelal betaalde apps, die vaak mogelijkheden bieden die je niet in de native app terugvindt. Zo bevat de Hue Pro uitgebreidere mogelijkheden voor het gebruik van timers.
Compatibiliteit
Philips Hue is intussen een dominante speler op de markt, waardoor andere fabrikanten daarop aanhaken. Hoewel de meeste fabrikanten hun portfolio hebben opgebouwd rondom een eigen hub, zijn ze overwegend, inclusief onder andere Innr, Osram en Ikea, compatibel met Philips Hue. Iets wat dan ook prominent op de verpakking staat. Bovendien is het zigbee light link-protocol, waar Hue op gebaseerd is, momenteel de standaard waarop veel fabrikanten aanhaken. Je kunt dus lampen van derde partijen op een Hue-hub aansluiten, terwijl dat andersom lang niet altijd het geval is.
Mocht je overigens van plan zijn lampen van een ander merk aan de Hue-bridge te koppelen, dan kan dit betekenen dat je ze niet ziet in de native app, maar alleen in de Hue-app. Ze zijn dan gekoppeld aan de Hue-bridge en zitten in een 'ander' zigbee-netwerk. Andersom geldt hetzelfde; als je bijvoorbeeld lampen met een Ikea-bridge of -afstandsbediening koppelt, zie je ze alleen in de Ikea-app en niet in Hue. In sommige gevallen is het nodig om een lamp te resetten om hem opnieuw te koppelen. Meestal doe je dit door hem enkele keren achter elkaar aan- en uit te zetten.
Ondanks de compatibiliteit met het Hue-platform kan het zijn dat lampen van andere fabrikanten alsnog niet ondersteund worden door overkoepelende domotica van bijvoorbeeld Apple, Google en Amazon. Zo ondersteunt Apple bijvoorbeeld alleen lampen die gecertificeerd zijn om te werken met HomeKit.
Installatie en bediening
Ieder systeem heeft zo z'n eigen installatieprocedure. In alle gevallen werkt het via een app, tenzij je lampen met alleen een fysieke afstandsbediening hebt gekocht. In ons geval hebben we drie startersets met een hub en één zonder.
Philips Hue
De eerste stap bij de Philips is het aansluiten van de Bridge, zoals Philips de hub noemt. Als deze is aangesloten op het netwerk, start je de Hue-app. Als je daarna de lampen hebt geplaatst, en deze vervolgens aanzet en de app laat zoeken, zullen ze automatisch herkend worden. De installatieprocedure van de Hue is dus heel eenvoudig en gebruiksvriendelijk, wat ons betreft het gebruiksvriendelijkst van allemaal.
Dat geldt ook voor zogenaamde thirdpartylampen, oftewel slimme lampen van een ander merk die compatibel zijn met Hue, zoals die van Innr, Ikea en Osram. De Hue Bridge en app hadden over het algemeen weinig moeite met het herkennen ervan. Merk en type - wit, gekleurd of met instelbare kleurtint - worden keurig herkend. Dat is terug te zien in de beschrijving, die je overigens nog kunt aanpassen door een lamp een bepaalde naam te geven. Het kan gebeuren dat een lamp niet wordt herkend. Vaak gaat het dan om een relatief nieuw model en is de kans groot dat je deze later, na een firmware-update, wel kunt toevoegen.
De app van de Hue is uitgebreid, maar toch vrij overzichtelijk. Er zijn voorgeprogrammeerde scènes voor helder en gedimd licht, en voor lampen met kleurtinten zijn er ook gekleurde sferen. Je kunt je huis indelen in groepen - woonkamer, slaapkamer, gang enzovoort - zodat je alle lampen in de ruimte, of verschillende groepen ineens, kunt instellen. Ook kun je timers instellen, bijvoorbeeld zodat lampen in een bepaalde groep met een bepaalde lichtsterkte aan- en uitgaan.
Wil je meer, dan is registratie noodzakelijk. Dat is wel aan te raden, want daarmee kun je de lampen ook buitenshuis bedienen en kun je zogenaamde routines instellen, bijvoorbeeld voor het ontwaken, thuiswerken en wanneer je weg bent. De app kan de lampen eventueel automatisch uitzetten als je je huis verlaat, al zal dat met verschillende bewoners lang niet altijd handig zijn.
