In theorie biedt een hoge pixeldichtheid alleen maar voordelen. Met meer pixels kunnen elementen in beeld immers scherper worden weergegeven. Om dat voordeel optimaal te benutten, moet de software daar echter goed mee kunnen omgaan. Met de komst van Windows 10 beloofde Microsoft veel van de problemen op te lossen die voorkwamen met oudere versies van het besturingssysteem in combinatie met monitoren met een hoge pixeldichtheid. Microsoft heeft zeker vooruitgang geboekt, maar nog lang niet alles werkt perfect.
De interface van Windows 10 schaalt over het algemeen prima. Iconen zien er haarscherp uit en ook vensters weten goed om te gaan met de hoge resolutie. Duik je wat dieper de instellingen in, dan kom je ook binnen Windows zelf tal van vensters tegen die nog uit oudere versies van het besturingssysteem stammen en waarvan de interface niet is bijgewerkt. Dat is niet onwerkbaar, want de vensters worden wel opgeschaald, maar het ziet er onscherp en daardoor slordig uit.
Voorbeeld van verschillende Windows-vensters met het schaalniveau ingesteld op 150 procent
Een van de manieren waarop Microsoft het schaalprobleem probeert op te lossen, is met de Windows App Store. Ontwikkelaars die hierin hun programma's plaatsen, moeten aan diverse eisen voldoen. De apps moeten bijvoorbeeld probleemloos gebruikt kunnen worden op verschillende soorten apparaten met verschillende schermgroottes en resoluties. Kortom; de 'universal apps' moeten perfect kunnen schalen. Dat is in de praktijk ook het geval. Alle apps uit de Store draaien perfect in combinatie met een 4k-monitor, zonder dat je iets hoeft in te stellen. De kans is echter klein dat al veel van je favoriete software naar een Windows 10 universal app is overgezet.
Zodra je software opent die geen onderdeel is van het besturingssysteem of die niet in de Windows Store staat, is het niet meer de verantwoordelijkheid van Microsoft om te zorgen voor een goede weergave bij een hoge pixeldichtheid, maar van de desbetreffende softwaremaker. In de praktijk zijn de resultaten hierbij nog zeer wisselvallig. De meeste programma's schalen mee met de instelling die je in Windows geeft, maar zijn vaak niet voorzien van specifieke grafische assets voor hoge resoluties. Dat resulteert in een minder scherpe weergave, maar menu's worden in ieder geval niet onwerkbaar klein.
Enkele programma's trekken zich helemaal niets aan van het ingestelde schaalniveau en geven de interface pixel voor pixel weer. Dat is bijvoorbeeld het geval bij Battle.net van Blizzard. Op een 27"-monitor met een 4k-resolutie resulteert dat in een bijna niet te lezen interface. Op kleinere schermen zal de tekst daadwerkelijk onleesbaar zijn. Ook Bridge, een onderdeel van Adobe's Creative Cloud-suite dat gebruikt kan worden om foto's te beheren, blijkt helemaal niet mee te schalen. In de praktijk zijn we dergelijke programma's niet veel tegengekomen, maar het kan zeer storend zijn.
Adobe Photoshop CC schaalt niet mee met de gekozen Windows-instelling. Dat resulteert in een interface met piepkleine elementen.
Zelfs bij professionele software voor beeldbewerking is de ondersteuning van hoge resoluties niet perfect. Wie Adobe Photoshop CC start op een 4k-scherm krijgt eerst piepkleine menu's te zien. De beeldbewerkingssoftware schaalt zijn interface niet automatisch. Door in het menu UI-scaling in te schakelen is dat wel mogelijk, maar er is alleen een schaalniveau van 200 procent, wat juist weer een erg grote interface oplevert als je op een 27"-monitor werkt. Opvallend is dat andere programma's in de Creative Cloud-suite, zoals Premiere Pro en Lightroom, wel probleemloos omgaan met een hoge resolutie en goed meeschalen met het ingestelde schaalniveau van Windows.
