Terug naar D-Day en de Ardennen
Het was de te verwachten aankondiging, maar tegelijkertijd was het een verrassing: eerder deze lente maakten Activision en Sledgehammer Games bekend dat de Call of Duty-franchise terug naar de basis zou gaan. Te verwachten, want gamers smeekten al jaren om een dergelijke game. Verrassend, want al die jaren was die game uitgebleven, en nu kwam 'ie ineens wél. Na gamers jarenlang de ene na de andere futuristische shooter te hebben voorgeschoteld, neemt Call of Duty die gamers in november mee terug naar waar het allemaal begon: de Tweede Wereldoorlog.
Call of Duty: WWII is de eerste Tweede Wereldoorlog-shooter die Activision in bijna tien jaar tijd uitbrengt. Dat levert veel vragen op. Veel onderdelen van Call of Duty-games waar we in de loop der jaren aan gewend zijn geraakt, bestonden nog niet toen Call of Duty 5: World at War uitkwam. Denk aan hoe uitgebreid het opbouwen en aanpassen van klassen en wapens is geworden, de veelvoud aan killstreak-rewards, de ondersteuning voor clans, en ga zo maar door. Daarbij komt nog dat de techniek in staat is om het geheel op indrukwekkender wijze in beeld te brengen dan tien jaar geleden. Alleen dat gegeven al - Omaha Beach in 4k? - maakt het heel fijn dat Call of Duty terug gaat naar de Tweede Wereldoorlog.
Maar er is meer. De aanwezigheid van jetpacks en boosted jumps heeft de gameplay van Call of Duty veranderd. De laatste games brachten meer gelaagdheid in levels, en steeds meer snelheid. Dat kon niet iedereen waarderen. De snelheid en de opbouw van levels leidden er te vaak toe dat gamers in hun rug werden verrast door vijanden. De ontwikkelaars hamerden er steeds weer op hoe belangrijk het was om vijanden zo veel mogelijk recht voor je te hebben, omdat dat de beste vuurgevechten oplevert, maar dat kwam lang niet altijd optimaal uit de verf. Dat element droeg bij aan een steeds verder groeiende onvrede, waarbij ook de zeer bescheiden stapjes vooruit op grafisch gebied een pijnpunt bleven. Redenen genoeg voor Activision om weer eens wat goodwill te kweken en teleurgestelde fans de game te beloven waar ze zo lang op hebben gewacht.
Wat de setting betreft, is Call of Duty: WWII die game, maar met alleen een setting is de oorlog nog lang niet gewonnen. Daar is Sledgehammer Games zich van bewust. Toen de studio direct na de release van Advanced Warfare in 2014 begon te werken aan 'WWII' was al duidelijk dat het eventuele succes van de game gepaard zou gaan met een lange checklist vol punten waaraan de game moest voldoen. Begrijpen dat de toekomst simpelweg inruilen voor het verleden niet genoeg zou zijn, is daar onderdeel van: de gameplay moest nieuwe elementen bevatten. Daarnaast moest er uiteraard ook een sterke singleplayercampagne zijn. Die campagne hebben we nog niet kunnen spelen, maar bij de onthulling van de game werd al wel duidelijk hoe hij in elkaar zit.
Van Normandië naar Duitsland met de 1st Infantry Division
Spelers krijgen in de campagne de controle over verschillende soldaten, waarbij twee soldaten van de Amerikaanse 1st Infantry Division de belangrijkste rollen spelen. Daarnaast komen ook Franse en Britse soldaten aan bod. Het verhaal volgt een groep soldaten in 1944 en 1945, ten tijde van de opmars van de geallieerden om Europa te bevrijden van de nazi's. Dat de campagne zal beginnen met D-Day is duidelijk. Spelers zullen de bekende scène meemaken waarbij duizenden soldaten vanuit landingsboten het strand van Normandië moesten bestormen. Daarna komt het team onder meer in België en Duitsland terecht. Zullen we ook een missie in Nederland zien? Waarschijnlijk niet. De 1st Infantry Division bereikte Duitsland via de Belgische Ardennen zonder eerst, zoals de 501st Parachute Infantry Regiment, Nederland in te trekken. Mogelijk zal er wel een concentratiekamp opduiken in het spel. Een van de kritiekpunten op oude WO2-games is dat de holocaust er nooit in vertegenwoordigd was. Als we de geruchten mogen geloven, zal Call of Duty: WWII breken met die lijn. Dat is niet onlogisch: de 1st Infantry Division bevrijdde op 8 mei 1945 Zwodau en Falkenau an der Eger, twee kampen die hoorden bij concentratiekamp Flossenbürg.