Ook handig is het automatisch inschakelen van de verlichting op basis van de zonsondergang, iets waarvoor de app toestemming voor locatie-informatie vraagt. Dat scheelt het continu aanpassen van de timers terwijl het dagelijks voeger of later donker of licht wordt. Je kunt hier ook mee variëren, bijvoorbeeld zodat de lampen al een half uur vóór zonsondergang aangaan, via Instellingen, Geavanceerd. Via apps van derden, zoals Hue Pro, kun je nog meer routines instellen. Omdat Hue het grootste marktaandeel heeft, werkt het samen met vrijwel alle andere domotica, zoals Alexa en Google Home.
Ikea Trådfri
De installatie is bij de Ikea is iets omslachtiger dan bij de concurrentie. Na het starten van de app en het aansluiten van de hub op de router, moet je deze handmatig koppelen. Dat kan via een qr-code achter op de gateway. Daarna moet je de afstandsbedieningen koppelen aan de bridge. Eerst moet je vier keer achter elkaar een knop aan de opengeschroefde achterkant van de afstandsbediening indrukken. Als het rode ledje vier keer gaat knipperen, moet je tien seconden wachten en vervolgens dezelfde knop ingedrukt houden op 2cm afstand van de gateway, tot die laatstgenoemde daar met een lampje op reageert. Daarna wordt de afstandsbediening in de app toegevoegd. Vervolgens moet je hetzelfde doen voor iedere lamp in huis. Je zet hem aan en houdt de afstandsbediening op 2cm afstand terwijl je de knop ingedrukt houdt. De lichtintensiteit van de lamp verandert dan tijdelijk en als hij weer constant gaat branden, is hij gekoppeld. Al met al vinden we dit niet de handigste en vlotste set-up, zeker niet als je je hele huis van slimme lampen wilt voorzien.
In tegenstelling tot de installatieprocedure blinkt de Ikea-app uit in eenvoud, net als als de bekende montagehandleidingen. Er zijn niet heel veel opties, maar de belangrijkste zaken zitten erin. Als de app start, zoekt hij eerst verbinding met de bridge en daarna zie je alle lampen. Deze kun je in- en uitschakelen, en je kunt ze dimmen en eventueel de kleurtemperatuur wijzigen als de gebruikte lamp dit ondersteunt. Per lamp is aangegeven wat voor type het is. Je kunt timers maken door in te stellen op welke dag en tijd een lamp of groep lampen aan- en uitgaat. Ze onthouden de helderheid waarmee ze de laatste keer zijn gebruikt. Ook kun je een wake-up-light instellen, waarbij lampen langzaam steeds feller worden, net als de ochtendzon. Verder is er een instellingenmenu waarmee je je apparaten kunt beheren en ze kunt koppelen aan Amazon Alexa of Apple Homekit. In hetzelfde menu kun je ook nieuwe groepen maken.
Het aantal accessoires is nog beperkt, hoewel er afstandsbedieningen en bewegingssensoren beschikbaar zijn. De Ikea-hub kan ook overweg met lampen van Innr. Wat we in de app zelf missen, zijn wat programmeermogelijkheden. Bijvoorbeeld dat de lampen automatisch gaan dimmen of de kleurtemperatuur aanpassen aan het moment van de dag. Ook zou het prettig zijn als de timers zich automatisch zouden aanpassen aan de zonsondergang, want nu moet je alsnog regelmatig de tijden aanpassen.
Innr
De hub van Innr wordt net als de rest rechtstreeks aangesloten op de router. Als je de bijbehorende app start, wordt je stapsgewijs door het installatieproces geloodst. Dat begint met het detecteren van de hub, oftewel de bridge, zoals Innr hem noemt. Daarvoor moet je de centrale knop op de hub een seconde of vier ingedrukt houden, waarna hij gaat knipperen. Het detecteren duurt daarna even, maar uiteindelijk wordt de bridge gevonden. Daarna gaat de app op zoek naar de lampen, waarbij Innr adviseert ze pas aan te zetten als het zoeken gestart is. Ook het vinden van de lampen gaat wat langzamer dan bij Hue. Dat is apart, want de Hue-hub vindt de Innr-lampen sneller.