Ook alle moderne browsers die we getest hebben weten prima om te gaan met het aangegeven schaalniveau. De interface van Chrome, Edge en Firefox wordt automatisch vergroot en ook webpagina's worden met de in Windows ingestelde vergroting weergegeven. Dat resulteert in een goed leesbare tekstgrootte, die veel scherper is dan op monitors met een lagere resolutie. Iedere afzonderlijke letter wordt immers opgebouwd uit meer pixels. Logo's en afbeeldingen op websites kunnen wat onscherp ogen, want de meeste websites voorzien niet in speciale graphics met een hogere resolutie en dus worden afbeeldingen uitgerekt. In de praktijk is dat niet erg storend. Het voordeel van de scherpe tekst blijft en dat is een duidelijke vooruitgang.
Letters worden in de interface van Steam bij gebruik van schalen uitvergroot en daardoor onscherp.
Browsers zoals Chrome renderen tekens daadwerkelijk met meer pixels.
Schaalniveau kiezen
Afhankelijk van de schermgrootte en je eigen voorkeur kies je een schaalniveau. Windows 10 is instelbaar van 100 tot 400 procent in stappen van 25 procent en voor wie dat niet genoeg vrijheid biedt, is er bij de geavanceerde beeldscherminstellingen een mogelijkheid te vinden om een aangepast schaalniveau tot op de procent nauwkeurig in te stellen.
Windows of programma's pixel voor pixel weergeven met een resolutie van 3840x2160 pixels op een scherm van 23,8" levert extreem kleine teksten en menu's op. Een schaalniveau instellen is absoluut vereist om met deze pixeldichtheid te kunnen werken. Door het schaalniveau op 200 procent in te stellen krijgen alle elementen in beeld dezelfde grootte als wanneer je een 1080p-monitor op 100 procent weergave bekijkt. Wil je iets meer informatie in beeld, zonder dat alles meteen erg klein oogt, dan is 175 procent een goed werkbare tussenstap voor dit schermformaat.
Voor 4k-monitoren met een diagonaal van 27" of 28" zal een niveau van 150 procent in de praktijk voor de meeste gebruikers ideaal zijn. Alle elementen worden dan op het scherm getoond met eenzelfde grootte als wanneer je een monitor met een resolutie van 2560x1440 pixels gebruikt zonder de schaalgrootte te veranderen. Bij het iets grote schermformaat van 31,5" kun je de vergroting een stapje terugschroeven en voor 125 procent kiezen. Als de monitor verder van je af staat, werkt een percentage van 150 waarschijnlijk prettiger. Bezitters van de 40"-ultra-hd-monitor van Philips zullen wellicht hun scherm instellen op 100 procent, maar die monitor heeft dan ook een pixeldichtheid die vergelijkbaar is met die van 1080p- en 1440p-monitoren.
Monitoren met verschillende resoluties
Sinds de komst Windows 10 is het mogelijk om het schaalniveau per monitor in te stellen. Dat is handig als je schermen met een verschillende pixeldichtheid gebruikt. Zet je bijvoorbeeld een 27"-monitor met een 1440p-resolutie naast een 27"-scherm met een 4k-resolutie, dan kun je er eenvoudig voor zorgen dat beeldelementen op beide schermen op gelijke grootte worden weergegeven. Dat doe je door de resolutie van het 4k-scherm te schalen naar 150 procent en het 1440p-scherm op 100 procent te laten staan. Hoewel dat op het eerste gezicht prima lijkt te werken, valt in de praktijk op dat de scherpte van een van de monitoren afneemt. In onze praktijktests lukte het nooit om beide monitoren net zo scherp te krijgen als wanneer we ze afzonderlijk zouden gebruiken. Te allen tijde werd het beeld op een van de twee monitoren onscherp weergegeven. De oorzaak hiervan is onduidelijk, maar het maakt de nieuwe functie zo goed als onbruikbaar.
Stel je het schaalniveau op beide schermen gelijk in, dan is de combinatie van monitoren met verschillende resoluties geen probleem. Als je schermen met een verschillende pixeldichtheid naast elkaar gebruikt, is dat echter niet wenselijk. Iconen en andere elementen, zoals menu's, zijn dan niet van dezelfde grootte.
Dit screenshot toont twee 4k-monitoren. Het linkerscherm , een 15,6"-laptop, is ingesteld op een schaalniveau van 200 procent. Het rechterscherm, een 27"-monitor, is ingesteld op 150 procent. De tekst is niet optimaal scherp op de 27"-monitor, vanwege de verschillende schaalniveau's.