Op cameragebied gaat Apple al een aantal jaar tegen de trend in. Waar veel concurrenten het aantal megapixels blijven opschroeven, houdt Apple sinds de iPhone 4s uit 2011 vast aan een resolutie van 8 megapixel. Het lijkt in verhouding misschien weinig, maar het is meer dan genoeg voor terugkijken op een telefoonscherm of tabletscherm, of delen via Twitter en Facebook. En dat is toch wat de meeste mensen met hun foto's zullen doen. Ook wie nog foto's afdrukt, komt met 8 megapixels redelijk ver; een scherpe A4-print is geen probleem.
Het idee achter die lage resolutie is dat de individuele pixels groter zijn. Grote pixels zouden meer licht opvangen, met een betere beeldkwaliteit tot gevolg, vooral in donkere situaties. Diezelfde filosofie paste HTC toe op zijn One; dat toestel heeft een resolutie van slechts 4 megapixel.
Ten opzichte van de camera in de vorige iPhone lijkt er in eerste instantie niets veranderd. De resolutie is dezelfde, de sensor is even groot en de f/2.2-lens maakt opnieuw zijn opwachting. Het focussysteem is echter verbeterd doordat nu naast contrastdetectie ook fasedetectie gebruikt wordt bij het scherpstellen. Daarvoor zijn speciale pixels gereserveerd op de beeldsensor, die door de marketingafdeling van Apple Focus Pixels gedoopt zijn. De fabrikant treedt daarmee in de voetsporen van Samsung, dat deze techniek als eerste toepaste in een smartphone, namelijk de Galaxy S5.
Fasedetectie-autofocus gebruikt invallende lichtstralen om te bepalen hoe ver het te fotograferen voorwerp verwijderd is van de camera. Contrastdetectie analyseert simpelweg het hele beeld, terwijl de focus langzaam bijgesteld wordt, om zo te kijken wanneer het beeld op zijn scherpst is. Dat maakt contrastdetectie preciezer, maar het moet ook voorbij het focuspunt gaan voordat het doorheeft waar dat ligt. Camerafabrikanten gebruiken daarom vaak een combinatie, waarbij fasedetectie gebruikt wordt om een globale schatting te maken van de afstand tot het onderwerp, waarna de precieze scherpstelling via contrastdetectie gebeurt.
In de praktijk merk je zeker dat de camera in de iPhone 6 sneller scherpstelt dan die in de 5s en daarnaast worden foto's snel weggeschreven, waardoor je tussen twee foto's nauwelijks hoeft te wachten. Dankzij iOS 8 is het nu ook mogelijk om focus en belichting los van elkaar te regelen; met één tik op het scherm stel je scherp en vervolgens kun je een slider naar boven of beneden bewegen om de belichting bij te stellen. Het is een fijne toevoeging, zeker voor situaties met moeilijke lichtomstandigheden.
IOS 8 geeft daarnaast ontwikkelaars meer controle over de camera, zodat ze zaken als witbalans, lichtmeting, diafragma, iso-waarde en sluitertijd zelf kunnen regelen. Dat opent de deuren voor zeer uitgebreide camera-apps; leuk voor de fotoliefhebbers.
Fotokwaliteit
Om wat meer grip te krijgen op de fotokwaliteit van verschillende smartphones hebben we een speciale testkaart ontworpen. Deze bevat verschillende soorten kleuren, texturen en detail, en hangt op een vaste plek waar hij verlicht wordt met regelbare led-lampen. We plaatsen de smartphones op een statief en fotograferen de hele kaart, één keer met de lampen op hun felst, en nog een keer met slechts één lamp ingeschakeld en dan bijna geheel gedimd. Zo krijgen we ook een idee van de hoeveelheid ruis die een camera vastlegt in situaties met weinig licht.
Voor deze review vergelijken we de iPhone 6 met de iPhone 5s, iPhone 6 Plus, LG G3, Galaxy S5 en HTC One M8. De Lumia 930 hadden we helaas niet voorhanden, al durven we wel te zeggen dat die de vergelijking waarschijnlijk gewonnen had. Onderstaande foto's zijn honderdprocentcrops uit de totale foto. Omdat de camera's verschillende resoluties hebben, is de uitsnede niet altijd gelijk.
Vlnr: iPhone 5s, iPhone 6, iPhone 6 Plus, LG G3, HTC One M8 en Galaxy S5
Met voldoende licht maken eigenlijk alle geteste camera's prima kiekjes. Dankzij onze felle lampen kunnen vrijwel alle camera's de iso laag houden, wat redelijk ruisvrije beelden oplevert. Alleen de HTC One M8 kiest met iso 125 een waarde boven de 100.
Vlnr: iPhone 5s, iPhone 6, iPhone 6 Plus, LG G3, HTC One M8 en Galaxy S5
In een donkere omgeving worden de verschillen tussen de camera's veel duidelijker. We zien meteen dat de iPhone 6 het beter doet dan de 5s. Het vorige model laat een nogal vlekkerig ruispatroon zien, terwijl de iPhone 6 een fijnere korrel heeft. Wel is het beeld van de nieuwe iPhone wat minder gesatureerd. De LG G3 toont een behoorlijk lichte foto met minder detail, maar op een klein formaat zal dat waarschijnlijk niet opvallen. De HTC One M8 en Galaxy S5 doen het niet al te best.
Wat opvalt is dat de iPhone 6 Plus vanwege zijn optische beeldstabilisatie een langere sluitertijd kan gebruiken, waardoor de iso omlaag kan. Waar de iPhone 6 iso 1250 moet gebruiken, komt de 6 Plus weg met iso 320. Dat is ook te zien; de foto van de 6 Plus heeft minder ruis dan de foto van de iPhone 6. Waarom de 6 Plus wel optische beeldstabilisatie heeft en de 6 niet, is ons een raadsel. Het is ook gek; we vermoeden dat de iPhone 6 het beste zal verkopen, maar je hebt dan dus niet de beste camera van de twee te pakken.
Video-opnamen
Ook op videogebied kent de iPhone 6 wat nieuwe trucjes. Dankzij de snellere autofocus heeft Apple ervoor gekozen om de camera continu te laten scherpstellen tijdens filmen, wat behoorlijk snel gaat. Opnamen worden nog steeds opgeslagen in full hd, maar de maximale framerate is verdubbeld van 30 naar 60fps. Daarnaast is het in de slow-mo-stand nu mogelijk om met 240 beeldjes per seconde te schieten. Bij de iPhone 5s was dat nog 120fps. De resolutie voor de slow-motionstand is nog steeds 1280x720 pixels en het beeld heeft wat meer ruis dan bij normale video's.