Een andere kanttekening is dat we tijdens de testperiode geconfronteerd werden met een Innr-hub die geen lampen meer detecteerde. Na een aanvankelijk succesvolle installatie kon de Innr-hub enkele weken later geen lampen meer vinden. Het resetten van de lampen hielp niet en een hard-reset van de hub zelf evenmin. Volgens Innr was de firmware van de hub inmiddels verouderd ten opzichte van die van de app en lampen, waarna de fabrikant ons een vervangende hub toestuurde.
Het is verplicht om een account aan te maken bij Innr, want anders kun je de lampen niet installeren. Mét account kun je ze ook buitenshuis bedienen. Hoewel de Innr-lampen ook gebruikt kunnen worden met een Philips Hue-hub, is dat andersom niet het geval, vanwege een iets andere zigbee-implementatie.
Na de installatie vraagt de app je verschillende kamers aan te maken, waarmee je de lampen kunt groeperen. Daarna wordt je gevraagd om een indicatie te geven waar de ruimte is, zodat er een passend icoontje bij geplaatst wordt. Vervolgens kun je, net zoals bij Philips en Ikea, aangeven welke lampen bij de desbetreffende kamer horen, zodat je ze in één keer kunt bedienen. Wat wel wat jammer is, is dat de Innr-lampen met typenummers aangegeven worden, zoals RB 165 en RB 185 C, waarbij je zelf moet weten dat met de C een kleurenlamp wordt bedoeld. Ikea en Philips doen dat beter. Eenmaal ingesteld krijg je bij het openen van de app een overzicht van alle kamers, waarbij je met een tap op het scherm alle lampen kunt aan- of uitschakelen, of dimmen. Net als bij Philips Hue kun je de timers koppelen aan de zonsopkomst en -ondergang, maar ook in dit geval heb je geen mogelijkheid om dit bijvoorbeeld een halfuurtje te vervroegen.
TP-Link
De slimme lampen van TP-Link communiceren via wifi, net als lampen van LifX en Xiaomi. Daardoor vereisen ze geen hub en functioneren ze zelfstandig. Toch zijn ze programmeerbaar én te bedienen via een app. Nadat je een TP-Link-lamp voor de eerste keer aangezet hebt, gaat hij drie keer knipperen. Je start de bijbehorende Kasa-app en geeft aan dat je een lamp wilt toevoegen. Vervolgens selecteer je met je smartphone het bijbehorende ad-hocwifinetwerk. De lamp wordt dan vrijwel direct herkend, waarna je hem een naam kunt geven. Deze stappen moeten voor iedere lamp opnieuw worden uitgevoerd.
Omdat de lampen via een clouddienst werken, op basis van een externe server waarvoor een account moet worden aangemaakt, zijn de lampen ook buitenshuis te bedienen. Hiervoor is geen configuratie met poorttriggering van de router noodzakelijk. Een nadeel is dat je afhankelijk bent van de beschikbaarheid van deze clouddienst én je internetverbinding. Eenmaal geprogrammeerd blijven ze wel functioneren. De lampen van TP-Link zijn aanzienlijk groter dan de lampen die met een hub werken. En een nadeel is ook dat je de lampen minder makkelijk kunt koppelen aan accessoires zoals een thermostaat en sensoren; daarvoor heb je dan een slimme router nodig die compatibel is met de TP-Link-producten. Oftewel, dan heb je eigenlijk alsnog een hub.
Net als bij Ikea is de app van TP-Link vrij minimalistisch. Hij begint met een overzicht van alle lampen die je hebt, waarbij ook te zien is of ze aanstaan en zo ja, hoe fel en met welke kleurtemperatuur. In het overzicht is ruimte voor een lamp of zeven, daarna moet je scrollen. Een groot gemis is dat het niet mogelijk is om groepen te maken; iedere lamp functioneert individueel. Dat geeft aan dat TP-Link zich vooral richt op consumenten die slechts enkele lampen in gebruik willen nemen.