Over de gameplay van de singleplayer is nog niet veel bekend, maar Sledgehammer games heeft al wel een aantal kleinigheden verklapt. Een belangrijke wijziging ten opzichte van eerdere Call of Duty-games is dat de gezondheid van je soldaat niet automatisch wordt aangevuld. In dekking gaan om je health terug te krijgen, is dus geen optie meer. In plaats daarvan zijn spelers afhankelijk van medics die hun gezondheid weer kunnen herstellen. Het is een middel dat Sledgehammer inzet om het teamgevoel en broederschap te versterken. Ook ammunitie zullen spelers op eenzelfde manier moeten verkrijgen.
Divisies en vrijheid in wapenkeuze
De singleplayercampagne klinkt, met een aantal historische gevechten op het menu, aantrekkelijk. Helaas toonde Sledgehammer dat deel van het spel nog niet op de E3. Opvallend, want meestal was het juist de singleplayer van de nieuwe Call of Duty die op een E3 uit de doeken werd gedaan, en debuteerde de multiplayermodus altijd pas in het najaar. Ook hier pakt Sledgehammer de zaken dus anders aan. Wellicht is dat omdat de studio het spektakel dat de campagne belooft te bieden nog even wil bewaren. Of het vertrouwen in de multiplayer is zo groot, dat de makers niet langer dan nodig wilden wachten om het aan gamers te tonen. En dat zou geheel terecht zijn.
Duitsers of nazi's?
Call of Duty: WWII is intens, zo veel is na een goede drie kwartier knallen wel duidelijk. Aanwezige gamers konden op de E3 aan de slag met een potje Team Deathmatch en met twee potjes in de gloednieuwe War Mode. Vanzelfsprekend staan daarin de geallieerden tegenover de Duitsers. De Duitsers, niet de nazi's. Sledgehammer maakt onderscheid tussen nazi's, verantwoordelijk voor de oorlogsmisdaden, en Duitse soldaten, die vaak niet meer deden dan hun plicht - datgene wat ze werd opgedragen door hun meerderen. Een belangrijk verschil, waarmee Sledgehammer stelt dat niet alle Duitsers schuldig waren aan de Tweede Wereldoorlog. Dat maakt het voor de studio ook acceptabel om het Duitse leger als speelbaar onderdeel in de multiplayer te stoppen: gamers nemen immers de rol aan van Duitse mannen die geen andere keuze hadden dan vechten in de oorlog van hun land, niet de rol van de nazi's en SS'ers die zelf lid waren van de nazi-partij en dus een aandeel hadden in het ontstaan van de oorlog en de gruweldaden die bij die oorlog kwamen kijken.
/i/2001535993.jpeg?f=imagenormal)
De veranderingen die de multiplayermodus van Call of Duty: WWII met zich meebrengt, beginnen al voordat je überhaupt aan het schieten bent. De game introduceert bijvoorbeeld Divisions. Het divisiesysteem is Sledgehammers alternatief voor het Create a class-systeem. Spelers kiezen in het spel voor een van de vijf divisies, te weten Infantry, Expeditionary, Airborne, Mountaineer en Armored. Elke divisie heeft bepaalde eigenschappen die van toepassing zijn op de soldaten in die divisie. Een Divisional Skill en Divisional Training hebben invloed op alle soldaten van die divisie, terwijl een Basic Training-eigenschap weer wat variatie aanbrengt in de soldaten.
Alle wapens beschikbaar voor beide partijen
Elke divisie heeft een aanbevolen wapentype, maar spelers zijn wel vrij om dat te wijzigen. Een Mountaineer is bijvoorbeeld bedoeld als scherpschutter, maar speel je liever met een assault rifle of SMG, dan kan dat ook. Spelers krijgen toch al veel vrijheid als het om wapens gaat: Sledgehammer legt geen restricties op basis van je team op. Speel je aan de kant van de Duitsers, dan kun je nog steeds met een Amerikaanse M1 Garand spelen, bijvoorbeeld. Dat is een bewuste keuze. Call of Duty heeft al jaren een systeem waarbij beide teams altijd de beschikking hebben over dezelfde wapens. Volledige symmetrie dus. De ontwikkelstudio gelooft niet in een concept dat spelers belet hun favoriete wapen te kiezen als ze even niet voor de partij spelen die dat wapen normaal gesproken heeft. Over deze keuze zullen de meningen waarschijnlijk verdeeld zijn. Het levert meer vrijheid op, maar maakt de game tegelijk minder accuraat. Een keuze met het oog op gameplay dus, niet op historie.