De lampen zijn individueel programmeerbaar, waarbij je per lamp kunt aangeven wanneer hij aan of uit moet gaan en of hij net zo gedimd moet zijn als toen hij uitging. Als de lamp dit ondersteunt, kun je ook aangeven wat voor kleur hij moet hebben en dat eventueel op verschillende tijdstippen afwisselen.
Een handige feature is 'circadian' waarbij de kleurtemperatuur automatisch kan veranderen op basis van het tijdstip van de dag, bijvoorbeeld fel blauw-wit overdag en warm oranje als het donker is. Dergelijke features kennen we ook van smartphone-, tablet- en computerschermen; ze voorkomen een te veel aan blauw licht, wat de aanmaak van melatonine in de weg zit. Net als bij Ikea missen we wel een feature waarbij de timer gekoppeld kan worden aan de zonsondergang.
Verder viel het ons op dat de lampen van TP-Link traag reageren als ze ingeschakeld worden, in tegenstelling tot de andere lampen. Het duurt soms ruim twee seconden voordat een lamp aangaat. De witte lampen hebben hier minder last van, maar bij de lampen die van kleur kunnen veranderen, duurt het wat langer.
Stroomverbruik, lichtopbrengst en hitte
Praktijkervaring is belangrijk, maar meten is weten. Daarom hebben we onderzocht wat en vooral hoe we bepaalde zaken konden meten met onze bestaande apparatuur, die we voor andere tests gebruiken. Dankzij een luxmeter en een speciaal gemaakte buisconstructie van anderhalve meter konden we de hoeveelheid licht onderling vergelijken in de minimale en maximale stand. Tegelijk hebben we natuurlijk ook het verbruik gemeten. Verder hebben we het knipperen van de lampen gemeten en gefilmd. Dit is geen wetenschappelijke test, want daarvoor is veel duurdere en gespecialiseerde apparatuur nodig. De resultaten vormen dan ook slechts een indicatie.
Stroomverbruik
In de praktijk is het stroomverbruik van de slimme lampen iets hoger dan dat van hun 'domme' tegenhangers. Dat komt doordat ze wat extra elektronica aan boord hebben, waaronder een chip voor draadloze communicatie. Ook als een slimme lamp geen licht geeft en in stand-by staat, verbruikt hij daardoor wat stroom, in tegenstelling tot een klassieke lamp.
In stand-by gebruiken alle lampen ongeveer een halve watt - we hebben de resultaten afgerond. De verschillen in gedimde- en stand-by-stand zijn niet groot genoeg om er harde conclusie aan te verbinden. Op maximale helderheid verbruikt de Ikea-lamp net wat meer dan de Philips en de Innr. Dat is overigens logisch te verklaren door de lichtopbrengst (zie de volgende alinea). Al met al levert de Philips-lamp hier de beste prestatie, met het meeste licht bij het kleinste verbruik, al loopt dat wat terug in gedimde stand.
/i/2001736237.jpeg?f=imagenormal)
Vlnr: TP-Link, Ikea, Philips en Innr
Dimmen en lichtopbrengst
De minimale en maximale lichtopbrengsten verschillen nogal, wat ook veroorzaakt wordt door de manier waarop de lampen worden gedimd (zie de volgende pagina). Volgens onze metingen zijn de lampen van Ikea en TP-Link het felst en dat is terug te zien in het stroomverbruik. De lamp van Innr is opvallend minder fel in de maximale stand dan de andere lampen. Veel opvallender is echter het verschil in lichtopbrengst in de laagste stand. Het blijkt dan namelijk dat de Innr en Ikea beduidend minder ver kunnen dimmen. Het scheelt een factor twee tot drie en dat is echt merkbaar. In de praktijk betekent dit dat de lamp als te fel kan worden ervaren. De Philips en TP-Link laten zich wel flink dimmen.
Hitte
Dat ledlampen ook flink warm kunnen worden, blijkt uit de warmtebeelden. Niet het glazen oppervlak wordt warm, maar het onderste deel van de lamp, waar alle elektronica zit. Die hitte is merkbaar; net als bij ouderwetse lampen moet je even wachten tot ze afgekoeld zijn voordat je ze kunt verwisselen. De fittingkant van de lamp is niet prettig om vast te pakken, maar het bolle gedeelte kan prima. De Innr en de Ikea werden het warmst. Daarna komt de Philips. De lamp van TP-Link blijft het koelst en mede dankzij zijn grote vorm is hij daardoor beter aan te raken.
/i/2001735339.jpeg?f=imagenormal)
Vlnr: TP-Link, Ikea, Philips, Innr
Omvang en gewicht
We willen nog iets zeggen over de omvang, al is dat meer van esthetisch en praktisch belang. Slimme lampen zijn meestal groter dan niet-slimme ledlampen, wat op zich niet verwonderlijk is, omdat er meer elektronica in zit. We vinden echter de verschillen tussen de vier vergeleken E27-lampen tamelijk groot. Dat betreft zowel de omvang van de bol als de grootte van de voet. De lampen zijn vooral langer dan standaard ledverlichting en steken dus verder uit het armatuur. In bepaalde gevallen is dat onwenselijk of minder functioneel.
/i/2001735731.jpeg?f=imagenormal)
De Philips Hue is met afstand het kortst van de vier: 11,2cm. De voet van de Innr is slechts een fractie groter, maar de bol is wel een stukje langer, waardoor deze op 12cm uitkomt. De Ikea heeft een kleinere bol, maar een beduidend langere voet, goed voor 12,9cm. De TP-Link spant de kroon; deze lamp is zowel in de lengte als in de breedte vrij fors: 14,1cm. Als we de hier besproken lampen vergelijken met kleurvarianten van dezelfde fabrikanten, dan zien we dat de lampen van TP-Link allemaal even groot zijn. Dat geldt ook voor de Trådfri-lampen van Ikea, ongeacht of deze wit, tunable wit of gekleurd zijn. Bij Innr en Philips zijn de gekleurde lampen wat langer. Gelet op het gewicht zijn de TP-Link- en Ikea-lampen voelbaar aan de zware kant.
Kleurweergave en pulsbreedtemodulatie
Een belangrijk aspect van ledverlichting is de kleurweergave. De kleurreproductie van led is namelijk over het algemeen niet zo goed als die van gloeilampen. Dat is vooral van invloed op de natuurgetrouwe weergave van kleuren. Voor iets als straatverlichting is dat bijvoorbeeld niet zo belangrijk, maar voor een thuissituatie wel. Een slechte kleurweergave leidt tot een vertekend beeld; aardbeien of vlees dat er bedorven uitziet of een persoon die ziek oogt door grauwe, bleke huidtinten. Dergelijke lampen wil je niet in de keuken hebben en eigenlijk ook niet in de huiskamer. Als consument kom je hier vaak pas na aankoop achter.
Cri en cqs
Veel fabrikanten gebruiken cri, wat staat voor color rendering index, om de kleurweergave aan te geven. Daarbij staat de waarde van 100 voor een halogeenlamp. Een gemiddelde, moderne spaarlamp zit zo rond de 80. Bij ledlampen wisselt het nogal, maar over het algemeen is het uitgangspunt dat de waarde ten minste 80 of hoger moet zijn. De vuistregel is dat alles onder de 80 een te grote afwijking heeft; hoe dichter bij 100, des te beter de lichtkwaliteit.
Een gesimuleerd voorbeeld van goede en verkeerde kleurtinten
De cri-standaard is inmiddels 35 jaar oud, uit het tijdperk van tl- en gloeilampen. Voor ledlampen voldoet hij eigenlijk niet meer. De kleurechtheid wordt gemeten op basis van acht verschillende kleurtinten. Een ledlamp kan vrij eenvoudig getuned worden, zodat hij voor cri een perfecte score weergeeft, terwijl hij er volstrekt naast zit voor andere kleurtinten, die niet worden gemeten. Een hoge cri-waarde kan dus misleidend zijn.