Een andere vernieuwing is te vinden in Headquarters. Die naam kennen we, want in oudere Call of Duty-games was er altijd een Headquarters-spelmodus, maar dit is anders. Headquarters functioneert in Call of Duty: WWII als een soort lobby waarin je met je soldaat kunt rondlopen, met andere spelers kunt praten en allerlei activiteiten kunt uitvoeren. Je kunt bijvoorbeeld een party formeren en een multiplayerspel in gaan. Je kunt ook iemand uitdagen voor een één-tegen-één duel. We hebben Headquarters nog niet zelf kunnen uitproberen, dus het is moeilijk om aan te geven hoe waardevol deze toevoeging zal zijn, maar zeker dat duelleren klinkt alvast interessant. En het levert ook nog eens een mooi plaatje op.
/i/2001535983.jpeg?f=imagenormal)
Soepele actie en sterke nieuwe modus
Met de op de vorige pagina genoemde veranderingen in het achterhoofd is het tijd om het slagveld te betreden. Dat deden we in eerste instantie in Team Deathmatch, op de Pointe-du-Hoc multiplayermap. Deze map kent een loopgravenstelsel in het midden, met daar omheen wat bunkers en daar weer buiten ook nog wat huisjes. Dat leidt al snel tot aardige dynamiek. De route door de loopgraven laat je snel de map oversteken, maar het is ook meteen de gevaarlijkste route, want er zijn veel plaatsen waar je vanuit de bunkers onder vuur genomen kunt worden. De omtrekkende beweging is vaak veiliger, maar daar zijn ook veel open stukken zonder dekking, en huisjes waar vanuit je die open stukken prima kunt zien. Dat samen leverde wel gevarieerde gameplay op. Soms stonden we plotseling oog in oog met een vijand in een loopgraaf en soms vochten we een duel op langere afstand uit, schietend van de ene naar de andere bunker.
Scorestreaks
In Team Deathmatch kwam verder ook het gebruik van de beloningen voor point streaks naar voren. Daarin verandert eigenlijk weinig ten opzichte van de vorige Call of Duty-games. De UAV is vervangen door een verkenningsvliegtuig, maar het resultaat is hetzelfde. Datzelfde geldt voor meer van die beloningen, waarbij de beloning die de hoogste puntenaantallen vereisen ook het sterkst zijn. Een inmiddels ingeburgerd element van de Call of Duty-gameplay dat er ook dit keer weer bij is.
Wat verder opviel, was het tempo in de game. De game is weliswaar 'boots on the ground', maar behoudt zijn snelheid. Zeker als je door de smalle gangetjes van de bunkers of loopgraven rent, merk je goed hoe hoog het tempo ligt. Toch hadden we niet het gevoel dat het ten koste ging van controle. Een potje Team Deathmatch loopt eigenlijk vanzelf chaotisch, aangezien de teams steeds ergens anders spawnen en je dus regelmatig ingesloten wordt.
/i/2001535989.jpeg?f=imagenormal)
Vooral dat laatste maakt het debuut van de nieuwe War Mode extra interessant. Deze nieuwe modus is een poging van Sledgehammer om een multiplayermodus met meer verhaal te verwerken in Call of Duty. In de missie die wij speelden, hield dat in dat de geallieerden een serie objectives moesten halen terwijl de Duitsers dat moesten voorkomen. Dat begon met een huisje waarin informatie is te vinden. Is dat punt ingenomen, dan trekken de Duitsers terug en rukken de geallieerden op naar een brug die hersteld moet worden, zodat er een tank overheen kan. Het volgende punt is een wapendepot dat opgeblazen moet worden, en als laatste onderdeel moeten de geallieerden hun tank tot in het Duitse hoofdkwartier brengen, om het potje War Mode te winnen. Lukt het de Duitsers hen op enig moment binnen de tijd af te stoppen, dan winnen zij.