Een nieuwere standaard voor het bepalen van de kleurkwaliteit is de cqs, wat staat voor color quality scale. Deze werkt voor alle lichtbronnen en de gebruikte formules houden niet alleen rekening met kleurechtheid, maar ook met kleurkwaliteit. Cqs gebruikt net als cri als referentie een gloei- en halogeenlamp met een waarde van 100. Ondanks de voordelen heeft de industrie deze methode niet overgenomen en is cri nog steeds de standaard. Intussen wordt gewerkt aan weer een nieuwe standaard: TM-30-15. Deze gebruikt 99 referentiekleuren, maar het is nog niet zover dat hij de plaats van cri inneemt.
Knipperende lampen
Er zijn twee manieren om ledlampen te dimmen: door de hoeveelheid stroom die door de leds loopt, te variëren of door middel van pulsbreedtemodulatie, ook bekend als pwm.
Bij pulsbreedtemodulatie wordt de lamp als het ware heel snel aan- en uitgeschakeld. Een lamp die de helft van de tijd uit staat, zal ook de helft van de hoeveelheid licht uitstralen. Op deze wijze is zeer nauwkeurige aansturing mogelijk. Bovendien is de helderheid tot zeer lage niveaus te dimmen. De methode waarbij de hoeveelheid stroom varieert, heeft als nadeel dat de leds op een gegeven moment stoppen met branden en erg lage helderheden dus niet mogelijk zijn. De door ons geteste lampen knipperen met zo'n honderd tot duizend Hertz. De knipperfrequentie van deze lampen is dus te hoog om door het menselijk oog te worden waargenomen. Dit in tegenstelling tot bij sommige oudere dimbare lampen, die lagere frequenties gebruikten, wat als erg storend werd ervaren.
Voor onze ogen mag het knipperen dan onzichtbaar zijn, onze foto- en videocamera's merken het wel op. Het gevolg is dat het knipperen zichtbaar is en dat er af en toe zelfs strepen te zien zijn. Deze effecten zijn vooral goed op te merken als er een korte sluitertijd wordt gebruikt. Meestal heb je er dus geen last van, maar mocht je deze lampen willen gebruiken voor foto- of video-opnamen, dan is het wel iets om bij stil te staan.
We hebben de knipperfrequentie gemeten met een oscilloscoop in combinatie met een fotodiode. Wat we hieruit kunnen afleiden, is dat de TP-Link-lampen een frequentie van ongeveer 1000Hz gebruiken. Ikea komt uit op circa 600Hz en Philips op 100Hz. Het knipperen van de Philips-lamp zal bij opnamen sneller zichtbaar zijn, wat we ook in de video terugzien. De Innr wijkt duidelijk af; hij heeft geen pulsbreedtemodulatie en brandt dus constant. De lamp is daardoor minder ver te dimmen, maar voor foto- en videobelichting is het dus een goede keuze.
Specificaties en fotogalerij
Merk en productserie |
Innr |
TP-Link |
Philips Hue |
Ikea |
Type |
Starter kit Retrofit E27 (2 lampen, met Bridge) |
LB110 (slimme wifiledlamp met dimbaar licht) |
White Starter Pack (E27, 2 lampen, met Bridge 2.0) |
Trådfri E27 LED 980lm (set van 2 lampen met verbindingshub) |
|
/i/2001210653.jpeg?f=thumbmini) |
/i/2001462435.jpeg?f=thumbmini) |
/i/2000793547.jpeg?f=thumbmini) |
/i/2001487809.jpeg?f=thumbmini) |
Prijs en waardering |
Prijs |
Onbekend (3 winkels) |
Onbekend (19 winkels) |
€ 49,99 (14 winkels) |
Onbekend |
Eerste prijsvermelding |
Woensdag 24 augustus 2016 |
Vrijdag 24 maart 2017 |
Dinsdag 13 oktober 2015 |
|
Waardering |
3 van 5 sterren
|
4 van 5 sterren
|
4 van 5 sterren
|
3.5 van 5 sterren
|
Soort |
Type (verlichting) |
Bridge, lamp |
Lamp |
Bridge, lamp |
Bridge, lamp |
Aantal lampen |
2x |
1x |
2x |
2x |
Eigenschappen lamp |
Fitting |
E27 |
E27 |
E27 |
E27 |
Lumenopbrengst |
806lm |
800lm |
800lm |
980lm |
Technische eigenschappen |
Protocol |
Zigbee |
Wifi 802.11b, 802.11g, 802.11n |
Zigbee |
Zigbee |
Maximumaantal lampen (bridge) |
100x |
- |
50x |
50x |
Maximaal outputvermogen |
8W |
11W |
10W |
12W |
Compatibiliteit |
App |
Android, iOS, Windows Phone |
Android, iOS |
Android, iOS, Windows Phone |
Android, iOS |
Hue |
ja |
nee |
ja |
ja |
Apple Homekit |
nee |
nee |
ja |
ja |
Amazon Alexa |
nee |
nee |
ja |
ja |
Google Home |
nee |
nee |
ja |
ja |
Conclusie
Het is een mooie tijd om te beginnen met huisautomatisering. Het aanbod van producten is enorm, er zijn verschillende soorten lampen en instapsets zijn betaalbaar geworden. Je kunt beginnen met een set witte lampen of eventueel kiezen voor een variant waarbij je kunt wisselen tussen warm en koud licht. Je kunt de set dan later uitbreiden met extra verlichting, al dan niet met kleuren en accessoires zoals bewegingssensoren. De belangrijkste vraag is voor welk systeem je kiest, want dat bepaalt je uitbreidingsmogelijkheden in de toekomst.
/i/2001743003.jpeg?f=imagenormal)
De startersets kosten grosso modo allemaal evenveel. Voor circa 80 euro krijg je zowel bij Philips als bij Ikea een hub en twee witte lampen. Bij Ikea zit daar nog een draadloze afstandsbediening bij. Philips heeft deze ook, maar die is voorbehouden aan andere bundels of te koop als extra accessoire. Een Innr-starterset met twee lampen is iets goedkoper: 66 euro zonder afstandsbediening. Twee losse lampen van TP-Link kosten samen circa 70 euro, maar voor een paar euro meer heb je een versie waarbij je kunt schakelen tussen warm en koud licht.
Als je wilt beginnen met slimme verlichting, bijvoorbeeld om die via een timer automatisch aan en uit te laten gaan, zijn de op wifi gebaseerde lampen van TP-Link interessant, maar per stuk zijn ze relatief duur. De stuksprijs ligt bij Philips, Ikea en Innr, met 10 tot 20 euro, beduidend lager. Als je slechts enkele slimme lampen wilt gebruiken, is het nog te overzien. In dat geval zouden lampen met gekleurde leds onze voorkeur hebben, want voor een witte lamp is het toch wel erg prijzig en is de meerwaarde beperkt. De afweging is natuurlijk persoonlijk, maar met het oog op de toekomst en het 'verslimmen' van verschillende ruimten in huis, zijn andere sets beduidend goedkoper. Je ontkomt dan alleen niet aan een hub.
De prijs per lamp weegt zwaarder naarmate je meer lampen in huis 'slim' wilt maken. Bedenk daarbij dat een huishouden gemiddeld 45 lampen gebruikt. Wat prijs betreft heeft Ikea goede papieren. De Zweedse winkel heeft in korte tijd een groot assortiment slimme Trådfri-lampen opgetuigd en de prijzen liggen relatief laag. De Innr-lampen zijn eveneens wat voordeliger dan die van marktleider Philips. Dat geldt ook voor lampen met gekleurde leds, zowel van Ikea als van Innr.
De lampen van Philips mogen dan wat duurder zijn dan die van Ikea en Innr, ze onderscheiden zich ook in positieve zin. Zo gaan ze bijvoorbeeld van 2200 tot 6500 kelvin, terwijl Ikea en Innr tot respectievelijk 4000 en 5000 kelvin komen. Ze zijn beter dimbaar en de witte lampen zijn minder lang. Ook over de Hue-app zijn we het meest te spreken; hij werk redelijk eenvoudig, lampen worden snel gevonden en er zijn voldoende instellingsmogelijkheden. Wie extra functionaliteit wil, kan bovendien terecht bij talloze andere Hue-apps, gratis en betaald. Het grootste pluspunt van Philips Hue is nog wel de compatibiliteit; je kunt in de toekomst nog altijd besluiten om bijvoorbeeld goedkopere Ikea-, Innr- of Osram-lampen toe te voegen; andersom kan dat niet of zeer beperkt.