Anders dan de andere spelmodi
Deze opzet biedt direct al een aantal voordelen, met als duidelijkste voordeel een voorspelbare frontlinie. In principe zijn de vijanden altijd voor je, ze kunnen niet achter je spawnen. Hierdoor wordt War Mode echt een spelmodus waarin 'wie schiet het best en snelst' en 'wie coördineert het best met zijn team' twee enorm belangrijke aspecten zijn. Dat is positief, want behoorlijk anders dan wat de bekende spelmodi van Call of Duty te bieden hebben. Daarbij levert het hebben van een duidelijke frontlinie ook de meest intense vuurgevechten op die wij hebben meegemaakt in Call of Duty. Het is het spektakel dat je kent van singleplayer, maar dan in multiplayer. Dat spektakel is divers. In het eerste huisje belandden we vaak met vijanden in dezelfde kamer, maar even daarna zijn het snipergevechten die bepalen wie de controle over de brug heeft. Weer iets verder hebben de Duitsers wat meer mounted machine guns tot hun beschikking en vliegt er een regen aan kogels over het slagveld.
/i/2001535991.jpeg?f=imagenormal)
Vooral dat laatste stuk is intens. Meerdere malen wisten we, dankzij een handig opgesteld machinegeweer, groepen geallieerde soldaten neer te schieten. Zij probeerden dat op hun beurt te counteren met granaten en dappere pogingen van snipers, die af en toe ook slaagden in hun opzet. Het zorgde in elk geval voor een hevig gevecht. Die hevigheid werd trouwens nog het best weergegeven door het geluid. Nooit eerder waren we zo onder de indruk van het geluid van een shooter als in Call of Duty: WWII. Vooral het oorverdovende geratel van die machinegeweren, gemixt met de doffe klappen van in zandgrond exploderende granaten, maakte indruk.
Grafisch niet indrukwekkend, wel functioneel
Dat geldt minder voor de graphics. Call of Duty weet zich al jaren niet bij de mooiste games te scharen en dat doet WWII ook niet. Natuurlijk: de game draait op 60fps in full-hd en doet dat vlekkeloos, maar dan nog ogen de bomen bijvoorbeeld wel erg ouderwets. De animaties zijn over het algemeen wel goed en datzelfde geldt voor sommige grafische effecten. In de War Mode is het gebruik van rookbommen bijvoorbeeld heel belangrijk. Gooi zo'n granaat en je krijg een dikke rookwolk waar je echt niets in ziet. Op functioneel gebied doet Call of Duty: WWII dus veel goed, op het gebied van grafische pracht en praal een stuk minder.
Stellen dat 'dat niet is waar het om draait bij Call of Duty' lijkt een non-argument, maar helemaal onwaar is het niet. Het gaat om de actie en die lijkt, oordelend op basis van die drie kwartier speeltijd, dik in orde. Het is makkelijk om te stellen dat dit 'ouderwetse Call of Duty-actie' is, want gaming is nu anders dan tien jaar geleden. Er zijn elementen die doen denken aan toen, en er zijn elementen die anno 2017 heel anders werken. De combinatie daarvan levert in elk geval een soepele en intense multiplayer op. En mocht je nu denken 'eerst zien, dan geloven', dan is er goed nieuws: Activision organiseert eind augustus en begin september tweemaal een bètatest. De eerste is alleen toegankelijk voor PlayStation 4-gamers, de tweede voor PS4 en Xbox One. Over de bètatest voor de pc-versie worden later details bekendgemaakt.
Voorlopige conclusie
De wetenschap dat Call of Duty na al die jaren weer de Tweede Wereldoorlog als centraal thema heeft - en dus afscheid neemt van het futuristische thema met jetpacks en boosted jumps - zal voor sommige gamers al genoeg reden zijn om terug te keren naar de serie die zij, na drie jaar op rij een zelfde soort game te hebben gespeeld, vaarwel hadden gezegd. Uiteraard heeft Call of Duty: WWII genoeg te bewijzen, maar de eerste voortekenen zijn goed. Vorig jaar speelde Call of Duty een bijrol op de showvloer van de E3, maar dit jaar was de shooter terug als een van de games waar het meest over werd gesproken. En voor het eerst in al die jaren waren die gesprekken vrijwel uitsluitend positief. Garantie is dat niet, goede hoop biedt het wel. Op 3 november weten we of Sledgehammer Games er daadwerkelijk in slaagt Call of Duty terug te brengen naar de hoogtijdagen.